Verkeersongeval? Veiligheid eerst!
- Verkeersongeval? Veiligheid eerst!
- 4 stappen van eerste hulp
- Alarmeer onmiddellijk als je de gevaren niet zelf kan uitschakelen
- Schakel omstaanders in
- Voorkom een tweede verkeersongeval
- Parkeer je wagen op een veilige plaats
- Benader de voertuigen die betrokken zijn bij het ongeval
- Signaleer het ongeval voor het aankomende verkeer
- Noodevacuatie
dossier Wie geconfronteerd wordt met een verkeersongeval, moet hier op een veilige manier mee omspringen.
4 stappen van eerste hulp
In een vorig dossier werden de 4 stappen van eerste hulp belicht. Ze helpen je om een situatie goed in te schatten en op een gepaste manier eerste hulp te verlenen. De eerste stap in de hulpverlening is zorgen voor veiligheid. Het spreekt voor zich dat deze stap van groot belang is bij verkeersongevallen. Hou daarom rekening met volgende zaken.
Lees ook: 4 stappen bij eerste hulp
Alarmeer onmiddellijk als je de gevaren niet zelf kan uitschakelen
Het is belangrijk dat je ervoor zorgt dat de situatie veilig is en er niet nog meer slachtoffers vallen. Analyseer de situatie en ga na welke gevaren er zijn. Een voertuig kan in brand schieten of het ongeval kan gebeurd zijn na een gevaarlijke bocht waardoor het risico op een tweede ongeval bestaat. Als het gevaar te groot is (bijv. ’s nachts, brandgevaar, autosnelweg), alarmeer je de hulpdiensten onmiddellijk. Je wacht op een veilige afstand tot de hulpdiensten arriveren. Zet je eigen leven nooit op het spel bij het benaderen van een ongeval!
Wanneer er geen hulp nodig is of er reeds professionele hulp aanwezig is, rij je door. Op die manier breng je jezelf niet in gevaar.
Schakel omstaanders in
Ook omstaanders kunnen helpen bij een verkeersongeval. Terwijl jij naar het slachtoffer toegaat, kunnen omstaanders andere automobilisten waarschuwen, een gevarendriehoek plaatsen, ...
Voorkom een tweede verkeersongeval
• Verminder je snelheid als je een verkeersongeval nadert. Doe dit zonder bruusk te remmen.
• Steek je knipperlichten aan. Door afwisselend de rempedaal in te drukken en los te laten, kan je de stoplichten als waarschuwingsteken gebruiken.
• Verricht geen bruuske manoeuvres (draaien of remmen) waardoor andere chauffeurs kunnen schrikken en zelf ongevallen veroorzaken.
• Doe een reflecterend veiligheidsvestje aan wanneer je de wagen verlaat. Sinds 1 juni 2009 hoort het fluovestje bij de verplichte uitrusting van een wagen.
• Steek een autosnelweg nooit te voet over.
Parkeer je wagen op een veilige plaats
• Rij het ongeval voorbij en parkeer je wagen op een veilige plaats (bijv. op de pechstrook, op de berm of aan de zijkant van de weg). Op deze manier wordt de signalisatie niet aan het zicht onttrokken en wordt de toegang voor de hulpdiensten vrijgelaten.
• Steek je knipperlichten aan.
• Laat je wagen veilig (dus gesloten) achter.
• Laat een familielid of passagier bij de wagen blijven: niet zelden worden waardevolle voorwerpen gestolen uit de wagen van een hulpverlener. Wijs ook andere hulpverleners op dit gevaar.
Benader de voertuigen die betrokken zijn bij het ongeval
• Neem je blusapparaat, gevarendriehoek en verbandkoffer mee.
• Als je nog geen reflecterend veiligheidsvestje aanhebt, doe je dit nu.
• Leg de motor van de wagens stil.
• Trek de handrem van de voertuigen aan om ze te stabiliseren.
• Zet de knipperlichten van de auto’s aan.
