nieuws
Screening van jonge atleten op verborgen hartafwijkingen om zo plotselinge hartdood te voorkomen heeft meer nadelen dan voordelen en redt geen levens. Dat schrijven Belgische onderzoekers van het KCE in The BMJ op basis van een uitgebreid literatuuronderzoek.
De geschatte incidentie is 1 geval van plotselinge hartdood op 100.000 jonge (ruwweg tussen de 12 en 35 jaar) atleten. De meeste zijn mannen.
De American Heart Association beveelt aan bij deze sporters altijd de familiegeschiedenis uit te vragen en lichamelijk onderzoek te doen. De European Society of Cardiology adviseert het maken van een ecg. Maar de Belgische onderzoekers wijzen erop dat uit onderzoek onder 115 sterfgevallen – al deze atleten waren gescreend – bleek dat slechts bij vier van hen een hartziekte werd vermoed en dat een abnormaliteit slechts in één geval was vastgesteld.
Afgaan op de symptomen heeft weinig zin, aldus de onderzoekers. De meeste mensen met een hartziekte zijn namelijk asymptomatisch. En als er wel symptomen zijn, dan zijn ze vaak aspecifiek, denk aan: duizeligheid, flauwvallen of hartkloppingen, en worden ze niet zelden veroorzaakt door goedaardige condities. Bovendien vertonen goed getrainde atleten vaak een electrocardiogram (ecg) dat in sommige opzichten lijkt op dat van iemand met een hartziekte.
Volgens de onderzoekers zal screening van een miljoen jonge atleten 50.000 tot 300.000 individuen opleveren met een hartziekte die mogelijk leidt tot plotselinge hartdood. Al deze mensen zullen verder onderzoek ondergaan. In het gunstigste scenario – de gebruikte tests hebben een sensitiviteit van 1,0 en een specificiteit van 0,99 – voorzien ze dat uiteindelijk 5200 atleten in spe de rest van hun leven met een potentieel dodelijke diagnose zitten opgescheept, en dus het advies zullen krijgen af te zien van verdere sportbeoefening. In een veelgeciteerd onderzoek, uitgevoerd in Italië, waar screening verplicht is, kreeg maar liefst 2 procent – dus 20.000 op een miljoen individuen – deze aanbeveling.
Het Italiaans onderzoek zou laten zien dat screening zin heeft: 90 procent minder gevallen van plotselinge hartdood sinds 1976, of een afname van 3,6/100.000 persoonsjaren in 1979 naar 0,4/100.000 persoonsjaren in 2004. Maar de Belgische onderzoekers hebben vragen bij het hoge aantal gevallen van plotselinge hartdood in de regio Veneto, waar het onderzoek werd uitgevoerd. Ze willen daarom graag de ruwe data. Volgens The BMJ weigert studieleider Domenico Corrado daarmee op de proppen te komen. De Italiaan heeft wel laten weten dat hij en zijn team nieuwe data over sterfgevallen onder atleten hebben verzameld en houdt vol dat daaruit blijkt dat screening van jonge sporters wel degelijk levensreddend is.
Lees ook: Moeten jonge sporters gescreend worden op hartafwijkingen?
http://www.bmj.com/content/353/bmj.i1156
 |
 |
