Een veilige kinderstoel

nieuws Een kinderstoel dient om kinderen tot de leeftijd van 3 jaar rechtop te laten zitten, eten of spelen aan een gewone tafel.
De markering ENV 1178 op de kinderstoel betekent dat hij voldoet aan de Europese norm.
• De stoel staat stabiel. Hij blijft altijd op alle steunpunten staan.
• Het hout is vrij van insecten en is niet beschadigd. Het metaal is roestvrij.
• De verf is krasvast, gif- en loodvrij.
• Je kan de kinderstoel meermalen monteren en demonteren. Daarom is hij voorzien van voorgeboorde gaten met pluggen.
• Scherpe hoeken, randen en punten zijn afgerond of bedekt.
• Er is een tussenbeenriempje tussen de zitting en de tafel van minimaal 2 cm breed. Het belet je kind uit de stoel te glijden. De plaats waar het veiligheidsriempje is vastgemaakt, mag niet stuk zijn.
• Bij modellen met veiligheidsgordel zit het vasthechtingspunt maximaal 7,5 cm boven de zitting van de kinderstoel.
• De afstand tussen de zitting en het hoogste punt van de rugleuning bedraagt minstens 16 cm . Anders bestaat het gevaar dat je kind uit de stoel valt.
• De stoel is voorzien van armleuningen. Anders kan je kind uit de stoel vallen.
• Schaf een model aan dat je niet kan opvouwen. Anders kan je kind gekneld raken wanneer je het verplaatst.
• Gaten hebben een diameter van maximaal 0,7 cm en zijn niet dieper dan 1 cm. Gleuven zijn tussen 1,2 en 2,5 cm groot of zijn kleiner dan 0,7 cm. Anders kan je kind gekneld raken met zijn vingers.
• Pas je de rugleuning aan, zorg er dan voor dat de hoek gevormd door de zitting en de rugleuning niet kleiner wordt.
Veiligheidsriempjes zijn minstens 1,5 cm breed. Ze zijn zo ontworpen dat lusvorming onmogelijk is. Anders bestaat er gevaar voor verstikking.
• Schroeven zijn niet bedekt met plastic dopjes die je kind kan lospeuteren. Kleine onderdelen kunnen niet losgemaakt worden met vingers of tanden. Anders bestaat het gevaar dat je kind ze inslikt en stikt.
• Alleen volwassenen kunnen de sluitingen blokkeren en deblokkeren. Anders kan je kind zelf de stoel openen en vallen.
• Blijf altijd in de buurt wanneer je kind in de stoel zit.
Gebruik altijd veiligheidsriempjes , ook als ze niet bij de stoel geleverd worden. Maak er een gewoonte van je kind altijd vast te gespen. Anders bestaat het gevaar dat je kind valt.
• Zet je kind pas in een kinderstoel wanneer het alleen rechtop kan zitten. Gebruik geen kussens om kleinere kinderen in de stoel te zetten.
• Laat andere kinderen nooit alleen spelen in de buurt van een kinderstoel wanneer je kind erin zit.