Voorzichtig met geneesmiddelen achter het stuur
nieuws Heel wat geneesmiddelen kunnen een negatieve invloed hebben op uw rijvaardigheid:
• omdat u er suf of slaperig van wordt,
• omdat u trager reageert,
• omdat u minder scherp of dubbel ziet,
• omdat u duizelig bent,
• omdat u zich minder goed kunt concentreren en minder goed oplet,
• omdat u uw bewegingen minder goed controleert of uw spieren slapper zijn,
• omdat ze uw beoordelingsvermogen aantasten waardoor u bijvoorbeeld elk besef van gevaar verliest,
• enzovoorts.
Bij welke dosis, na hoeveel tijd, hoe erg en hoelang het geneesmiddel de rijvaardigheid vermindert, verschilt per geneesmiddel en kan ook variëren per persoon, leeftijd en ziekte.
Gebruikers van geneesmiddelen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden, lopen twee- tot vijfmaal zoveel risico om bij een verkeersongeval betrokken te raken dan anderen. Uit studies blijkt dat geneesmiddelen aan de basis liggen van 5 tot 10% van de ernstige ongevallen. In Nederland wordt het aatal dodelijke slachtoffers ten gevolge van medicijngebruik in het verkeer geschat op 30 tot 65 per jaar.
Besef dat u strafbaar bent wanneer bij een politiecontrole blijkt dat uw rijvaardigheid verminderd is door gebruik van geneesmiddelen. Bij een drugscontrole kan een speekseltest positief zijn wanneer u geneesmiddelen neemt die codeïne of morfine bevatten, zoals bepaalde pijnstillers, hoestsiropen enz.
Bovendien kunt u bij een ongeval aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade indien u geneesmiddelen neemt waarvan u weet of redelijkerwijze kunt weten dat ze uw rijvaardigheid verminderen.
Welke geneesmiddelen zijn gevaarlijk in het verkeer?
Heel veel geneesmiddelen, ook veel alledaagse geneesmiddelen die zonder doktersvoorschrift verkrijgbaar zijn, zoals hoestsiroop, kunnen uw rijvaardigheid aantasten.
Het gaat onder meer om volgende geneesmiddelen:
• Slaap- en kalmeermiddelen (benzodiazepinen zoals temazepam, oxazepam, nitrazepam, diazepam, zolpidem en zopiclon)
• Antidepressiva
• Psychofarmaca (tegen angststoornissen, psychose enz.)
• Anti-epileptica
• Sommige antihistaminica (geneesmiddelen tegen allergie of reisziekte)
• Bètablokkers (tegen hoge bloeddruk)
• Hoestmiddelen
• Sommige pijnstillers (Morfine, oxycodon, fentanyl, tramadol, codeïne...)
• Sommige middelen tegen hoofdpijn en migraine
• Stimulerende middelen (zoals amfetamines, bv. bij ADHD)
• Eetlustremmers
• Middelen tegen duizeligheid (cinnarizine, flunarizine, piracetam)
• Insuline, orale antidiabetica (risico op hypoglykemie).
• Oogdruppels en –zalven.
Op de website www.rijveiligmetmedicijnen.nl vindt u een lijst met medicijnen die de rijvaardigheid kunnen aantasten, en een kort advies over eventuele alternatieven en voorzorgsmaatregelen.
Indien u een van deze geneesmiddelen neemt, vraag dan advies aan uw arts of apotheker.
Vier categorieën van rijgevaarlijke geneesmiddelen
Categorie 0 Geen invloed op rijgeschiktheid
Categorie I Weinig effect op rijgeschiktheid Dit is vergelijkbaar met een bloedalcohol -concentratie van < 0,5 g/l (< 0,5 ‰). Vooral in de eerste dagen van gebruik kunnen bijwerkingen optreden die nadelig zijn voor de rijgeschiktheid. Het advies is niet te rijden wanneer dat het geval is. Vraag advies aan uw arts of apotheker indien u nog andere geneesmiddelen gebruikt die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden. Categorie II Licht tot matig effect op rijgeschiktheid Dit is vergelijkbaar met een bloedalcoholconcentratie van 0,5 tot 0,8 g/l (0,5 – 0,8 ‰). Ga niet rijden zonder advies te hebben gevraagd aan de arts of apotheker, zeker in de eerste dagen en wanneer u nog andere geneesmiddelen gebruikt die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden. Bespreek met uw arts of apotheker of er geen veiliger alternatief bestaat. Categorie III Sterk effect op rijgeschiktheid Dit is vergelijkbaar met een bloedalcoholconcentratie van > 0,8 g/l (> 0,8 ‰). Rij niet met auto, moto of brommer tijdens het gebruik van dit geneesmiddel. Vraag de arts wanneer rijden na enige tijd gebruik van het geneesmiddel weer mogelijk is. Bespreek met uw arts of apotheker of er geen veiliger alternatief bestaat. |
Hoelang duren de neveneffecten ?
