Postpoliosyndroom: symptomen en behandeling
dossier
Lees ook: Polio (kinderverlamming): symptomen en vaccinatie
Polio en herstel

© Getty Images
- Lichte, griepachtige klachten zoals koorts, misselijkheid en diarree
- Aantasting van de hersenvliezen en het ruggenmerg, met hoofdpijn, nekpijn en rugpijn
- Verlammingsverschijnselen door beschadiging van motorische zenuwcellen in het ruggenmerg
Lees ook: Vaccinatie tegen polio: voor wie?
Postpoliosyndroom: symptomen
- Ongewone en snelle vermoeidheid: veel sneller dan voorheen kunnen bepaalde activiteiten niet meer volgehouden worden. Sommigen hebben last van algehele zwakte terwijl andere patiënten last hebben van toegenomen spier- vermoeibaarheid en zwakte door lichamelijke inspanning. De moeheid kan zo ernstig zijn dat wordt geklaagd over concentratiestoornissen en verminderde geheugenfuncties.
- Vermindering van spierkracht, soms ook in voorheen normaal functionerende spieren.
- Verminderd uithoudingsvermogen.
- Pijn in spieren en/of gewrichten, meestal in de nek of laag in de rug.
- De spieren worden dunner: horlogebandje moet strakker aangespannen worden, kleren passen niet meer).
- Krampen, vooral na inspanning.
- Trillingen (fasciculaties) in de spieren, alsof er mieren onder uw huid lopen of wormpjes bewegen, vaak bij rust na geleverde arbeid.
- Kortademigheid, vooral ’s nachts.
- Slaapstoornissen: onrustig slapen, veel dromen, ’s ochtends hoofdpijn… kunnen duiden op zuurstoftekort. Longfunctie-onderzoek is dan aan te raden.
- Verhoogd risico op infecties van de luchtwegen.
- Problemen met spreken, slikken en kauwen.
- Hyperextensie van de knie en pijn in het kniegewricht.
- Overgevoeligheid voor koude.
Deze klachten kunnen leiden tot een aantal functionele problemen en toenemende beperkingen in het dagelijks leven, zoals problemen bij het wandelen, het opgaan van trappen en in het algemeen een verlies aan mobiliteit, problemen bij het aankleden, problemen bij het uitvoeren van bepaalde taken, bij het autorijden, enzovoort.
Verloop postpoliosyndroom: 2 types
- Type I: Achteruitgang zonder nieuwe verlammingen, veroorzaakt door overbelasting. Dit kan met de juiste maatregelen worden aangepakt.
- Type II: Postpolio progressieve spieratrofie (PPSA), waarbij spierzwakte blijvend en progressief is. Ongeveer 25% van de oud-poliopatiënten ontwikkelt PPSA. De mate van herstel na de oorspronkelijke infectie lijkt een rol te spelen: hoe groter het herstel, hoe groter de kans op overbelasting van de zenuwcellen, wat later kan leiden tot functieverlies.
Lees ook: Polio in opmars: moeten we ons zorgen maken?
Behandeling postpoliosyndroom
PPS is een progressieve aandoening, wat betekent dat de symptomen geleidelijk verergeren. De spierkracht neemt naar schatting jaarlijks met ongeveer 1 à 2% af.
Hoewel er momenteel geen genezende behandeling bestaat, kan men de klachten wel verlichten en de verdere achteruitgang zo veel mogelijk afremmen.
1. Medische begeleiding
Regelmatige opvolging door een specialist (zoals een neuroloog met ervaring in PPS) is essentieel. Een gespecialiseerde arts kan helpen bij het monitoren van de ziekteprogressie en het aanpassen van de behandeling op basis van individuele behoeften.
2. Vermoeidheid verminderen
Bij PPS raken spieren sneller overbelast, zelfs bij alledaagse activiteiten. Een goede balans tussen belasting en rust is cruciaal om overbelasting te voorkomen en het functioneel vermogen te behouden.
