De toestand van een slachtoffer beoordelen
dossier
Als eerstehulpverlener volg je best altijd dezelfde vier stappen. Ze helpen je om een situatie goed in te schatten en op een gepaste manier hulp te verlenen. Zorg eerst voor veiligheid en beoordeel dan de toestand van het slachtoffer. Vervolgens alarmeer je (indien nodig) de hulpdiensten en verleen je verdere eerste hulp.
Maar hoe beoordeel je de toestand van het slachtoffer ? Door middel van een snelle evaluatie van het bewustzijn en de ademhaling kan je vlot en effectief nagaan of een slachtoffer in levensgevaar is. Volg volgende drie stappen :
1. Controleer het bewustzijn.
2. Open de luchtweg.
3. Controleer de ademhaling.
Lees ook: 4 stappen bij eerste hulp
1. Controleer het bewustzijn
Ga na of het slachtoffer nog reageert.
• Schud zacht aan de schouders van het slachtoffer.
• Vraag luid : “Is alles oké ?”.
Reageert het slachtoffer, dan is hij bij bewustzijn. Laat het slachtoffer liggen, verplaats hem alleen als dat absoluut noodzakelijk is. Probeer te weten te komen wat er mis is. Haal hulp indien nodig. Controleer regelmatig het bewustzijn en de ademhaling van het slachtoffer.
Reageert het slachtoffer niet, roep dan om hulp en open de luchtweg.
2. De luchtweg openen
Bij een bewusteloos slachtoffer verliezen de spieren hun spanning. Het gevaar bestaat dat de tong van het slachtoffer in zijn keelholte zakt, waardoor de ademhaling wordt belemmerd.
• Draai het slachtoffer op de rug.
• Kantel het hoofd voorzichtig naar achteren en til de kin omhoog.
3. De ademhaling controleren
Ga na of het slachtoffer normaal ademt terwijl je de luchtweg openhoudt. Doe dit maximaal 10 seconden.
• Kijk of de borstkas op en neer gaat.
• Luister aan de mond en de neus naar ademhalingsgeluiden.
• Voel moet je wang of er luchtstroming is.
10 seconden lijkt misschien lang, maar een bewusteloos slachtoffer heeft soms een trage ademhaling. Als je niet lang genoeg luistert, heb je misschien net de periode tussen twee ademhalingen gecontroleerd. Dan ga je ervan uit dat het slachtoffer niet meer ademt, terwijl dat wel nog zo is.
Hoe dan ook, als je niet zeker bent of het slachtoffer normaal ademt, handel dan alsof het niet meer ademt. Dit kan het geval zijn bij ‘gasping’.
In de eerste minuten na een hartstilstand is het vaak alsof het slachtoffer nog probeert naar adem te happen. Het ziet eruit alsof het slachtoffer nauwelijks ademt of onregelmatige ademhalingsbewegingen maakt. Omstaanders zien deze bewegingen vaak als normale ademhalingen. In feite zijn dit de laatste ademhalingspogingen van een lichaam in doodsstrijd (‘gasping’). Verwar dit niet met een normale ademhaling ! Als je gasping vermoedt, ga er dan vanuit dat het slachtoffer niet normaal meer ademt.
Een slachtoffer dat bewusteloos is maar wel normaal ademt, leg je in stabiele zijligging. Alarmeer dan de hulpdiensten. Bij een bewusteloos slachtoffer dat niet normaal ademt, alarmeer je onmiddellijk de hulpdiensten. Start dan met de reanimatie.
Wat is stabiele zijligging ?
Stabiele zijligging is een veiligheidspositie waarin je een bewusteloos slachtoffer moet leggen dat normaal ademt. In deze houding wordt een vrije luchtweg gegarandeerd. Eventueel braaksel kan ook uit de mond lopen.
Hoe begin je hier aan ?
1. Verwijder de bril van het slachtoffer.
2. Kniel naast het slachtoffer. Zorg ervoor dat de beide benen van het slachtoffer gestrekt zijn.
3. Plaats aan jouw kant de arm van het slachtoffer in een rechte hoek ten opzichte van het lichaam. Buig de onderarm naar boven en leg de handpalm naar boven.
4. Breng de andere arm over de borstkas heen. Druk de handrug tegen de wang van het slachtoffer aan jouw kant. Hou deze hand ter plaatse.
5. Neem met je vrije hand het been aan de overkant van het lichaam vast bij de knie. Trek het been op, maar laat de voet op de grond staan.
6. Trek het opgetrokken been naar je toe. Blijf ondertussen de handrug tegen de wang drukken. Rol het slachtoffer naar je toe zodat het in zijligging komt.
7. Leg het bovenste been zo dat heup en knie allebei een rechte hoek vormen
8. Kantel het hoofd naar achteren om voor een open luchtweg te zorgen.
9. Zorg ervoor dat de mond naar de grond gericht is. Zo kan het slachtoffer niet stikken in bloed of braaksel.
10. Verschuif eventueel de hand onder de wang als dat nodig is om het hoofd gekanteld te houden.
11. Een slachtoffer dat langer dan 30 minuten in stabiele zijligging ligt, kan een zenuwletsel van de onderliggende arm oplopen. Draai het daarom na 30 minuten op de andere zijde.
Een kind of een baby kan je op dezelfde manier in stabiele zijligging leggen. Bij een baby kan je een klein kussen of een opgerold deken achter de rug leggen. Zo ligt hij stabieler.
Meer weten over eerste hulp? Dit kan! Volg een gratis eerste hulp cursus van Rode Kruis-Vlaanderen bij jou in de buurt. Neem hier eens een kijkje!