Zwangerschapsproblemen: Te weinig vruchtwater (oligohydramnion)
dossier
De foetus ‘zwemt’ in de baarmoeder in het vruchtwater. In het begin van de zwangerschap maakt de moeder het vruchtwater aan. Vanaf de 10de zwangerschapsweek maken de nieren van een ongeboren kind het vruchtwater aan.
Het vruchtwater heeft verscheidene functies: het beschermt tegen schokken van buitenaf, het helpt een constante omgevingstemperatuur voor de baby te handhaven en bevordert de ontsluiting op het moment van de bevalling.
Het volume van het vruchtwater neemt toe naarmate de zwangerschap vordert. Op 16 weken bedraagt het volume vruchtwater 150 ml, na 7 maanden 1000 tot 1500 ml en op 37 tot 40 weken 700 tot 800 ml.
Bij ongeveer 4 à 5 % van de zwangerschappen is er te weinig vruchtwater aanwezig (oligohydramnion). Aan het eind van de zwangerschap neemt de kans op te weinig vruchtwater toe. Als u langer zwanger bent dan veertig weken, wordt de kans op een tekort aan vruchtwater groter. Van de vrouwen die 41 weken zwanger zijn, is er bij ruim 10% een tekort aan vruchtwater. Elke week dat de zwangerschap langer duurt, wordt deze kans 25% hoger.
Mogelijke oorzaken
Er zijn verschillende oorzaken van oligohydramnion.
• het vroegtijdig breken van de vliezen (PROM)
• het niet genoeg plassen door je baby (bv. door een aangeboren afwijking van de nieren en urinewegen).
• Hartafwijkingen of problemen van het centraal zenuwstelsel
• intra-uteriene groeivertraging (slechte groei van de foetus)
• Het gebruik van ACE-remmers als enalapril of captopril in het tweede en derde trimester. Deze geneesmiddelen worden tijdens de zwangerschap alleen gegeven wanneer ze noodzakelijk zijn voor de behandeling van ernstig hartfalen of hoge bloeddruk. Ook het gebruik van niet-steroïde anti-inflammatoire preparaten (NSAID's) laat in de zwangerschap kan de hoeveelheid vruchtwater verminderen.
• Bij tweelingen: foeto-foetaal transfusiesyndroom.
‘Syndroom van Potter'. Het syndroom van Potter of Potter sequentie is een aangeboren afwijking: de foetus heeft geen of ernstig misvormde nieren. Ook heeft het kind meestal geen of een te kleine blaas. Doordat de nieren niet werken, plast het kindje in de baarmoeder geen urine uit. Hierdoor is er te weinig vruchtwater in de baarmoeder en kan het kind zich niet normaal ontwikkelen. Er is geen behandeling voor deze aandoening. Kinderen met Pottersyndroom overlijden meestal binnen 24 uur na de geboorte. Iets minder dan de helft van de kinderen wordt dood geboren. Waarschijnlijk is Potter sequentie (voor een deel) erfelijk. Potter sequentie komt bij ongeveer 2 op de 10.000 pasgeborenen voor, iets vaker bij jongens dan bij meisjes. |
Mogelijke gevolgen van een tekort aan vruchtwater
• Als er erg weinig vruchtwater is, bestaat de kans dat de longen van de foetus onvoldoende rijpen (longhypoplasie), wat kan leiden tot ernstige ademhalingsproblemen na d egeboorte.
• Er kunnen ook andere misvormingen (zoals een klompvoet, een afgeplat gezicht) optreden omdat het kind minder goed kan bewegen.
• Er kan groeivertraging optreden.
• Bij de geboorte bestaat een gevaar dat de navelstreng wordt samengedrukt.
• Bij vroegtijdig gebroken vliezen kan een miskraam optreden of wordt je kindje te vroeg geboren. De risico’s daarvan zijn afhankelijk van de zwangerschapsduur.
Symptomen
Meestal merkt u er zelf niets van. Als de hoeveelheid vruchtwater sterk is afgenomen, kunt u last krijgen van buikpijn of voortijdige weeën activiteit.
Als het tekort aan vruchtwater wordt veroorzaakt door vroegtijdig gebroken vliezen, verliest u vaginaal wat vruchtwater.
Diagnose
Het tekort aan vruchtwater wordt meestal vastgesteld bij een zwangerschapscontrole of een echo.
Behandeling
Als het tekort laat in de zwangerschap ontstaat, kan meestal worden afgewacht tot de bevalling spontaan op gang komt. U wordt dan wel vaker gecontroleerd door de gynaecoloog. Indien nodig zal de bevalling vroegtijdig ingeleid worden.
Als het tekort aan vruchtwater vroeg in de zwangerschap ontstaat, is de behandeling afhankelijk van de oorzaak die wordt gevonden.
• Amnioinjectie: met een fijn naaldje wordt een of twee keer per week fysiologisch water in de baarmoeder geïnjecteerd. Hierdoor ontwikkelt de foetus zich beter. Later in de zwangerschap is vruchtwaterverlies minder problematisch omdat de longen van de foetus dan al ontwikkeld zijn.
• Indien de afvoer van de urineblaas bij de baby verstopt is, kan een sleutelgatoperatie uitgevoerd worden, waarbij een klein slangetje (een shunt) tot in de blaas van de foetus gebracht, waarlangs de urine weg kan. Zonder die ingreep raken de nieren van het kind beschadigd.
• Bij aanhoudende vruchtwaterlekken kan een amniopatch aangebracht worden. Hierbij worden via een fijne naald bloedplaatjes en stollingsfactoren in de vruchtzak gespoten. Zo wordt een bloedprop gevormd. Het lek kan in ongeveer de helft van de gevallen gestopt worden.
• Tijdens de bevalling wordt uw baby extra goed bewaakt. Het tekort aan vruchtwater verhoogt namelijk de kans op dichtdrukken van de navelstreng .