Vlaming wil wel gezonder eten en meer bewegen, maar zit nog te veel

Twee op drie Vlamingen wil gezonder of minder gaan eten. Bijna drie op vier Vlamingen wil meer bewegen of minder lang stilzitten. De intenties zijn er, maar vooralsnog slagen we er niet in ze te realiseren.

Er gaapt een grote kloof tussen wat men wil en wat men effectief doet: de Vlaming zegt meer te willen bewegen, maar hij/zij brengt nog te veel uren al zittend door, meestal achter een scherm. Dat blijkt uit een enquête die het Vlaams Instituut Gezond Leven afnam bij 500 Vlamingen, exact één jaar na de lancering van de vernieuwde voedingsdriehoek.

Belangrijkste motivatie om gezonder te eten is de gezondheid verbeteren of langer gezond blijven (62 procent). Ook gewicht is met 33 procent een belangrijke stimulans om gezonder te eten. Dertien procent geeft aan meer te willen bewegen om zijn of haar gezondheidsproblemen te verbeteren, 14 procent hoopt er meer energie door te krijgen, 11 procent rekent op minder stress.

Eenenzeventig procent van de respondenten zou graag minder zoete tussendoortjes en ongezonde snacks eten, 65 procent minder fastfood en 61 procent wil minder gesuikerde frisdranken drinken. 41 procent stelt ook minder vlees te willen eten.

Minder ongezond eten gaat voor veel respondenten hand in hand met meer gezond: 70 procent wil ook meer groenten en fruit eten, 60 procent wil meer water drinken. Desondanks stelt ook 50 procent van alle deelnemers dat ze hun vleesconsumptie niet zullen verminderen.

Vierenzeventig procent van de deelnemers gaf aan meer te willen bewegen of minder lang te willen stilzitten. In de vragen rond zittijden per dag gaven de respondenten aan gemiddeld negen tot tien uur per dag stil te zitten, vooral tijdens het werk en ‘s avonds achter een scherm. Dat is veel. Meer dan acht uur per dag stilzitten beschouwen wetenschappers als schadelijk voor de gezondheid en het remt de levensverwachting.

Op werkdagen zitten mensen (thuis) gemiddeld bijna drie uur per dag voor de televisie en meer dan 2,5 uur achter een computerscherm. Dat komt bovenop de drie à vier uur zittijd tijdens de werkuren. Op niet-werkdagen liggen die cijfers nog hoger. Op de vraag wat mensen veranderden aan hun zitgedrag, antwoordde 31 procent dat ze minder tijd zittend voor een scherm doorbrachten.