Gerelateerde artikels
Hoe help je kinderen bij de omschakeling naar het winteruur?
dossier
In de nacht van zaterdag op zondag gaat de wintertijd in: je moet de klok één uur achteruit zetten. Dat betekent dus dat je één uur extra kan slapen. Maar ook dat het voortaan 's morgens één uur vroeger licht wordt, terwijl het 's avonds één uur sneller donker is.
Lees ook: Wat als je kindje na school in slaap valt?
Lees ook: Winteruur: (wanneer) wordt de uurverandering nu afgeschaft?
Terugzetten van de klok vraagt om enige aanpassing van ons slaapritme. Dat lukt meestal goed als je het normale dag-/nachtritme aanhoudt. Met de ingang van de wintertijd komt de menselijke biologische klok namelijk terug in het normale ritme. Bij de overgang van zomer- naar wintertijd duurt de dag eenmalig 25 uur. Dat ligt dichter bij ons natuurlijke ritme. Dankzij de wintertijd zouden de meeste mensen ook beter slapen of zich althans beter uitgeslapen voelen, vooral tijdens de eerste dagen.
Maar voor sommige mensen, en zeker voor kleine kinderen, kan de aanpassing aan de wintertijd enkele dagen duren. Het kind is ’s avonds al moe, maar het is nog geen bedtijd. De kans bestaat dan zelfs dat je kind over zijn slaap heen is als het wel bedtijd is. ’s Ochtends kan je kind dan weer voor dag en dauw wakker zijn.
Lees ook: Wat als je kind te vroeg wakker wordt?
Tips om je kind te helpen bij de omschakeling naar het winteruur
- Een aantal dagen voordat de klok wordt verzet, kan je het moment van bedtijd iedere dag een kwartier later maken. Hiermee voorkom je dat je kind in één keer aan het uur tijdsverschil moet wennen.
- Je kan het uur van het avondeten elke dag mee opschuiven.
- Houd je aan het gewone avondritueel. Doe dus de dezelfde dingen als andere avonden om je kind te laten slapen, maar begin er iets vroeger mee.
- Daarnaast kan je de tijd van dutjes overdag ook alvast wat aanpassen.
- Vertel je kind hoe flink het is als het rustig in zijn bed blijft.
Lees ook: Slaapcoach Nathalie over dutjes: waar, hoeveel en hoelang?
|
Neem ook je voorzorgen als je kinderen ’s morgens in het donker naar school vertrekken. Als ze met de fiets gaan, moeten ze zeker licht hebben. Als ze te voet gaan, kan je ze eventueel een fluorescerend vestje aantrekken. Bij het oversteken is het extra opletten geblazen. |
Bron:
www.kindengezin.be
auteur:
Sofie Van Rossom,
gezondheidsjournalist
