Te mager is ook niet goed
nieuws
Dat overgewicht en zwaarlijvigheid (obesitas) ongezond is, is onderhand wel bekend. Maar ook ondergewicht is niet gezond. De conditie kan achteruit gaan en iemand kan zich sneller lusteloos en moe voelen, de weerstand vermindert, hartkloppingen, bij vrouwen kunnen de menstruaties uitblijven, enz. Ook neemt waarschijnlijk de kans op botbreuken toe. Bovendien kunnen eetstoornissen (zoals anorexia en boulemie) optreden.
In de medische praktijk betekent een Body Mass Index (BMI = gewicht (kg) / lengte2 (m2) lager dan 18,5 ondergewicht. De vetmassa kan eveneens als referentie worden gehanteerd. De normale waarden voor vrouwen zijn 20% tot 25% en voor mannen 15% tot 20%. Mede als gevolg van het huidige, opgedrongen slankheidsideaal wordt vaak een ideaal gewicht vooropgesteld dat ver onder het biologisch normale lichaamsgewicht ligt. Fotomodellen, mannequins en balletdanseressen streven een vetmassa na van 12% tot 18%. Eurostat, het Europees bureau van de statistiek, maakte onlangs bekend dat 25% van de Franse en Italiaanse vrouwen en 15,6% van de vrouwen in België, lijden aan ondergewicht.
Ondergewicht kan worden veroorzaakt door gebrek aan eetlust vanwege een (ernstige) ziekte. Dit komt relatief vaak voor bij bejaarden en bij patiënten in het ziekenhuis. Maar er zijn ook mensen die gezond zijn en gezond leven en toch erg mager zijn. Soms speelt de leefstijl een rol, bijvoorbeeld wanneer mensen geen tijd nemen om rustig te ontbijten, te lunchen of een warme maaltijd te nuttigen. Een andere reden kan zijn dat iemand door depressiviteit geen fut heeft om te koken en geen trek heeft. Wie in korte tijd sterk vermagert zonder dat er een aanwijsbare reden voor is, doet er goed aan de huisarts te raadplegen.
Voor gezonde mensen met ondergewicht is het vaak niet eenvoudig aan te komen. Het beste is het eetpatroon structureel aan te passen op basis van de richtlijnen van een evenwichtige en gevarieerde voeding (de voedingsdriehoek).
• Voorzie naast 3 hoofdmaaltijden ook enkele eetmomenten tussendoor.
• Gebruik meer calorierijke voedingsmiddelen en eventueel energierijke preparaten.
• Tracht meer calorieën op te nemen via vast voedsel dan via dranken. Dranken vullen de maag meer waardoor er sneller een verzadigingsgevoel optreedt.
• Vetten zijn een uitstekende bron van calorieën en hebben een lager verzadigingsgevoel dan koolhydraten en eiwitten. Blijf er echter op toezien dat de voeding evenwichtig en gevarieerd is en past binnen de aanbevelingen van de Nationale Raad voor de Voeding (maximaal 30 tot 35 energie% vet en 10 energie% verzadigd vet).
Enkele praktische tips:
• Neem gewone toespijs, geen magere.
• Eet veel brood, bij voorkeur bij elke maaltijd, en varieer in broodsoorten (bv. rozijnenbrood, notenbrood, enz.).
• Neem regelmatig rijst, deegwaren en peulvruchten (bv. linzen, witte bonen, kikkererwten). Een portie rijst en deegwaren leveren bijna tweemaal zoveel calorieën als een portie gekookte aardappelen.
• Schorseneren, maïs en doperwten bevatten meer calorieën dan andere groenten.
• Neem regelmatig wat noten (bij voorkeur ongezouten) en gedroogd fruit. Gedroogd fruit brengt twee- tot driemaal zoveel calorieën aan als vers fruit. Bananen bevatten meer koolhydraten en calorieën dan andere fruitsoorten.
• Indien je veel meer dan de aanbevolen hoeveelheid volle melk en zuivelproducten neemt (meer dan 3 tot 4 glazen volle melk of melkproduct en 2 sneetjes kaas per dag), kan het toegestane gehalte verzadigde vetten worden overschreden. Maak daarom eventueel bijkomende gebruik van sojaproducten (pudding, drink). Omwille van hun vetzuursamenstelling doen zij het cholesterolgehalte niet stijgen.
• Voeg aan soep of groenten met saus melkpoeder, sojaroom of een energetisch verrijkte bijvoeding met neutrale of hartige smaak toe. Neem de soep vooraf of na de maaltijd om de gaatjes te vullen.
• Neem af en toe gefrituurde gerechten. Gebruik bij voorkeur frituurolie in de frituurpan.
• Maak gebruik van dextrose i.p.v. suiker.
• Drink niet alleen water maar ook eens een meer calorierijke drank: bv. druivensap, appelsap of andere fruitsappen met een extra schepje dextrose. Gebruik frisdranken en alcoholbevattende dranken slechts met mate.
Lees ook: Magerzucht (ondergewicht)