Immunotherapie bij insectenallergie

dossier

Immunotherapie, ook desensibilisatie of hyposensibilisatie genoemd, is een relatief nieuwe behandelingsvorm voor bepaalde types van allergie. Het is een behandeling die ingrijpt in het werkingsmechanisme zelf van een allergische aandoening. Een immunotherapie houdt in dat men het afweersysteem minder gevoelig maakt door de stof waarvoor iemand allergisch is, in toenemende hoeveelheden toe te dienen zodat het immuunsysteem daarop gaat reageren. In feite wordt het kwaad met het kwaad bestreden. Doel is de allergische klachten drastisch te doen afnemen of zelfs geheel te laten verdwijnen, zodat je geen of alleszins veel minder medicamenten moet nemen.

Immunotherapie wordt in toenemende mate gebruikt voor de behandeling van mensen die allergisch reageren op een steek van een wesp, bij of hommel. Immunotherapie is een zeer effectieve behandeling: meer dan 90 procent van de mensen met een allergie voor wespengif is zes tot twaalf weken na de start van de behandeling volledig beschermd en krijgt bij een nieuwe steek alleen een lokale reactie. Voor bijengifallergie is het percentage wat lager, namelijk 75-80 procent. Aan het einde van de therapie heb je een blijvende bescherming tegen insectengif opgebouwd.

Deze behandeling wordt grotendeels terugbetaald door de ziekteverzekering. 

Lees ook: Wat is een anafylactische shock?

Voor wie?

123-allergie-test-arm-2-08-18.jpg
Immunotherapie mag uiteraard alleen toegepast worden bij mensen met een bewezen allergie voor bijen, wespen of hommels. Dat moet door een gespecialiseerd arts aangetoond worden met een huidtest en een CAP-test.
Immunotherapie wordt sterk aanbevolen bij personen die een hevige reactie hadden na een eerdere wespen- of bijensteek, en die bij een volgende steek mogelijk een levensbedreigende anafylactische shock kunnen krijgen.

• Volwassenen
Bij volwassenen wordt immunotherapie alleszins aanbevolen bij ernstige reacties op een insectenbeet:
- die gepaard gaan met hart- of luchtwegklachten (zoals bloeddrukdaling, hartkloppingen, ademhalingsmoeilijkheden, enz.);
- of met angio-oedeem (zwelling van onderhuidsweefsel, vooral oogleden, lippen, tong, enz.);
- bij mensen ouder dan 60 jaar;
- of die beroepshalve blootgesteld worden aan bijen (bv. imkers, hoveniers, enz.).

• Kinderen (vanaf 5 tot 15 jaar)
Bij kinderen wordt immunotherapie aanbevolen bij ernstige, veralgemeende reacties op een insectenbeet en een grote kans op herhaling, die gepaard gaan met:
- hart- of luchtwegklachten;
- angio-oedeem (zeker bij kinderen van bijenhouders);

Wanneer wordt immunotherapie afgeraden?

• Bij kinderen jonger dan 5 jaar.
• Immunotherapie wordt niet gestart tijdens een zwangerschap, maar een lopende behandeling kan tijdens de zwangerschap worden verdergezet als ze goed verdragen wordt.
• Bij milde vormen van astma is immunotherapie mogelijk, maar bij astma die het hele jaar behandeld moet worden met inhalatiecorticosteroïden of dagelijks bèta-2-sympathicomimetica, wordt het afgeraden.
• Bij mensen met een hart- en vaatziekte of hoge bloeddruk die bètablokkers nemen.
• Bij mensen die lijden aan een ziekte die de werking van het immuunsysteem ernstig belemmert (bv. kanker)
• Bij mensen met chronische hart- of longaandoeningen moeten de voordelen zorgvuldig afgewogen worden tegen de mogelijke nadelen (bijwerkingen).

Waarom immunotherapie?

Immunotherapie beschermt bij een volgende insectensteek tegen mogelijk levensbedreigende gevolgen.

Nadelen van immunotherapie zijn o.m.:
• het is een langdurige behandeling waarvoor u geregeld naar de arts moet en steeds een injectie krijgt;
• risico op bijwerkingen (zie verder).

SUBCUTANE IMMUNOTHERAPIE (SCIT)

f-123-subcutane-inspuit-immunother-vacc-08-18.jpg
Bij een allergie voor insectengif wordt alleen de inspuitbare vorm of subcutane immunotherapie (SCIT) gebruikt. Bij een allergie voor gras- of boompollen, voor huismijtstof en huisdieren bestaan ook andere vormen van immunotherapie.

Lees ook: Immunotherapie bij pollen-, huisstofmijt- en dierenallergie

Hoe werkt het?

Bij een allergie voor insectengif wordt een behandeling in twee fasen toegepast.


