Koemelk, geitenmelk, schapenmelk en paardenmelk...
dossier
Melk en zuivelproducten zijn voedzame voedingsmiddelen die een belangrijke bijdrage leveren tot een goede voeding.
Voedzaam wordt bij het grote publiek nogal eens verward met vetrijk. Dit is allerminst het geval voor halfvolle en magere melk die in het algemeen maar weinig vet bevatten en dus ook minder energie leveren maar wel rijk zijn aan essentiële voedingsstoffen.
De belangrijkste voedingscomponenten van koemelk zijn water (± 89 %), lactose of melksuiker (± 4,3 %), hoogwaardige eiwitten (± 3,6 %) (rijk aan essentiële aminozuren) en, naargelang de soort melk, vetten. Volle melk bevat ongeveer 3,5 g vet per 100 ml melk, halfvolle melk 1,5 à 1,8 g en magere melk maximaal 0,3g vet. Bovendien is koemelk een goede bron van mineralen vooral van calcium maar ook van fosfor, kalium en zink) en van vitaminen (vooral B2 en B12 en de vetoplosbare vitaminen A en D in halfvolle en volle melkproducten en kaas).
Lees ook: Het belang van calcium bij de preventie van osteoporose
Melk van andere diersoorten
Naast koemelk zijn er ook melk en melkproducten van andere zoogdieren op de markt, bijvoorbeeld geitenmelk, paardenmelk, schapenmelk en buffelmelk. Beide laatste worden voornamelijk tot kaas verwerkt en ook als dusdanig aangeboden.
De melksamenstelling is verschillend naargelang de diersoort (zie tabel).
Koemelk en geitenmelk hebben een vergelijkbare samenstelling. Terwijl er van koemelk zowel volle, halfvolle als magere te verkrijgen is, is van geitenmelk alleen de volle variant op de markt.
Koemelk is één van de belangrijkste bronnen van vitamine B12. De dagelijks aanbevolen hoeveelheid van 3 glazen of 450 ml koemelk kan in de vitamine B12- behoefte van 1,4 µg per dag voorzien.
Wie koemelk door geitenmelk vervangt krijgt beduidend minder vitamine B12 binnen en zal in zijn menu bijkomende bronnen van vitamine B12 moeten voorzien (vlees, vis, eieren).
Schapenmelk en buffelmelk bevatten meer vet, verzadigde vetzuren en eiwitten en dus ook meer calorieën. Er wordt vooral kaas van gemaakt. Buffelmelk is vooral bekend van de mozzarellakaas.
Paardenmelk bevat minder vet en eiwitten (in het bijzonder minder caseïne) maar meer lactose dan de andere melksoorten.
Het valt tevens op dat paardenmelk minder vitamine B2 bevat.
Gezonder dan koemelk?
Vooral aan geitenmelk en paardenmelk worden vaak heilzame eigenschappen toegeschreven. Zij zouden lichter verteerbaar en nuttig zijn in het geval van allergieën. Paardenmelk zou tevens een gunstige invloed hebben op de darmflora, de stofwisseling en de immuniteit en daarmee ook op de gezondheid in het algemeen. Goed wetenschappelijk onderzoek hierover ontbreekt echter nog.
In geval van een koemelkeiwitallergie zijn geiten- en paardenmelk geen goede alternatieven. Kinderen die allergisch zijn voor koemelkeiwitten kunnen ook allergisch reageren op melk van andere diersoorten (geit, paard, schaap). De eiwitstructuren in de melk van de verschillende diersoorten zijn immers vergelijkbaar.
De enige adequate behandeling is borstvoeding of een hydrolysaat.
Gewone melk van om het even welke diersoort is trouwens sowieso niet geschikt voor de leeftijd van 18 maanden, ook niet voor gezonde baby’s. Zij bevatten te veel eiwitten en mineralen wat een te hoge belasting voor de nog onrijpe nieren en verteringsorganen met zich kan meebrengen. Alleen moedermelk of een aangepaste zuigelingenvoeding is geschikt voor kinderen tot 18 maanden. Ten slotte wordt in bepaalde kringen aangeraden om paardenmelk rauw te gebruiken. Dit is zeker bij jonge kinderen absoluut ontoelaatbaar uit hygiëneoogpunt.
Lees ook: Aanbevelingen over voedingen voor zuigelingen van 0 tot 12 maand
Een plantaardig alternatief voor melk?
Het enige plantaardige alternatief dat melk kan vervangen is volgens de richtlijnen van de actieve voedingsdriehoek een calciumverrijkte sojadrank.
Verrijking met de vitaminen B2 en B12 is eveneens wenselijk. Soja bevat zoals melk hoogwaardige eiwitten maar is van nature arm aan calcium (11 mg per 100 ml) en vitamine B2 (0,01 mg per 100 ml).
Vitamine B12 komt alleen maar voor in dierlijke producten en ontbreekt dus volledig in niet-verrijkte sojadrinks. Allerhande dranken op basis van rijst, granen, amandelen of kokos kunnen een glas melk niet zonder meer vervangen, ook niet als ze verrijkt zijn met vitaminen en mineralen. Melkeiwitten hebben
een hoge biologische waarde. Zij zijn rijk aan essentiële aminozuren in een verhouding die dicht aanleunt bij deze van de eiwitten in ons lichaam. Plantaardige eiwitten, met uitzondering van de sojaeiwitten, hebben een lage biologische waarde. Zij missen bepaalde essentiële aminozuren. Wie dierlijke producten uitsluit, moet over de dag verschillende plantaardige eiwitbronnen combineren om in een voldoende aanbreng van essentiële aminozuren te kunnen voorzien. Gebeurt dit niet of onvoldoende, dan kunnen zich in het bijzonder bij kinderen groei- en ontwikkelingsstoornissen voordoen.