Nieuwe richtlijnen voor de behandeling van hoge bloeddruk
nieuws
Op het congres van de European Society of Cardiology werden nieuwe richtlijnen voor de behandeling van hoge bloeddruk van de Europese vereniging voor cardiologie en de Europese vereniging voor hypertensie voorgesteld.
• De definitie van hypertensie blijft behouden, met name een bovendruk (de zogeheten systolische druk, gemeten op het moment dat het hart samentrekt en bloed pompt) van 140 mmHg of hoger en/of een onderdruk (de diastolische bloeddruk of minimale druk die optreedt als het hart zich weer ontspant en de druk op de vaatwanden afneemt) van 90 mmHg of hoger.
• De bloeddruk die best bereikt wordt bij behandeling van de hypertensie met geneesmiddelen (doelbloeddruk van de behandeling) werd wel aangepast.
Cardiologen gingen lange tijd uit van het principe ‘hoe lager de bloeddruk, hoe beter’. Vandaar werd voor patiënten met diabetes en patiënten met een hoog risico op hart- en vaatziekten in vorige richtlijnen voorgesteld om de bloeddruk te verlagen tot minder dan 130/80 mmHg. Uit onderzoek blijkt nu dat deze patiënten in feite geen baat hebben bij dergelijke lage bloeddrukken, vandaar dat de waarden aangepast werden. Het behalen van de 130/80 mmHg norm was voor hen trouwens meestal niet realistisch.
Op basis van de huidige wetenschappelijke gegevens werden daarom nieuwe streefdoelen voor patiënten met hypertensie vastgelegd:
• bij de meeste patiënten met hypertensie, zowel patiënten met laag risico als patiënten met hoog risico (o.a. diabetici, patiënten met chronisch nierlijden), bedraagt de streefwaarde voor de systolische bloeddruk < 140 mmHg bedraagt;
• Bij 80-plussers blijft de streefwaarde iets hoger (140 à 150 mmHg); bij kwetsbare ouderen dienen de streefwaarden individueel te worden bepaald, in functie van de tolerantie van de patiënt.
• Voor de diastolische bloeddruk bedraagt de streefwaarde < 90 mmHg, tenzij bij diabetici bij wie de streefwaarde < 85 mmHg bedraagt.
• Verder wordt aan patiënten met hypertensie aangeraden om thuis hun bloeddruk te meten omdat dit een accurater beeld geeft. Zo’n 30% van de patiënten die bij de dokter een te hoge bloeddruk hebben – onder andere omdat ze niet op hun gemak zijn - hebben thuis immers een normale bloeddruk. Er wordt aangeraden om met de huisarts de wenselijkheid van thuismeting te bespreken, en een toestel aan te schaffen met advies van huisarts en apotheker. Deze hebben lijsten ter beschikking van goedgekeurde en betrouwbare toestellen, gevalideerd volgens de normen van wetenschappelijke verenigingen voor hypertensie.
Deze patiënten moeten geen bloeddrukverlagende geneesmiddelen innemen maar moeten wel goed worden opgevolgd omdat ze kandidaat zijn om later échte hypertensie te ontwikkelen. Voor hen is een aangepast gezonde levensstijl vaak voldoende (vermageren, beperkt alcoholgebruik, zoutarme en vetarme voeding, veel groenten en fruit, fysieke activiteit (30 minuten per dag), niet roken).
De nieuwe richtlijn is beschikbaar via de website van de European Society of Cardiology: www.escardio.org/GUIDELINES-SURVEYS/ESC-GUIDELINES/Pages/arterial-hypertension.aspx