borstkanker

Een test op 70 genen (MammaPrint®) kan het gebruik van chemotherapie? bij borstkankerpatiënten significant verminderen . Daardoor zou bijna de helft van de borstkankerpatiënten in een vroeg stadium, die met traditionele methoden geclassificeerd worden als hoogrisico-patiënten, chemotherapie kunnen vermijden.

In oktober vorig jaar kreeg Kristien Hemmerechts het verdict dat ze borstkanker had. Ze pende haar verhaal neer in haar nieuwe boek,een aangrijpende en beklijvende getuigenis die gelukkig een goede afloop kent.

Vrouwen die in het verleden een ivf-behandeling hebben ondergaan, lopen niet meer risico op het ontwikkelen van borstkanker dan andere vrouwen. Ook niet op een langere termijn, van ruim twintig jaar.

Tien procent van de vrouwen die voor hun 45e borstkanker kregen, ontdekten de eerste symptomen tijdens hun zwangerschap of tijdens de borstvoedingsperiode. Bij vrouwen die voor hun 35e borstkanker krijgen, zou dit kunnen oplopen tot een kwart (25%).

Vrouwen met borstkanker hebben een verhoogd risico op een nieuwe in de andere borst. Dat geldt zowel voor vrouwen die draagster zijn van een borstkankergen (voor BRCA1 en -2) als voor vrouwen die geen draagster zijn van deze genmutaties.

Volgens een Amerikaanse studie bij meer dan 90.000 vrouwen zou de consumptie van voedingsvezels, tijdens de adolescentie en als jongvolwassene, bescherming bieden tegen borstkanker.

Er zijn sterke aanwijzingen dat een borstreconstructie na borstkanker de kans op het krijgen van lymfe-oedeem verkleint. Dit blijkt uit onderzoek aan het Maastricht UMC+.

Patiënten met hormoongevoelig borstkanker kunnen sneller resistent worden voor het geneesmiddel tamoxifen. Dit blijkt uit Amerikaans-Nederlands onderzoek. Uit het onderzoek blijkt met name dat het eiwit APOBEC3B mogelijk de resistentievorming tegen tamoxifen stimuleert.

Melk en zuivelproducten hebben geen effect op kanker, in het bijzonder borstkanker, noch in positieve noch in negatieve zin. Ze beschermen dus niet tegen tegen (borst)kanker maar ze verhogen ook niet het risico op (borst)kanker.

Het vetweefsel van de borst speelt een belangrijke rol bij de progressie van borstkanker, zeker bij vrouwen met overgewicht. Dat blijkt uit onderzoek aan het UZ Gent. Uit het onderzoek blijkt dat vetweefsel, dat bij borstkanker de tumor volledig omgeeft, in wisselwerking treedt met de tumor.

In 2014 kregen 406.913 vrouwen een uitnodiging voor een screeningsmammografie. Bijna de helft (48%) ging hierop in. Telt men daar de vrouwen bij die buiten het bevolkingsonderzoek een screeningsmammografie krijgen of die uitgesloten zijn van deelname (bijvoorbeeld omdat ze in behandeling zijn), dan betekent dat 65%.

Ongeveer 15% van alle gevallen van borstkanker is niet-hormoongevoelig. Die borstkankers zijn meestal agressief van aard. Een onderzoeksteam van het UZ Brussel onder de leiding van Prof. Jacques De Grève heeft vastgesteld dat er een genetische afwijking aan de basis ligt van 25% van deze kankers.

Bij vrouwen die in één operatie een borstamputatie en een borstreconstructie ondergaan, treden vaker complicaties op dan bij vrouwen waarbij reconstructie in twee operaties gebeurt.

Tai chi zou een gunstige invloed hebben bij oudere mensen met chronische aandoeningen als borstkanker, hartfalen, COPD en artrose. Dat blijkt uit een Canadees onderzoek gepubliceerd in het septembernummer van het British Journal of Sports Medicine.

