Knieblessures: de ziekte van Osgood Schlatter
dossier
Wat is Osgood Schlatter?
De ziekte van Osgoed-Schlatter is een blessure van de knie die in 1903 door twee artsen, Dr. Robert Osgood en Dr. Carl Schlatter, is beschreven. Boven op het scheenbeen (tibia) net onder de knieschijf (patella) zit een "heuveltje" (Tuberositas Tibia). Op die plek zit de bovenbeenspier vast op het bot. Bij Osgood Schlatter is die plek, vlak onder de knie, geïrriteerd. Osgood-Schlatter is een van de meest voorkomende oorzaken van knieklachten bij kinderen tussen de 11 en 16 jaar oud.
Jongens hebben vaker Osgood-Schlatter dan meisjes. Maar omdat meisjes tegenwoordig meer sporten en ook langer worden dan vroeger neemt hun Osgood-Schlatter aantal toe.
Wat is de oorzaak?
De plek waar de bovenbeenspier aan het bot vastzit is overbelast en geïrriteerd. De bovenbeenspier gebruik je bij het strekken van de knie, bijvoorbeeld om een bal te schoppen. Dit veroorzaakt de pijn en zwelling. Die overbelasting kan ontstaan wanneer een snel groeiend kind veel aan sport doet. De blessure heeft te maken met de groei. Kraakbeen van de groeikern van de tuberositas tibiae (de knobbel net onder de knie) kan minder belasting verdragen dan bot. Zodra de groeikern dicht is en al het kraakbeen is omgezet in bot, zullen de klachten definitief verdwenen zijn.
Wat zijn de klachten?
De klachten kunnen zowel plotseling als geleidelijk ontstaan en zijn vaak wisselend aanwezig.
• Pijn vlak onder de knie, meestal aan één been, soms aan beide. Het doet vooral pijn tijdens of na het sporten.
• Drukpijn en soms pijn bij het strekken van de knie
• Soms is het botheuveltje waar de bovenbeenspier aan vastzit verdikt en voelt het warm aan.
Welke sporten zijn risicovol?
Alle sporten waarbij gerend, gesprongen en geknield wordt. Dit zijn sporten waarbij de spieren aan de voorzijde van het bovenbeen veel kracht, via de knieschijf, op de aanhechting uitoefenen. Door het buigen wordt de kracht nog groter. Fietsen, traplopen, starten, stoppen, sprinten, springen, diepe kniebuigingen en het op de knieën zitten zijn meestal pijnlijk. Bij tennissen treden de klachten vooral op bij lage volleys, links-rechtsoefeningen en serveren.
Wat kan je eraan doen?
Osgood-Schlatter gaat, ook als je niets doet, vanzelf over eens de groei voorbij is.
• Als je na het sporten veel last hebt, dan kun je tijdelijk wat ijs (of een ice-pack) tegen het botheuveltje aanhouden om de pijn te verzachten. Wikkel het ijs in een theedoek om de huid tegen bevriezing te beschermen.
• Als de pijn tijdens of na het sporten duidelijk erger wordt, dan moet je de knie minder belasten.
• Als je veel pijn hebt, kan het helpen gedurende één tot drie maanden minder aan de sport te doen die de pijn uitlokt of de training aan te passen. Vooral sprint- en sprongoefeningen moeten geschrapt worden. Ga eventueel voorlopig op zoek naar andere sporten die minder pijn veroorzaken, bijvoorbeeld zwemmen of fietsen. Forceer jezelf niet, ga niet door met sporten als je pijn hebt. Het is wel goed om voorzichtig in beweging te blijven. Als de klachten zijn verminderd, kun je geleidelijk weer meer gaan sporten.
• Gebruik tijdens het sporten eventueel een patellapeesbandje of brace. Hierdoor wordt de (punt)belasting op de aanhechting aan de tuberositas tibiae van de kniepees over een groter gebied verspreid, waardoor de belastbaarheid van de knie toeneemt.
• Bij het naar school gaan liefst een fiets met versnelling nemen. Zet de fiets in de lichtste versnelling en gebruik een hoge trapfrequentie. Dit geeft de minste belasting van de knieën.
• Vermijd lang met opgetrokken knieën zitten en lang in dezelfde houding zitten.