Hormonen tijdens menopauze geven jaren risico op kanker
nieuws
De kans op kanker door het nemen van hormonen tijdens de overgang blijft verhoogd, ook als vrouwen al drie jaar zijn gestopt. Het risico is het grootst voor borstkankers en longkankers. Na het stoppen met de hormonen verdwijnt wel de verhoogde kans op hart- en vaatziekten die wordt vastgesteld bij vrouwen die hormoonpillen (met oestrogenen en progestagenen) nemen.
Dat blijkt uit Amerikaans onderzoek onder ruim 16.000 vrouwen van 50 tot 80 jaar die meedoen aan het onderzoek naar overgangshormonen van het Women’s Health Initiative (WHI), gepubliceerd in Journal of the American Medical Association.
Het WHI-onderzoek werd in 2002 vroegtijdig gestopt, toen bleek dat veel meer vrouwen de nadelen dan de voordelen van hormoontherapie ondervonden. De vrouwen die hormonen slikten hadden meer hartziekten en borstkanker, maar minder botbreuken en darmkanker.
De WHI-onderzoekers vonden na drie jaar stoppen een iets grotere kans op overlijden en een 24 procent verhoogde kans op kanker (dit betekent 3 extra kankers per 1000 vrouwen die hormoonpillen nemen per jaar, in vergelijking met vrouwen die geen pillen namen). Het risico op borstkanker was drie jaar na het stoppen met de pillen nog altijd 27% hoger. Vooral de verhoogde kans op longkanker was opvallend. Daar is wel een verklaring voor, schrijven de onderzoekers, want sommige longkankercellen groeien sneller onder invloed van hormonen. Ook is vastgesteld dat vrouwen met longkanker een slechtere overlevingskans hebben dan mannen.