Waarom gebruikt uw baby beter geen loopstoeltje?
nieuws
Een loopstoeltje of babywalker is een stoeltje met daaronder een frame met wieltjes. Het kindje zit in de stoel en de benen gaan via openingen naar de grond. Door met de voetjes af te zetten kan een kindje zich rechtopstaand voortbewegen, ook al kan het nog niet stappen.
Bij ons raadt Kind & Gezin het gebruik van loopstoeltjes af, ook in Nederland raden de Consumentenbond en VeiligheidNL het gebruik af. In verschillende landen zijn ze trouwens verboden. Loopstoeltjes vertragen namelijk de motorische ontwikkeling en kunnen ook ongelukken veroorzaken.
Alternatieven voor een loopstoeltje zijn de box, activity kleden/baby gyms en later duwkarretjes als hulp bij het leren lopen.
Motorische ontwikkeling
Een misvatting is dat kinderen door het gebruik van een loopstoeltje sneller leren lopen. Het kan zelfs een vertraging in de loopontwikkeling veroorzaken. Om te leren lopen moeten kinderen verschillende stadia doorlopen: liggen, rollen, zitten, kruipen en staan. Deze stadia zijn belangrijk om het evenwichtsgevoel te ontwikkelen. En ook om de spieren op een juiste manier te kunnen ontwikkelen en leren aansturen.
Bij gebruik van een loopstoeltje kunnen kinderen een spitsvoetje ontwikkelen; ze lopen op hun tenen. In het ergste geval verkorten de spieren zodanig dat er spalken aan te pas moeten komen om dit te verhelpen. Hetzelfde geldt overigens voor een bouncher, jumper of exerciser. Dat zijn tuigjes waarin u uw baby vastzet en het kindje zich door de voetjes af te zetten tegen de grond springende bewegingen kan maken.
Om te leren lopen moet een kind een noodzaak voelen. Enige frustratie omdat hij ergens niet bij kan, geeft kracht en reden om te leren staan en lopen. Als u het kind beide vergemakkelijkt dan is de noodzaak weg en duurt het juist langer voordat ze het zelf leren.
Ongelukken
Een kind in een loopstoeltje kan zich sneller voortbewegen en daardoor snel onveilige plekken bereiken, zoals een trap of gevaarlijke plekken in de keuken (hete ovens, open haarden, verwarmingen). Ook kan het kind bij hogere plekken komen, dan wanneer het bijvoorbeeld kruipt. Verder is het oppassen geblazen in de buurt van de trap of opstapjes in huis, het stoeltje kan kantelen of in het ergste geval valt het kind met stoeltje en al van de trap.
Aankooptips
Wilt u toch een loopstoel aanschaffen, let dan op de volgende zaken:
• Koop een loopstoeltje dat voldoet aan de huidige norm (NEN-EN 1273: 2005). Nieuwe loopstoeltjes voldoen in bijna alle gevallen aan de geldende norm, maar in geval van tweedehands producten hoeft dit niet het geval te zijn.
De belangrijkste eisen uit de norm zijn:
• Het loopstoeltje dient een mechanisme te hebben, dat voorkomt dat het kind met het stoeltje van de trap kan vallen. Dit kan bijvoorbeeld door het blokkeren van de wielen zodra het stoeltje over een niveau-verschil rijdt.
• Het frame van het loopstoeltje dient voorzien te zijn van een kruisband.
• Als het loopstoeltje is voorzien van een zitje dat verwijderd kan worden, mag het zitje nooit onbedoeld losraken.
• De hoogte van het zitje is minimaal 18cm boven de grond. Dit voorkomt dat een kind met de voeten onder de constructie van de loopstoel kan komen.
• Aan het loopstoeltje mogen geen scherpe randen zitten en geen kleine onderdelen.
• Het loopstoeltje moet stevig en duurzaam zijn.
• Indien het loopstoeltje inklapbaar/opvouwbaar is, dient er een kind veilige vergrendeling op te zitten. Het stoeltje mag niet onbedoeld inklappen.
• Het loopstoeltje mag niet kantelen.
• Als het loopstoeltje voorzien is van een rem, mag het indien deze op de rem staat, niet verder verplaatsen dan 50mm.
• Op loopstoeltjes hoort een waarschuwing te staan: Uw kind kan in een loopstoel makkelijker en sneller gevaarlijke plaatsen bereiken. Laat uw kind nooit zonder toezicht.
Gebruik tips
• Laat uw kind nooit zonder toezicht.
• Gebruik het loopstoeltje alleen voor kinderen die zelfstandig tot zithouding kunnen komen, maar nog niet kunnen lopen (7 à 8 maanden). Stop in ieder geval met het gebruik als uw kind zich met de voetjes kan afzetten tegen de grond of met de voetjes bij de rand van het frame kan komen.
• Gebruik het loopstoeltje in totaal niet langer dan 20 minuten per dag en blijf in de buurt.
• Stel de hoogte van het stoeltje zo in, dat uw kind net met de voetjes bij de grond komt.
• Controleer bouten en andere verbindingen regelmatig en gebruik het stoeltje niet meer als onderdelen ervan stuk zijn of ontbreken.
• Doordat een kind in een loopstoeltje makkelijker en sneller gevaarlijke plaatsen kan bereiken, is het noodzakelijk deze plaatsen af te schermen.
• Voorkom toegang tot trappen. Sluit (kelder)deuren of plaats traphekjes bovenaan én onderaan de trap.
• Voorkom toegang tot ongelijke ondergronden. Denk hierbij ook aan drempels.
• Scherm verwarmingen, kachels en kookgelegenheden af en zet uw kind niet in het stoeltje tijdens het koken.
• Haal warme dranken zoals, koffie, thee en soep weg uit de ruimte(s) waar uw kind in zijn loopstoeltje kan komen.
• Pas op voor snoeren, messen en kleine losse voorwerpen waar uw kind nu ineens wel bij kan komen.
• Let op bij gebruik van een loopstoeltje in de buurt van deuren met glas erin, lage ramen en meubels.