• In een eerste fase, de instelfase, wordt een kleine dosis van het (gezuiverd) bijen- of wespengif onderhuids ingespoten in de arm. Deze injecties worden gedurende 6 tot 12 weken wekelijks toegediend, waarbij de dosis wekelijks wordt verhoogd, tot het hoogst nodige niveau is bereikt. Dat komt ongeveer overeen met 2 bijensteken of een 10-tal wespensteken. Dit wordt steeds in een ziekenhuis gedaan waar gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen aanwezig zijn (via dagziekenhuis).

• Na de instelfase wordt het interval geleidelijk verlengd tot 6 à 12 weken. Dit is de onderhoudsfase.
In samenspraak met de behandelende arts kan het grootste deel van de injecties tijdens de onderhoudsfase door de huisarts worden gegeven.


• Bij een zeer ernstige allergie voor bijen of wespen kan een versnelde procedure gevolgd worden met vier of vijf injecties per dag. Dit vereist wel een opname in het ziekenhuis gedurende enkele dagen.

• Voor wespengifallergie bestaat er sinds 2018 ook een “ultra-rush” therapie die op enkele uren en zonder opname kan worden voltooid. 

Duur van de behandeling

Om een effect op lange termijn bij volwassenen te bekomen, is een behandelingsduur van 3 tot 5 jaar aangewezen. Het stopzetten van de immunotherapie moet individueel bepaald worden. Bij kinderen is een minimale behandelingsduur van 18 maanden aangewezen.
De kans dat men na een nieuwe steek in de eerste drie jaar na het stoppen van de behandeling toch een overgevoeligheidsreactie krijgt, wordt op 5 à 10% geschat. Hoe langer de behandeling geleden is, hoe hoger de kans op een overgevoeligheidsreactie. Deze reactie is meestal wel milder dan voor de behandeling.

Een levenslange behandeling, waarbij om de 6 maanden een injectie wordt toegediend, kan overwogen worden bij:
• patiënten met voorgeschiedenis van ernstige anafylaxie, mastocytosis (dit is een zeldzame aandoening door een teveel aan mestcellen in de weefsels en organen van het lichaam) of een verhoogd serumtryptase in het bloed (wat kan wijzen op een verhoogd risico op een allergische reactie);
• patiënten die tijdens de behandeling systemische reacties vertoonden;
• bij patiënten met honingbijen-allergie,
• bij ouderen
• patiënten met een blijvend sterk positieve huidtest.

Mogelijke bijwerkingen

t-123-allergie-test-arm-08-18.jpg
• Vaak treden milde en eerder onschuldige en voorbijgaande lokale reacties op op de injectieplaats (zwelling, pijn…). Deze reacties treden meestal op in de eerste minuten na de injectie, maar kunnen ook pas enkele uren later optreden.

• Soms kunnen ook veralgemeende reacties optreden, zoals jeuk, neusloop, buikpijn enz.

• Er bestaat altijd een risico op zeer ernstige allergische reacties tot zelfs levensbedreigende anafylaxie. De kans op ernstige bijwerkingen is bij een insectenallergie het grootst in de instelfase. Vandaar dat wordt aangeraden dat er een volledige reanimatieset en een arts getraind in reanimatieprocedures aanwezig is tijdens de behandeling. Ook wanneer een versneld schema wordt toegepast, is de kans op ernstige reacties vrij groot. Vandaar dat deze behandeling alleen in een ziekenhuis wordt toegepast.

• Inname van alcohol, sterke fysieke activiteit, inname van antihypertensiva of een infectie verhogen de kans en de ernst van een systemische nevenwerking bij behandeling van insectenallergie en moeten dus vermeden worden.

Voorzorgsmaatregelen
In het begin kan er vermoeidheid optreden. Daarom moet intense sportbeoefening, zware arbeid, sauna, een warm bad of overmatig alcoholgebruik vermeden worden in de eerste drie uur na de injectie.

Geneesmiddelen
Indien je begint met een immunotherapie moet je steeds aan je arts meedelen of en welke geessmiddelen je inneemt. Ook tijdens de behandeling moet je de arts steeds melden als je nieuwe geneesmiddelen moet nemen.
Beta-blokkers voor hoge bloeddruk mogen bijvoorbeeld niet ingenomen worden tijdens de behandeling.

Ziekte
Indien je verkouden bent, je griepachtig voelt, koorts hebt of onlangs ziek geweest bent of gevaccineerd bent (bv. voor reizen), moet de behandeling minstens één week uitgesteld worden.

Zwangerschap
Het wordt afgeraden om de immunotherapie op te starten gedurende de zwangerschap. Eenmaal de onderhoudsdosis bereikt is, mag de kuur wel verder gegeven worden.

Immunotherapie en andere vaccinaties
Tussen de immunotherapie (de laatste injectie) en andere vaccinaties (griepprik, vaccinaties voor vakantie enz.) moet altijd minstens 1 week zitten. 

Bronnen:


Laatst bijgewerkt: juni 2019

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram