Bofuitbraak in studentenmilieu – raadgevingen voor studenten

nieuws Enkele weken voor de paasvakantie kregen een aantal studenten aan de Universiteit Gent bof of dikoor. Omdat studenten van verschillende universiteiten en hogescholen veel contact hebben met elkaar werden er zoals verwacht ook in andere provincies jongeren ziek.
Bofvaccinatie gebeurt in Vlaanderen al jaren met een combinatievaccin tegen mazelen, bof en rubella (MBR). Sedert 1995 zijn er twee aanbevolen vaccinatiemomenten tegen bof: op de leeftijd van één jaar (vroeger op 15 maanden, nu op 12 maanden) en in het vijfde leerjaar.

Als u medestudenten kent met bof raden we u aan om na te gaan of u de twee vaccins heeft gekregen.
• Als u geen twee vaccins gekregen heeft, raden we u aan om naar uw huisarts te gaan voor een inhaalvaccinatie tegen MBR. De huisartsen mogen hiervoor de door de Vlaamse overheid gratis aangeboden vaccins gebruiken.
• Ook als u niet weet hoeveel vaccins u gekregen heeft, of vermoedt dat u ze niet alle twee gekregen heeft, raden we u aan om een inhaalvaccinatie te laten toedienen.
• Als u twee vaccins gekregen heeft, bent u volledig gevaccineerd.

Wie ziek is, moet minstens 5 dagen thuisblijven om besmetting van andere personen zo veel mogelijk te vermijden.

Sinds het begin van de bofuitbraak in maart kreeg het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid meer dan 350 gevallen van bof gemeld. Het werkelijke aantal bofbesmettingen ligt ongetwijfeld hoger. De grote meerderheid van de meldingen kwam uit Oost-Vlaanderen, met de universiteit en hogescholen van Gent als kern. Ook uit de andere Vlaamse provincies kwamen meldingen van bof. Een 30-tal in West-Vlaanderen, een 30-tal in Antwerpen en een 15-tal in Vlaams-Brabant. Bij de gevallen uit Vlaams-Brabant waren er 6 studenten van de universiteit van Leuven, wat kan wijzen op besmetting na contact van de studenten uit Gent. Meestal ging het om jongvolwassenen tussen de 18 en 24 jaar.
De jongvolwassenen die besmet raakten, waren over het algemeen behoorlijk ziek. De meesten waren een week niet in staat te studeren of te werken. Er werden ook een aantal meer ernstige complicaties gemeld: 11 gevallen van ontsteking van de teelbal (orchitis), 2 gevallen van meningitis en 2 gevallen van ontsteking van de pancreas (pancreatitis). Er is ook 1 geval van ontsteking van de hartzak (pericarditis) gemeld, waarvoor ziekenhuisopname noodzakelijk was.

Uit de bevraging van het agentschap bleek dat het merendeel van de besmette jongvolwassenen in Oost-Vlaanderen volledig gevaccineerd was. Volledig gevaccineerd betekent 2 dosissen van het mazelen-bof-rubella-vaccin (MBR-vaccin). Dat zij toch besmet raakten, toont aan dat het bofvaccin niet bij iedereen aanslaat en niet altijd een blijvende bescherming biedt. Wie volledig gevaccineerd is en toch nog ziek wordt, zal over het algemeen de ziekte ook milder doormaken dan wie niet gevaccineerd werd.
Bovendien ligt bij de leeftijdsgroep van jonge twintigers de algemene vaccinatiegraad te laag om de circulatie van het virus te beletten. Minder dan 80% van deze leeftijdsgroep kreeg de 2 aanbevolen dosissen van het vaccin. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is een vaccinatiegraad van 90 à 92% nodig om de circulatie van bof te doorbreken. De combinatie van een te lage vaccinatiegraad met een verminderde werking van het vaccin maakt deze uitbraak mogelijk.
Onder studenten kan het virus zich ook nog eens gemakkelijk verspreiden omdat zij veel en dicht contact met elkaar hebben.

Uit analyse van speekselstalen door het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid (WIV) blijkt het om de bof van het “genotype G5” te gaan, een gekende variant die de voorbije jaren ook in Nederland is opgedoken. Het lijkt dan ook aannemelijk dat de bron van de Gentse uitbraak in Nederland ligt. Het virus is wellicht via contacten tussen Gentse en Nederlandse studenten verspreid geraakt.