Effect van stress genetisch bepaald
nieuws
Vier op de tien Nederlanders zijn door een variatie in hun genen gevoeliger voor stress, waardoor zij sneller neigen naar overgewicht en depressie. Tien procent beschikt juist over een variant die hen minder gevoelig maakt voor stress. Deze groep leeft daardoor gezonder, langer en wordt niet dement. Dit blijkt uit onderzoek aan de Erasmusuniversiteit Rotterdam.
Als reactie op lichamelijke of psychische stress, maakt het menselijk lichaam stresshormonen aan. Van Rossum, werkzaam bij de afdeling Interne Geneeskunde van het Erasmus MC in Rotterdam, ontdekte dat variaties in een specifiek gen ervoor zorgen dat individuen meer of minder gevoelig zijn voor het schadelijke effect van die stresshormonen op lichaam en geest. Zo zorgt de genvariant BcII voor een verhoogde gevoeligheid. Dit leidt tot een ongunstige lichaamssamenstelling, zoals meer vet en minder spiermassa. Deze variant komt bij circa 40% van de bevolking voor. Een andere genvariant (N363S) heeft hetzelfde effect, maar komt slechts bij 6% van de bevolking voor. De combinatie van deze twee genvarianten leidt ook nog eens tot een hogere bloeddruk en een hoog cholesterolgehalte.
Daarnaast ontdekte Van Rossum een genvariant (ER22/23EK) die mensen juist relatief ongevoelig maakt voor stress. Deze variant komt voor bij zo’n 10% van de bevolking. Deze mensen hebben een gezondere stofwisseling, zoals een betere gevoeligheid voor insuline, een lager cholesterol en minder eiwit in hun bloed dat de mate van aderverkalking aangeeft. Dit leidt tot een aanzienlijk kleinere kans op het ontwikkelen van suikerziekte of hart- en vaatziekten.
Volgens Van Rossum dragen deze genvarianten bij aan de verschillen binnen de bevolking in erfelijke aanleg tot overgewicht, lichaamssamenstelling, risicofactoren voor hart- en vaatziekten en risico op dementie en depressie.