Inwendige oogontsteking (uveïtis)
dossier
Uveïtis is een ontsteking van het vaatvlies in het oog (uvea). Alle vormen van uveïtis kunnen leiden tot een tijdelijke of blijvende vermindering van het gezichtsvermogen.
Het vaatvlies (uvea) is het vlies dat de bloedvaten van het inwendige oog bevat.
Het is het middelste laagje van het oog en ligt tussen het netvlies (retina) en de harde oogrok (sclera) in. Bij een uveitis zijn de aangrenzende lagen, zoals netvlies (retina) en harde oogrok (sclera), meestal ook betrokken bij de ontsteking.
Klachten
Een uveïtis kan plotseling (acuut) beginnen of langzaam ontstaan (chronisch). Het kan eenmalig optreden zonder blijvende gevolgen, maar ook langdurig aanwezig zijn met afwisselend rustige perioden en perioden waarin het ontstekingsproces toeneemt.
• Een vermindering van het gezichtsvermogen van één of beide ogen. Men ziet wazig, heeft last van zwarte vlekjes of slierten in het beeld.
• Last van licht (fotofobie).
• Een pijnlijk, rood oog.
Sommige kinderen met jeugdreuma hebben uveitis zonder verschijnselen.
Oorzaken
De oorzaak van uveitis is vaak onbekend. In ongeveer 40% van de gevallen gaat het gepaard met andere lichamelijke afwijkingen.
Een infectie
Infecties vormen ongeveer 20-30% van alle inwendige oogontstekingen. De meest frequente oorzaak is een toxoplasmose infectie (kattenziekte), gevolgd door herpes/varicella zoster infectie.
Andere infecties die een uveïtis kunnen veroozaken:
- bacterie: tuberculose, syphilis, tekenbeet (Lyme), kattekrabziekte (Bartonella), lepra
- virus: cytomegalie virus (CMV), HIV, rubella
- parasiet / worm: onchocerciasis (rivierziekte), toxocariasis.
Immunologische afwijking (afweersysteem)
De meeste inwendige ontstekingen treden op zonder tekenen van een actieve infectie.
Voorbeelden zijn:
- reumatische aandoeningen (Bechterew, Reiter).
Bij ongeveer de helft van de kinderen met uveïtis is er tevens sprake van jeugdreuma (JRA of juveniele reumatoide artritis).
- sommige darmziekten (colitis ulcerosa, ziekte van Crohn),
- psoriasis,
- sarcoidose (long- en gewrichtsontsteking),
- Bindweefselziekten (SLE, polyarteritis nodosa).
Traumatisch (schade van buitenaf)
Zowel een chirurgisch trauma (na een oogoperatie) als een niet-chirurgisch trauma (ongeval, vreemd voorwerp in het oog).
Drie vormen
Uveitis wordt meestal ingedeeld in drie vormen, afhankelijk van de plaats in het oog waar de ontsteking het hevigst is:
Aan de voorkant (uveitis anterior)
Hierbij is het regenboogvlies (iris) ontstoken. De aandoening wordt dan ook wel iritis genoemd. Soms is tevens het straalvormig lichaam (corpus ciliare) aangedaan, dan spreekt men van een iridocyclitis. Dit is de meest voorkomende vorm (80-90%).
In het midden (uveitis intermedia)
Dit is het inwendige deel van het oog ter hoogte van de aanhechting van de oogspier. Vaak is het glasvocht dan ook ontstoken. Deze vorm is vaak dubbelzijdig, en komt meestal voor tussen het 20e - 40e levensjaar. Vaak hebben patiënten aanvankelijk weinig klachten, bestaande uit wazig zien, troebelingen / vlekken zonder pijn.
Aan de achterkant (uveitis posterior)
Dit is een ontsteking van het achterste deel van de uvea (choroidea) en/of netvlies (retina).
Soms is het onderscheid niet goed mogelijk, of er kan ook sprake zijn van een ontsteking in het hele oog (panuveitis).
Deze indeling is van belang, omdat de verschillende vormen van uveitis een verschillend beloop hebben en anders behandeld worden.
Is uveïtis ernstig?
Alle vormen van uveïtis kunnen leiden tot een tijdelijke of blijvende vermindering van het gezichtsvermogen.
De ontsteking kan verschillende delen van het oog beschadigen. Bekende problemen zijn: hoornvlies-afwijkingen, staar (cataract), verhoogde oogboldruk (glaucoom) en netvliesschade.
Hoe wordt uveïtis vastgesteld (Diagnose)?
Met een normaal oogheelkundig onderzoek kan de oogarts vaststellen of er sprake is van uveitis. Bij dit onderzoek worden de pupillen met oogdruppels verwijd.
Het is vaak niet mogelijk bij dit eerste onderzoek vast te stellen wat de oorzaak is. Daarvoor is verder onderzoek nodig.
Dit onderzoek kan bestaan uit bloedonderzoek en röntgenfoto’s. Soms wordt ook oogvocht onderzocht. Dit wordt onder plaatselijke verdoving met een kleine naald uit het oog gehaald.
Behandeling
De behandeling is vooral gericht op genezen van de ontsteking en op het voorkómen van schade aan het kwetsbare netvlies. Deze schade is vaak onherstelbaar. Wanneer de oorzaak van uveitis bekend is, kan een doelgerichte therapie worden voorgeschreven.
Ontstekingsremmers (Corticosteroiden)
Deze middelen worden bij niet-infectieuze ontstekingen gebruikt. Ze worden meestal in druppelvorm voorgeschreven (bijv. FML, dexamethason, Vexol of Pred forte). Bij ernstigere gevallen kunnen corticosteroiden op een andere wijze worden toegediend, bv. tabletten, injecties naast of in het oog.
De meest voorkomende bijwerkingen van corticosteroiden zijn:
- Verhoging van de oogboldruk;
- staar (bij langdurig gebruik);
Pupilverwijdende oogdruppels
Deze voorkomen verkleving van de pupil met de lens en verlichten de pijn.
Voorbeelden van deze druppels zijn: atropine, homatropine, tropicamide of fenylefrine.
Een hinderlijke bijwerking van pupilverwijdende druppels kan zijn dat het dichtbij zien wordt bemoeilijkt.
Immuunonderdrukkende geneesmiddelen
In ernstige gevallen van uveïtis zijn zwaardere medicijnen nodig, immunosupressiva genoemd. Voorbeelden hiervan zijn cyclofosfamide, chloorambucil, methrotrexaat, cyclosporine en remicade.
Oogoperatie
In ernstige gevallen is het soms nodig een inwendige oogoperatie te verrichten
Lees ook: Rood oog: oorzaken en behandeling van een oogontsteking (conjunctivitis)