Wat gebeurt er tijdens de derde zwangerschapscontrole?

dossier

Tussen week 15 en 17 wordt meestal een derde zwangerschapsraadpleging bij je vroedvrouw, huisarts en/of gynaecoloog aangeraden.

Tijdens deze raadpleging gebeuren opnieuw een aantal onderzoeken en controles. Afhankelijk van je gezondheidstoestand en eventuele bestaande gezondheidsproblemen (hoge bloeddruk, diabetes…) kunnen bijkomende onderzoeken gebeuren.

Je kan tijdens deze consultatie al je vragen over je zwangerschap en bevalling bespreken.

Onder bepaalde voorwaarden mag je tijdens de werkuren op zwangerschapsonderzoek:

• als het onderzoek niet kan plaatsvinden buiten de werkuren
• de afwezigheid duurt enkel de tijd die nodig is voor het onderzoek
• de werkgever is vooraf verwittigd
• je bezorgt de werkgever nadien een medisch attest

1. Bevraging en informatie

De arts of vroedvrouw zal vragen naar het verloop en je beleving van de zwangerschap en eventuele klachten of problemen. Hij/zij zal je ook meer uitleg geven over veel voorkomende zwangerschapsongemakken en wat je eraan kan doen.

2. Lichamelijk onderzoek

• Tijdens elke raadpleging word je gewogen om na te gaan of je niet te veel of te weinig bijkomt. De gemiddelde gewichtstoename bedraagt 10 a` 15 kg, maar de aanbevolen toename hangt vooral af van je startgewicht.
• Ook de bloeddruk wordt bij elke zwangerschapscontrole gemeten. Tijdens de eerste helft van de zwangerschap treedt een daling van de bloeddruk op om dan na 34 weken weer toe te nemen. Dat is normaal. Een hoge bloeddruk (hypertensie) is immers een belangrijke risicofactor voor het ontwikkelen van pre-eclampsie later in de zwangerschap.
• De urine wordt onderzocht op het eiwitgehalte (proteïnurie) om nierziekten en aandoeningen van de urinewegen op te sporen en het risico op pre-eclampsie in te schatten.
• Bij elke controle wordt de groei van de baarmoeder nagegaan. Zo controleert de verloskundige of het kind voldoende groeit. Hierbij wordt met een meetlint de lengte tussen het samenkomen van uw linker- en rechterschaambeen (het gebied onder je navel, waar je schaambeen begint) en de bovenrand van je baarmoeder gemeten. Dit wordt de fundushoogte genoemd. De fundushoogte is een weergave van de totale massa van foetus, placenta en vruchtwater. Normaal komt de fundushoogte overeen met de zwangerschapsduur in weken, met een afwijking van 3 à 4 cm. Bijvoorbeeld: bij een zwangerschap van 15 weken mag de hoogte van de fundus varie¨ren tussen 11 en 19 cm, maar niet meer of minder.

Lees ook: Wat gebeurt er tijdens de vierde zwangerschapscontrole?