Ieder jaar wordt op de derde woensdag van oktober wereldwijd aandacht gevraagd voor de mogelijkheden van borstreconstructie.

Het bevolkingsonderzoek naar borst-, baarmoederhals- en darmkanker in Vlaanderen redt levens en is een goede investering voor onze bevolking. In totaal kunnen over een periode van 20 jaar naar schatting 10.700 overlijdens ten gevolge van kanker worden vermeden door de preventieve bevolkingsonderzoeken:

Lange mensen hebben een grotere kans op kanker dan kleine mensen. Elke tien centimeter erbij vergroot de kans op de ziekte. Dat blijkt uit onderzoek van het Karolinska Instituut in Stockholm dat werd voorgesteld op het congres van de European Society for Paediatric Endocrinology.

Het risico op alcoholgerelateerde kankers, zoals borst- en darmkanker en kanker van mond, keel en slokdarm, begint bij vrouwen al meetbaar te stijgen vanaf een alcoholconsumptie van één glas per dag.

Er bestaat voldoende bewijskracht dat opsporing van borstkanker door middel van tweejaarlijkse mammografie bij vrouwen tussen 50 en 69 jaar doeltreffend is om de sterfte door deze kanker te doen dalen met ongeveer 40 percent in deze leeftijdsgroep.

Hoe hoger de BMI van postmenopauzale vrouwen, hoe hoger de kans op borstkanker in vergelijking met vrouwen met een normaal BMI (minder dan 25). Afvallen verlaagt deze kans helaas niet. Dit blijkt uit een studie in JAMA Oncology.

Er is meer dan voldoende bewijs dat de huidige bevolkingsonderzoeken naar borstkanker tot meer voordelen dan nadelen leiden. Deelnemende vrouwen hebben een 40% lagere kans om aan borstkanker te overlijden, en het is van nut voor vrouwen van 50 tot 74 jaar.

Om borstkankerpatiënten te helpen bij het maken van een weloverwogen behandelkeuze, lanceert het Maastricht UMC+ een interactieve keuzehulp. De online tool is ontwikkeld omdat patiënten vaak een stortvloed aan informatie over zich heen krijgen.

Vrouwen met borstkanker die een bewegingsprogramma volgen tijdens chemotherapie hebben minder last van bijwerkingen als vermoeidheid, conditieverlies, misselijkheid en pijn.

Ondanks het feit dat hart- en vaatziekten nog vaak als een typische mannenziekte wordt beschouwd, sterven er veel meer vrouwen door hart- en vaatziekten (51%) dan door borstkanker (3%).

Het dagelijks drinken van frisdrank kan eraan bijdragen dat meisjes eerder menstrueren. Dit is onwenselijk, omdat menstrueren op jonge leeftijd mogelijk verband houdt met een hogere kans op borstkanker op latere leeftijd.

Een kankerbehandeling tijdens de zwangerschap heeft geen nadelige gevolgen voor het kind. Als zwangere vrouwen met kanker op dezelfde manier behandeld worden als niet-zwangere vrouwen met kanker, zijn hun overlevingskansen dezelfde.

Vrouwen die afvallen door een combinatie van lichaamsbeweging én minder eten, verlagen het risico op borstkanker meer dan vrouwen die evenveel gewicht verliezen met alleen een dieet.

Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) voerde een studie uit over het moleculair testen van borstkankercellen. Op basis van deze testen kan men de moleculaire eigenschappen opsporen die typisch zijn voor de kanker,

Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) heeft nieuwe richtlijnen gepubliceerd over testen waarmee een familiale aanleg tot het ontwikkelen van borst- en eierstokkanker kan worden opgespoord.

Een nieuw rapport 'Diet, nutrition, physical activity and Breast Cancer Survivors' van het World Cancer Research Fund International toont aan dat er een verband bestaat tussen een betere overlevingskans na borstkanker en bepaalde factoren,