Minder dan 1 procent jongeren heeft internetverslaving
nieuws
Belgische 9- tot 16-jarigen brengen gemiddeld 86 minuten per dag online door. Van een problematische internetverslaving is zelden sprake, maar anderzijds zijn jongeren niet zo digitaal vaardig als we soms denken. Dat blijkt uit onderzoek van het Instituut voor Mediastudies van de KU Leuven.
• Belgische kinderen gaan gemiddeld op 9-jarige leeftijd voor het eerst zelfstandig online. Vaak zijn ze niet in staat om hun veiligheid online te verhogen. Slechts 35% van 9- tot 12-jarigen weet hoe je ongewenste reclame of spam kan blokkeren en amper 38% kan de privacy-instellingen van een sociale netwerksite aanpassen. 13- tot 16-jarigen zijn al heel wat vaardiger: 74% van hen slaagt erin om deze twee taken succesvol uit te voeren.
• Jongeren krijgen onvermijdelijk te maken met online risico’s zoals seksueel getinte beelden of boodschappen, cyberpesten, online contact met onbekenden, enzovoort. De meesten zetten zich er vrij snel overheen. Kinderen die zich wel ongemakkelijk voelen bij wat ze meemaken op internet, zetten meestal de stap naar een vertrouwenspersoon. Kinderen met weinig zelfvertrouwen en psychologische problemen hebben sneller ongemakkelijke gevoelens en weten vaak ook niet hoe ze het probleem moeten aanpakken.
• De jongeren grijpen het vaakst in bij zogenaamde “contactrisico’s”, waarbij er sprake is van communicatie tussen internetgebruikers: ze verwijderen ongewenste berichten (43%) of blokkeren de afzender (46%). Ze lijken zich minder aan te trekken van “content-risico’s”, zoals pornografisch beeldmateriaal. 59% van de kinderen doet helemaal niets na het zien van ongewenst seksueel getint beeldmateriaal.
• De onderzoekers stelden vast dat 27% van de Belgische jongeren tussen 9 en 16 jaar soms hinder ondervindt van overmatig internetgebruik. Zij antwoordden bevestigend op minstens één van vijf vragen over de controle die ze hebben over hun internetgebruik. Bijvoorbeeld: lijden hun schoolwerk en sociale activiteiten eronder, slapen ze te weinig of slaan ze maaltijden over? Volgens de onderzoekers bezondigt deze groep zich af en toe aan overmatig internetgebruik, zonder dat het echt problematisch wordt. We spreken pas van een internetverslaving als het kind op álle vragen bevestigend antwoordt. Voor België gaat het om minder dan 1% van de kinderen.
De onderzoekers doen ook enkele aanbevelingen. Zo moeten kinderen al in de lagere school leren hoe ze veilig kunnen internetten. En initiatieven om ouders bewust te maken van de risico’s verdienen meer ondersteuning: afhankelijk van het type risico meent 40 tot 60% van de ouders onterecht dat hun kind er nog niet mee te maken heeft gehad.