Dwangstoornissen of obsessieve-compulsieve stoornissen (OCD)
dossier
Lees ook: Perinatale en postnatale OCS: dwanghandelingen of duistere gedachten die steeds terugkeren
OCD is een angststoornis
Symptomen
- Gedachten aan besmetting (smetvrees): men zal iets oplopen door contact met viezigheid, urine, ontlasting, bacterieën, aids, vergif enzovoort; handelingen: zich veelvuldig wassen (wasdwang), poetsen (poetsdwang), naar de dokter gaan ter geruststelling, het lichaam controleren op verschijnselen.
- Gedachten aan niet netjes, precies of goed genoeg de dingen doen, niet perfect zijn;
- Handelingen: handeling herhalen tot het goed is, tellen, alles steeds maar rechtzetten, steeds preciezer worden. Hierbij wordt vaak dwangmatige traagheid gezien, dat wil zeggen dat men eindeloos over iets doet, zoals zich wassen of scheren;
- Gedachten aan per ongeluk iets fout, verkeerd of gevaarlijks doen, bij voorbeeld door de deur niet te sluiten, de kachel niet uit te doen of een apparaat aan te laten, waardoor kortsluiting zou kunnen ontstaan;
- veelvuldig wassen (wasdwang) of schoonmaken (poetsdwang)
- alles recht zetten, tellen (teldwang)
- herhaaldelijk controleren (controledwang)
Een ander belangrijk verschijnsel is vermijding van voorwerpen en/of situaties die de dwanggedachten kunnen oproepen. Maar, het kan gebeuren dat men het gevreesde - het onderwerp van de dwanggedachten - eenvoudigweg niet kan vermijden. Bijvoorbeeld bij vrees voor besmetting zal men na het wassen van de handen de kraan moeten aanraken die anderen ook hebben aangeraakt. In de ergste vorm kan de dwangstoornis leiden tot een eindeloze cirkel van rituele gedachten of handelingen, waarvan de patiënt niet meer begrijpt waarom het gaat.
Oorzaken
Lees ook: EMDR: therapie voor verwerking van trauma
Behandeling
- Medicatie: Bij de behandeling van een dwangstoornis wordt meestal gestart met selectieve serotonine-heropnameremmers ("Selective Serotonin Reuptake Inhibitors" of SSRI's). Bij onvoldoende respons kan een andere SSRI gekozen worden of clomipramine. Soms wordt (tijdelijk) een benzodiazepine voorgeschreven tegen de angst. Gemiddeld reageert 50% van de patiënten op de medicatie. Het maximale effect wordt meestal pas na drie maanden bereikt. Ongeveer 20% van de patiënten die in eerste instantie niet of onvoldoende reageren op één SSRI, heeft alsnog effect van een tweede SSRI. Een groot deel van de patiënten heeft een terugval als de medicatie wordt gestaakt, medicatie is minder effectief als de patiënt deze opnieuw gaat gebruiken.
- Psychotherapie: Aangezien cognities (gedachten) vermoedelijk een belangrijke rol spelen in het onderhouden van dwanghandelingen, lijkt cognitieve therapie bij uitstek geschikt bij de behandeling van dwangstoornissen. CT richt zich op fouten in het denkproces zelf. Zoals fouten in perceptie, verkeerde conclusies trekken, zwart-witdenken etc. De patiënt wordt uitgedaagd zijn ideeën in de praktijk op realiteit te onderzoeken. Bijvoorbeeld bij schoonmaakdwang de niet-realistische gedachten over de mogelijkheid van besmetting en bij controledwang de niet-realistische gedachten dat een ongeluk kan gebeuren. Gedragstherapie richt zich vrijwel steeds op het dwanggedrag zelf door responspreventie ( verhinderen van het uitvoeren van de dwanghandeling) en het ondergaan van de angstwekkende situatie. Herhaling van deze procedure leidt na enige tijd tot uitdoving van de angst.
Lees ook: Vormen van psychotherapie: wat is cognitieve gedragstherapie?
Bronnen:
https://www.nimh.nih.gov
https://www.nhs.uk
https://iocdf.org