Gezonder oud worden door groene wijk

Ouderen die in een groene en goed onderhouden buurt wonen met voorzieningen om de hoek, bewegen meer dan ouderen die niet in zo’n buurt wonen. Meer dan de helft van de Nederlandse kwetsbare ouderen heeft nauwelijks lichamelijke inspanning. Zo blijkt uit onderzoek van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam.

Ongeveer tien procent van de 65-plussers is fysiek kwetsbaar. Zij bewegen weinig waardoor hun conditie, loopsnelheid en kracht afnemen. Om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen en vroegtijdige zorgkosten te vermijden, is het belangrijk te weten welke factoren op een positieve manier kunnen bijdragen aan de gezondheid van deze ouderen.

Uit onderzoek van de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg naar de rol van de nabije woonomgeving van ouderen blijkt dat een groene, goed onderhouden buurt hier positief invloed op kan hebben. Ook voorzieningen zoals winkels, een brievenbus en bushalte zorgen ervoor dat ouderen meer bewegen. Door meer te wandelen en fietsen, hebben zij minder last van functionele beperkingen in het dagelijks leven. Ze kunnen langer zelfstandig boodschappen doen, koken en reizen met het openbaar vervoer.

De resultaten zijn gebaseerd op vragenlijsten en buurtobservaties variërend van 400 tot 1600 meter in de nabije woonomgeving van deze ouderen.

Ouderen die in zo’n beweegvriendelijke buurt wonen, bewegen per dag bijna een kwartier meer dan ouderen die in een minder groene en beweegvriendelijke omgeving wonen. Dat is een aanzienlijk verschil, want meer dan de helft van de Nederlandse kwetsbare ouderen beweegt minder dan drie keer per maand op een lage intensiteit, dat is bijvoorbeeld wandelen of tuinieren. Terwijl de Nederlandse Norm Gezond Bewegen voor 55 plussers tenminste vijf dagen per week een half uur matig intensief bewegen voorschrijft.

Er zijn veel verschillende programma’s om mensen meer te laten bewegen. Bijna één op de tien mensen die wordt bereikt, gaat deelnemen. Van die deelnemers blijft 80 procent meedoen. Conclusie is dus dat mensen die eenmaal zijn begonnen met bewegen, heel loyaal zijn dit vol te houden. Dit kan voor gemeenten belangrijke informatie zijn, voordat zij dergelijke programma’s starten.