Signaleer het ongeval voor het aankomende verkeer
• Steek je knipperlichten aan.
• Plaats de gevarendriehoek goed zichtbaar op het wegdek:
o Op een secundaire rechte weg: minstens 30 meter voor het ongeval.
o Op een autosnelweg: minstens 100 meter voor het ongeval.
o In een bocht: vlak vóór de bocht bij voorkeur in elke rijrichting
o Als je binnen de bebouwde kom de gevarendriehoek niet op 30 meter kunt plaatsen, mag je hem op een kortere afstand of zelfs boven op de auto plaatsen.
o Zorg ervoor dat niets of niemand de signalisatie aan het oog van het aankomende verkeer onttrekt.
• Een ongevallenlamp kan de signalisatie nog verbeteren. Die mag voor of op de auto geplaatst worden.
• Een omstaander mag het aankomende verkeer enkel waarschuwen als hij zichzelf daardoor niet in gevaar brengt. Het verkeer waarschuwen betekent evenwel niet het verkeer regelen: dit kan enkel door de politie gebeuren!
• Let bij een ongeval ’s nachts extra op de zichtbaarheid:
o knipperlichten.
o reflecterende kledij.
o ongevallenlamp.
o het ongeval kan verlicht worden met de lichten van je eigen wagen.
Noodevacuatie
Als algemene regel geldt dat je een slachtoffer nooit verplaatst van de plaats van het ongeval. In bepaalde gevallen móet je het slachtoffer echter wel evacueren, omdat er te grote gevaren zijn verbonden aan de hulpverlening ter plekke. Er kan bijvoorbeeld benzine uit de auto lekken, er komt rook uit de auto of er ontstaat brand, het slachtoffer ligt op een drukke weg en je kan de verkeerssituatie niet meteen veiliger maken. Soms moet je het slachtoffer ook evacueren omdat het niet meer ademt, en je verdere handelingen moet verrichten zoals reanimatie. Let wel, voer geen noodevacuatie uit als je eigen leven in gevaar is!
Verplaats het slachtoffer altijd naar de dichtstbijzijnde veilige plek. Leg aan het slachtoffer uit wat je gaat doen en vraag om mee te werken als dat mogelijk is. Verdraai tijdens de evacuatie zo weinig mogelijk het hoofd, de nek en het lichaam van het slachtoffer. Onthoud dat een snelle evacuatie het belangrijkste is.
Er zijn verschillende technieken om iemand snel te evacueren. Hier leer je er alvast één: de Rautek.
Film: Rautek uit de auto
1. Plaats het slachtoffer voorzichtig tegen de rugleuning en maak de veiligheidsriem los.
2. Maak de voeten van het slachtoffer los. Plaats het slachtoffer voorzichtig tegen de rugleuning. Schuif de autozetel zo ver mogelijk achteruit.
3. Plaats je been tegen de auto of de autozetel en zoek steun.
4. Steek je beide handen onder de oksels van het slachtoffer en grijp de verste arm. Neem met je ene hand de pols vast en met je andere hand de onderarm.
5. Draai het slachtoffer lichtjes en trek hem naar je toe tot hij steunt op je dijbeen.
6. Strek je benen zodat je recht komt.
7. Stap achterwaarts en sleep het slachtoffer mee.
8. Breng het slachtoffer naar een veilige plaats en leg hem neer. Voer hierbij de techniek in omgekeerde volgorde uit: Foto D1-150.1.jpg
• Ga in lichte spreidstand staan;
• Zak door je knieën, met gestrekte rug, tot in hurkzit;
• Laat de arm van het slachtoffer los;
• Ondersteun de schouders;
• Ondersteun hoofd en hals;
• Leg het slachtoffer neer.
Meer weten over eerste hulp? Dit kan! Volg een gratis eerste hulp cursus van Rode Kruis-Vlaanderen bij jou in de buurt. Neem hier eens een kijkje!