RSV-bronchiolitis gevaarlijk bij premature baby's
nieuws
Ouders van te vroeg geboren baby’s en kindjes met een onderliggende hart- of longaandoening kunnen best hun kinderarts of neonatoloog raadplegen voor meer informatie en advies om na te gaan of hun kind een verhoogd risico loopt op RSV-bronchiolitis en in aanmerking komt voor de preventieve toediening van antilichamen.
Het Respiratoir Syncytiaal virus (RSV) is een zeer besmettelijk verkoudheidsvirus verwant aan het griepvirus. Het RSV is net als griep seizoensgebonden: het komt vooral voor in de wintermaanden, van oktober tot maart, met een piek in december.
Het RSV is de belangrijkste oorzaak van luchtweginfecties bij jonge kinderen: Ongeveer 70% van alle kinderen wordt in het eerste levensjaar besmet met RSV, op de leeftijd van 2 jaar zijn bijna alle kinderen besmet geweest met RSV.
Een RSV-infectie kan ernstig zijn voor jonge kinderen, vooral dan verzwakte baby’s met een chronische ziekte en vroeg geboren baby’s, met minder goed ontwikkelde luchtwegen en een onrijp immuunsysteem. Het RSV kan namelijk ernstige ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken en evolueren tot een ernstige infectie van de lagere luchtwegen: bronchiolitis (een infectie van de kleinere, lagere luchtwegen) of longontsteking (pneumonie). Ongeveer 2% van de zuigelingen met een RSV-infectie moet opgenomen worden in het ziekenhuis. Bij ex-prematuren en heel jonge kinderen (minder dan 3 maanden oud) ligt dit nog veel hoger. Bij 10% hiervan is opname op intensieve zorgen noodzakelijk.
Passieve immunisatie
Bij kinderen die een groot risico op een ernstige RSV-infectie lopen (vooral prematuren en baby’s met ademhalingsproblemen) kan de kinderarts beslissen om maandelijks een preventieve intramusculaire injectie met een humaan antilichaam, Palivizumab (Synagis), toe te dienen om het risico op complicaties te verlagen.
Voor volgende risicopatiëntjes wordt deze behandeling gedeeltelijk terugbetaald:
• Prematuren van minder dan 28 weken zwangerschapsleeftijd die jonger zijn dan 12 maand bij het begin van het RSV-seizoen (begin oktober).
• Prematuren geboren tussen 28 en 35 weken zwangerschapsleeftijd die een beademing van minstens 48 uur nodig hebben, die in een NIC-centrum hebben verbleven en die jonger zijn dan 6 maand bij het begin van het RSV-seizoen.
• Kinderen lijdend aan chronische respiratoire insufficiëntie, ongeacht hun oorspronkelijke zwangerschapsleeftijd, die chronische zuurstoftherapie of beademing nodig hebben tijdens het RSV-seizoen, tot maximum 2 jaar postnataal.
• Kinderen jonger dan 2 jaar die lijden aan een aangeboren hartziekte (congenitale cardiopathie met hemodynamische weerslag), in afwachting van een hartoperatie, alsook in de maand na deze ingreep, en dit tijdens het RSV-seizoen, en die minstens aan één van de volgende criteria beantwoorden:
-Congestief hartfalen
-Zuurstofdesaturatie
-Pulmonale arteriële hypertensie.