Wat betekenen de nullen of cijfers op de verpakking van oesters?
dossier Met de jaarwisseling zal er weer menig oestertje verorberd worden. Zeeuwse, Franse, holle en platte … l’embarras du choix. De leeftijd en grootte van de oesters die je koopt, kan je aflezen van de verpakking.
Size matters
De holle oesters worden naargelang van hun grootte ingedeeld in zes categorieën, waarbij nul de grootste is en zes de kleinste. Die kleinste soort weegt maar 30 tot 45 gram en wordt niet verkocht en ook de vijf is niet courant. De nummers drie en vier zijn ideaal van grootte om ze rauw uit de schelp te eten: een aangename afmeting om op te slurpen, maar ook niet helemaal de mond vol. De categorieën één en twee worden vooral voor warme bereidingen gebruikt.
Bij Zeeuwse oesters worden die categorieën meestal aangeduid met Romeinse cijfers: 0 (meer dan 200 gram) tot en met IV (meer dan 80 gram).
Bij de Franse oesters zijn het Romeinse cijfers of de afkortingen TG (très grand 100 gram), G (grand 75 à 90 gram), M (medium 50 à 75 gram), P (petit meer dan 50 gram) die een indicatie van de grootte geven.
Bij de platte oesters worden geen cijfers maar nullen gebruikt en daar is het net omgekeerd: hoe meer nullen, hoe groter en duurder de oester. Zes nullen staan voor de grootste categorie, goed voor minimum van 150 g per stuk, de kleinste oesters krijgen één nul.
Bij Zeeuwse oesters wordt dat als volgt aangeduid: 1/0 (40 à 50 gram), 2/0 (50 à 60 gram), 3/0 (60 à 70 gram,) 4/0 (70 à 80 gram), 5/0 (80 à 90 gram), 6/0 (90 à 105 gram) en zelfs 6/0 super (120 gram).
Bij de Franse oesters staat het aantal nullen expliciet op de verpakking vermeld: 0 is 90 gram, 00 is 100 gram, 000 is 110 gram, 0000 is 120 gram, 00000 is 150 gram. Al wat kleiner is krijgt opnieuw een Romeins cijfer van 1 (70 gram) tot 4 (40 gram).
Bronnen: