De eetgewoonten van Vlaamse kinderen
nieuws
In het kader van de longitudinale studie JOnG! werden ouders van meer dan 3000 kinderen, geboren tussen mei 2008 en april 2009 in 9 regio’s verspreid over de verschillende Vlaamse provincies en het Brussels Gewest, bevraagd over de gezondheid, ontwikkeling, gedrag en opvoeding van hun kinderen.
• De leeftijdsspecifieke Vlaamse voedingsaanbevelingen worden vrij goed opgevolgd tot het eerste levensjaar: op de leeftijd van een jaar krijgt 95% dagelijks een geschikte melkvoeding. Op deze leeftijd eet 80% van de kinderen elke dag fruit en 92% elke dag groenten.
• Bij peuters nemen de gezonde voedingsgewoonten af met de leeftijd. Op 2 en 3 jaar eten respectievelijk slechts 67% en 62% van de kinderen dagelijks fruit, en 87% en 77% dagelijks groenten. Tussen 2 en 3 jaar neemt het aantal kinderen dat ten minste één van beide aanbevelingen volgt (met name dagelijks fruit en/of groenten eten) af van 90% tot 81%.
• Bij peuters nemen ongezonde voedingsgewoonten toe met de leeftijd. Op de leeftijd van een jaar krijgt meer dan één op vier (29%) kinderen dagelijks een (kinder)koek aangeboden. Op de leeftijd van twee en drie jaar neemt dit verder toe tot 37% en 54%. Ook de dagelijkse consumptie van gezoete dranken neemt toe met de leeftijd, van 13% (1 jaar) naar 16% (2 jaar) en 26% (3 jaar).
Gelijkaardige bevindingen werden ook in eerdere studies bij Vlaamse peuters vastgesteld.
De meest opvallende afwijkingen zijn:
• een te lage dagelijkse inname van aanbevolen “gezonde” voedingsmiddelen, met name ongezoete dranken, groenten en fruit;
• een te hoge inname van energierijke en laagvoedzame voedingsmiddelen (zoals koeken en gesuikerde dranken).
In het laatste decennium is er echter een opvallend positieve trend zichtbaar, met in het eerste levensjaar vaker een dagelijkse consumptie van adequate melkvoeding en fruit, en minder dagelijkse consumptie van ongeschikte melkvoeding. Bij 2-jarigen is er ook een daling van de dagelijkse consumptie van koeken en van zoete dranken bij de warme maaltijd.
Tot slot blijkt uit de resultaten van de JOnG!-studie dat er grote verschillen bestaan in het voedingspatroon van jonge kinderen. De voornaamste determinanten van een voedingspatroon dat afwijkt van de leeftijdsspecifieke aanbevelingen zijn een lager opleidingsniveau en niet-Belgische herkomst van ouder(s).
Algemene aanbevelingen
Het is evident dat de huidige inspanningen op het vlak van de promotie van gezonde voeding bij jonge kinderen moeten voortgezet worden, en niet in het minst door correcte en herhaalde advisering van ouders (alsook gezinsvervangende contexten, zoals kinderopvang, grootouders…) bij elke gelegenheid waar de zorg en gezondheid van het jonge kind ter sprake komt (o.m. perinatale zorg binnen en buiten de kraamkliniek, raadplegingen en huisbezoeken van Kind en Gezin, huisarts en kinderarts).
Naast de huidige focus op de voedingsaanbevelingen voor het eerste levensjaar is er meer aandacht nodig voor de iets oudere leeftijdsgroep (gebaseerd op de vastgestelde voedingsfouten bij 2- en 3 jarigen).
Op basis van de JOnG-resultaten moet voor sommige onderdelen van de Vlaamse voedingsaanbevelingen aandacht gaan naar specifieke risicogroepen (o.a. laag opleidingsniveau en/of jonge leeftijd van moeder, ouders van niet-Belgische herkomst…).