Een kinderbril kiezen
nieuws
Bij het kopen van een kinderbril moet goed op een aantal aspecten worden gelet.
• Het belangrijkste en meest voor de hand liggende is dat het kind de bril zelf leuk vindt, want kinderen die hun bril niet leuk of ‘cool’ vinden, dragen de bril niet. Betrek kinderen vanaf de leeftijd van vijf of zes jaar daarom altijd bij de keuze van het montuur.
• Kies bij kinderbrillen altijd voor een glas van kunststof met een speciale hardlaag. Kunststof brillenglazen (bijvoorbeeld van polycarbonaat) zijn gemaakt van praktisch onbreekbaar, lichtgewicht materiaal. Kies bij voorkeur ontspiegelde glazen.
• Ook de bescherming tegen UV-straling is van belang, want die kan schadelijk zijn voor jonge kinderogen. Kinderogen zijn veel gevoeliger voor ultraviolet licht dan de ogen van volwassenen. Bij kinderen onder de twaalf jaar biedt het oog nauwelijks bescherming tegen UV-straling; de ooglens laat 75% van de UV-straling door. Volwassenen van 25 jaar en ouder beschikken over een beschermend filter dat nog maar 10% van de schadelijke straling doorlaat. Vandaar dat het van groot belang is dat voor kinderen wordt gekozen voor glazen met 100% UV-bescherming. Dit betekent overigens niet dat het kind een zonnebril op moet. Ook ‘gewone’ brillenglazen kunnen deze bescherming bieden.
• De bril mag niet op de neus of op de oren drukken. De bril moet goed aansluiten bij de vormen van het gezicht. Kinderen hebben vaak een ronder gezicht, een korter neusje en de oren liggen vaak wat hoger dan de ogen. Veerscharnieren zijn meestal aan te bevelen.
Het R.I.Z.I.V (Rijksdienst voor ziekte en invaliditeit) komt tussen voor kinderen tot 12 jaar, mits voorschrift van een oogarts voor een montuur gedeeltelijk (23,83 €) en voor glazen (kunststof glazen voorzien van een kraswerende laag) volledig. Deze tussenkomst is éénmalig tenzij voor kinderen
- met brilsterkte gelijk aan of hoger dan 8.25 dioptrie
- met brilsterkte tussen 4.25 en 8.00 dioptrie én jonger dan 7 jaar.
Voor deze laatsten worden zelfs verdunde en ontspiegelde glazen terugbetaald. Sinds enkele jaren geven de meeste ziekenfondsen bovendien een supplementaire - meestal forfaitaire en meerdere malen- vergoeding voor kinderen onder de 18 jaar. Raadpleeg je ziekenfonds om de juiste modaliteiten te kennen.