Activiteiten aanpassen en plannen
- Bepaalde fysieke taken beperken of delegeren (bv. bedden opmaken, tuinieren, schilderen).
- Werkzaamheden anders organiseren, zoals een wasmachine op een makkelijk bereikbare plek zetten of zittend werken.
- Hulp inschakelen voor huishoudelijke taken.
Energieverdeling over de dag
- Activiteiten spreiden en voldoende rustmomenten inbouwen.
- Hulpmiddelen gebruiken om energie te besparen (bv. een rollator of aangepaste stoel).
Matige, niet-uitputtende oefening
- Lichte beweging onder begeleiding van een kinesist kan helpen, maar zonder de vermoeidheidsgrens te overschrijden.
- Gewichtstoename vermijden, omdat overgewicht extra belasting op spieren en gewrichten veroorzaakt.
3. Oefentherapie
Gebrek aan beweging kan de spierkracht en conditie verder doen afnemen. Onderzoek toont aan dat aangepaste kracht- en conditietraining nuttig kan zijn, mits met de juiste aanpak.
Individueel afgestemde training
- Lichte sporten zoals fietsen, zwemmen en wandelen zijn aan te raden, met controle over intensiteit en duur.
- Krachttraining moet geleidelijk worden opgebouwd en mag geen pijn of extreme vermoeidheid veroorzaken.
- Oefeningen in water zijn ideaal voor wie mobiliteitsproblemen heeft.
- Stretching, yoga of andere technieken die de soepelheid bevorderen kunnen nuttig zijn.
4. Pijnklachten aanpakken
Overbelasting vermijden is de sleutel tot pijnbehandeling. Het correct gebruiken van spieren en gewrichten kan klachten verminderen.
Houding en beweging optimaliseren
- Kinesitherapie om houdings- en bewegingscorrecties aan te leren.
- Gebruik van orthopedische hulpmiddelen zoals braces, speciale schoenen of een wandelstok.
Pijnverlichting
- Warmte- en koudetherapie kunnen verlichting bieden (geen warmte bij ontstekingen).
- Massage kan helpen, afhankelijk van de oorzaak van de pijn.
- Pijnstillers (zoals paracetamol) kunnen in overleg met de arts worden gebruikt, maar krachtige pijnstillers worden afgeraden.
5. Ademhalingsproblemen verminderen
- Bij ernstige ademhalingsproblemen kan nachtelijke ondersteuning met een neus- of mondmasker overwogen worden.
- Specifieke ademhalingsoefeningen kunnen de longfunctie verbeteren.
- Roken wordt sterk afgeraden.
6. Preventie van luchtweginfecties
PPS-patiënten hebben een verhoogd risico op complicaties bij luchtweginfecties.
Vaccinaties
- Jaarlijkse griepvaccinatie wordt aanbevolen.
- Pneumokokkenvaccinatie elke vijf jaar.
Snelle behandeling van infecties
- Bij luchtweginfecties wordt vaak sneller antibiotica voorgeschreven om complicaties te voorkomen.
7. Geneesmiddelen
Er zijn geen medicijnen die PPS kunnen genezen, maar sommige kunnen symptomen verlichten.
Wat kan helpen?
- In overleg met een arts kan paracetamol worden gebruikt bij pijn.
- Sterkere pijnstillers worden meestal afgeraden.
Wat wordt afgeraden?
- Slaap- en hoestmiddelen kunnen de klachten verergeren.
- Anabole steroïden worden niet aanbevolen voor spierkracht.
- Supplementen zoals co-enzym Q10 en L-carnitine hebben geen bewezen effect.
Conclusie PPS is een complexe aandoening die decennia na polio kan optreden. Vroege herkenning en een goed behandelplan kunnen helpen om de levenskwaliteit te verbeteren. Wie vermoedt PPS te hebben, doet er goed aan een specialist te raadplegen. |
Bronnen:
https://postpolio.be
https://www.mayoclinic.org