- dossierWaarom is de was binnen drogen ongezond?
- dossierBaarmoederhalskanker: symptomen, diagnose en behandeling
- dossierWat is RSV en waarom belanden zoveel baby's met RSV in het ziekenhuis?
- nieuwsWeinig bekend maar wijdverspreid: onze expert beschrijft HPV van A tot Z
- dossierKind naar kinderdagverblijf of crèche: 7 tips
Mond- en klauwzeer niet gevaarlijk voor de mens
nieuws
In Groot-Brittannië is enkele dagen geleden opnieuw mond- en klauwzeer opgedoken. Vroeger werden bij ons herkauwers en varkens systematisch ingeënt tegen deze gevreesde ziekte, maar sinds 10 jaar werd de vaccinatie bij ons stopgezet omdat de ziekte niet meer voorkwam. De gevallen in Engeland zijn de eerste in twintig jaar. De laatste gevallen in Europa werden in 1993 in Italië en 1994 in Griekenland gesignaleerd. Vorig jaar zou er in Griekenland opnieuw een besmettingshaard zijn geweest. In de voormalige Sovjet Unie, het Midden-Oosten, Asië, Afrika en sommige delen van Zuid-Amerika komt de ziekte nog geregeld voor.
Mond- en klauwzeer is een ernstige en zeer pijnlijke ziekte. De dieren hebben hoge koorts, ze hebben met vocht gevulde blaren in de mond (waardoor ze overvloedig speeksel verliezen) en op de hoeven (waardoor ze manken). Bij melkkoeien ontstaan vaak blaren op de spenen en de uiers waardoor ze moeilijk kunnen worden gemolken en uierontstekingen ontstaan. Vooral bij jonge dieren is de ziekte dodelijk.
Mond- en klauwzeer is een uiterst besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door virussen van de familie van de Picornavirussen. Alleen dieren met gespleten hoeven (koeien, varkens, geiten, schapen, herten…) kunnen door het virus worden besmet. Paarden worden er niet door aangetast. In geval van besmetting worden alle dieren die in contact zijn geweest met besmette dieren, geslacht en worden getroffen bedrijven volledig geïsoleerd.
Het virus wordt verspreid via de lucht, vocht van besmette dieren (bv. in mest), maar ook door stof, via auto's die van besmette bedrijven komen, via kleren van mensen die een besmet bedrijf hebben bezocht, enz. Lucht uit stallen waar besmette dieren zitten, kan tot 60 à 70 km ver andere dieren besmetten.
Bijkomend probleem is dat de besmette dieren tien dagen voor de eerste symptomen optreden besmettelijk zijn en de ziekte kunnen overbrengen op andere dieren. Runderen die herstellen van de ziekte kunnen tot 1 jaar na de feiten drager blijven van het virus en dus ook het virus overbrengen, zonder dat zijzelf nog enig symptoom vertonen. De ziekte kan ook overgedragen worden door het voederen van besmette dierlijke producten (vleesafval, melk…).
Mensen worden slechts uitzonderlijk besmet door omgang met besmette dieren. Het eten van besmet vlees veroorzaakt bij de mens geen besmetting. Er zijn wel gevallen bekend van lokale besmetting aan de mond van mensen door het drinken van besmette melk. Het effect van de ziekte bij de mens is niet ernstig en van voorbijgaande aard.
Bij de mens bestaat wel een vorm van huiduitslag die enigszins gelijkt op mond- en klauwzeer, maar die meestal wordt veroorzaakt door een totaal ander Coxsackievirus.