Gerelateerde artikels
Meer diabetes en hart- en vaatziekten door nachtwerk
nieuws
Werken tijdens nachtelijke uren verhoogt het risico op diabetes type 2 en hart-en vaatziekten en veroorzaakt tevens slaapproblemen op korte termijn. Slaapproblemen komen anderhalf tot tweemaal vaker voor bij nachtwerkers dan bij dagwerkers. Dat blijkt uit een nieuw advies van de Nederlandse Gezondheidsraad. De Gezondheidsraad adviseert de minister op basis van de bewezen gezondheidseffecten nachtwerk waar mogelijk te beperken. Het onderzoek is niet eenduidig als het gaat om het risico op borstkanker. Over de relatie tussen nachtwerk en andere ziekten kan wegens een gebrek aan onderzoek geen uitspraak worden gedaan.
Hoe komt het dat nachtwerk de gezondheid schaadt?
Een groot aantal biologische lichaamsprocessen is onderhevig aan een dagelijks ritme dat wordt aangestuurd door een interne biologische klok. Deze klok zorgt ervoor dat het menselijk lichaam iedere dag opnieuw ‘gelijk’ wordt gezet met de aardse licht-donkercyclus, door de aanwezigheid van daglicht. Nachtwerk verstoort dit ritme doordat men wakker en actief is (lichaamsbeweging, eten, blootstelling aan licht) op het moment dat het lichaam van nature geneigd is te slapen, en slaapt op het moment dat het lichaam wakker wil zijn. De biologische klok probeert zich aan te passen aan de nieuwe situatie, maar dat kost tijd en lukt vaak niet volledig. Hierdoor kunnen lichaamsprocessen ontregeld raken, wat zich uit in bijvoorbeeld een verstoorde slaap en een verstoord herstelvermogen.
Bewezen gezondheidseffecten
Nachtwerk verhoogt het risico op diabetes type 2, hart- en vaatziekten en slaapproblemen. Het risico neemt voor diabetes en hart- en vaatziekten toe naarmate men meer jaren nachtwerk verricht. Naar schatting loopt het aantal gevallen van diabetes door het doen van nachtwerk op tot 21 van de 100 gevallen van diabetes mellitus onder nachtwerkers.
Voor hart- en vaatziekten loopt het naar schatting op tot 23 van de 100 gevallen. Deze schattingen gelden voor nachtwerkers die veertig jaar in nachtdiensten hebben gewerkt, dus zo goed als het hele arbeidzame leven. Nachtwerk kan leiden tot diabetes mellitus (type 2) of een hart- of vaatziekte doordat de glucose- en vethuishouding ’s nachts minder actief is dan overdag. Als men dan ‘s nachts eet kan dit leiden tot hogere glucosespiegels in het bloed en hogere opslag van vet in het lichaam dan overdag het geval zou zijn. Hierdoor kan bijvoorbeeld overgewicht en prediabetes ontstaan. Dit zijn risicofactoren voor diabetes mellitus en hart- en vaatziekten.
De commissie heeft een sterk verband gevonden tussen nachtwerk en slaapproblemen. Slaapproblemen (verkorte slaapduur, verslechterde slaapkwaliteit en vermoeidheid) komen naar schatting anderhalf tot ruim tweemaal vaker voor bij nachtwerkers dan bij dagwerkers. Slaapproblemen zijn een onderdeel van slaapstoornissen. Er zijn gevallen beschreven van een aan nachtwerk gekoppelde slaapstoornis, het shift work disorder. Maar door de gehanteerde definitie van deze slaapstoornis in combinatie met een gebrek aan gegevens kan de commissie niet goed beoordelen of nachtwerkers vaker een slaapstoornis hebben dan dagwerkers.
Zwak bewijs voor een verband met het metaboolsyndroom
De commissie heeft ook beoordeeld of er een verband is tussen nachtwerk en het metaboolsyndroom. Aan deze aandoening liggen dezelfde risicofactoren ten grondslag als aan diabetes mellitus (type 2) en hart- en vaatziekten. Gezien het relatief geringe aantal beschikbare onderzoeken en de grote verschillen tussen deze onderzoeken vindt de commissie de bewijskracht voor een verband met deze aandoening zwak.
Niet eenduidige gezondheidseffecten: borstkanker
De commissie concludeert dat het onderzoek onder nachtwerkers die langdurig nachtwerk hebben verricht niet eenduidig is als het gaat om het risico op borstkanker. In 2006 concludeerde de Gezondheidraad dat er wel een verband was tussen nachtwerk en borstkanker. Maar op basis van nieuwe gegevens uit langlopende onderzoeken en nieuwe onderzoeken houdt deze conclusie echter geen stand meer. Uit individuele onderzoeken komen wel enige aanwijzingen dat langdurig nachtwerk op jonge leeftijd of tijdens of vlak na een periode van nachtwerk, tot een hoger risico op borstkanker kan leiden. Echter, de meeste van deze onderzoeken laten alleen een verhoogd risico zien in de groep nachtwerkers met het hoogste aantal jaren nachtwerk; daarnaast zijn de risico’s gebaseerd op een klein aantal gevallen van borstkanker. Experimenteel onderzoek met onder meer genetisch gemodificeerde proefdieren lijkt erop te wijzen dat verstoring van de interne biologische klok de ontwikkeling van borsttumoren bevordert, maar veel aspecten die hierbij een rol spelen zijn nog niet opgehelderd.
Geen bewijs voor andere ziekten
Over de relatie tussen nachtwerk en andere ziekten kan op dit moment nog geen uitspraak worden gedaan; op die terreinen is nog te weinig onderzoek verricht en is niet altijd duidelijk of in de beschikbare onderzoeken het expliciet nachtwerk betrof of bijvoorbeeld werk dat buiten de gebruikelijke uren is verricht, zoals in de avonduren.
Langere duur van nachtwerk: hoger risico op ziekte
Onder de nachtwerkers heeft de commissie een hoogrisicogroep geïdentificeerd, namelijk de nachtwerkers die langdurig nachtwerk verrichten. Zij lopen duidelijk een hoger risico op diabetes type 2 en hart- en vaatziekten dan nachtwerkers die minder jaren nachtdiensten hebben verricht. Er is nog te weinig onderzoek gedaan om op grond van ongunstige persoons-, leefstijl- of omgevingsgebonden kenmerken (anders dan nachtwerk) groepen nachtwerkers te kunnen aanwijzen waarvan zeker is dat zij door het werken in nachtdiensten een verhoogd risico lopen op ziekte (of verergering van een ziekte) dan nachtwerkers die niet zo’n ongunstig kenmerk hebben.
Preventie van effecten op lange termijn
Preventieve maatregelen zouden gericht moeten zijn op het voorkomen of verminderen van het uit fase raken van de ritmen van de lichaamsprocessen met het ritme van de interne biologische klok. Dit betekent dat het het beste is om werk in de nachtelijke uren daar waar mogelijk te beperken.