Dit hangt af van geneesmiddel tot geneesmiddel en van persoon tot persoon. Heel wat factoren zoals leeftijd, individuele gevoeligheid en gecombineerd geneesmiddelengebruik spelen een rol. Ook het tijdstip van inname speelt een rol.
Sommige geneesmiddelen hebben een lange werking: door een slaappil of een kalmeermiddel kunt u de volgende dag of zelfs twee dagen later nog wat suf zijn.
Veiligheidstips
1. Bekijk de verpakking: Als een medicijn rijgevaarlijk is, dan staat er een waarschuwing op het etiket en er staat een gele sticker op de verpakking. Voor medicijnen met een gele sticker of waarschuwingstekst op de verpakking is het advies: geen voertuig besturen en geen andere dingen doen waarbij u goed moet opletten.
Vraag uw arts of apotheker om advies. Vermeld daarbij ook welke andere geneesmiddelen u neemt.
2. Lees aandachtig de bijsluiter en let vooral op de rubriek “Besturen van voertuigen en het gebruik van machines”. Vraag bij twijfel advies aan uw arts of apotheker. Vermeld daarbij ook welke andere geneesmiddelen u neemt.
3. Houd u steeds aan de voorgeschreven dosis en aan het tijdstip en de voorschriften voor inname. Sommige geneesmiddelen zoals siropen met codeïne en antihistaminica moeten bv. net voor het slapengaan ingenomen worden.
4. Vooral bij het begin van de behandeling, bij te hoge dosissen, of bij gecombineerd geneesmiddelengebruik, moet u voorzichtig zijn.
Is het advies dat u de eerste dagen niet mag autorijden, start dan met het nemen van uw medicijn in het weekend of op een moment dat u de auto een paar dagen kunt laten staan.Sommige geneesmiddelen hebben slechts een beperkte invloed op uw rijvaardigheid, maar als u drie van dergelijke geneesmiddelen moet nemen, kan het gecombineerde effect wel een risico betekenen. Bespreek dit met uw arts of apotheker.
5. Drink geen alcohol als u een geneesmiddel neemt en met de auto (moto, brommer…) moet rijden. Zelfs de geringste hoeveelheid alcohol verhoogt de ongewenste effecten van geneesmiddelen op het waarnemingsvermogen en de concentratie.
6. Stop onmiddellijk met rijden bij het minste neveneffect (slaperigheid, concentratieproblemen, duizeligheid, verminderd zicht, enz.). Dit geldt ook als u zelf niets merkt, maar als uw passagiers u hierop attent maken.
7. Rij liever niet ‘s nachts en bij slecht weer.
8. Vermijd lange ritten. Als de reis langer duurt dan één uur, neem dan even rust.
9. Drink geen koffie om de neveneffecten van een geneesmiddel tegen te gaan. Dit haalt niets uit.
10. U bent beroepschauffeur (vrachtwagen- of buschauffeur, enz.)?
Bespreek het geneesmiddelenvoorschrift dan met uw arts. Misschien bestaat er een veilig alternatief. Soms is een lagere dosering mogelijk, en soms kunt u het medicijn op een ander moment van de dag nemen, bijvoorbeeld vóór het slapen in plaats van 's ochtends. Het kan zijn dat uw arts u adviseert om een bepaalde periode niet te rijden. Volg dan altijd dit advies op.
Meer lezen
www.bivv,be
www.rijveiligmetmedicijnen.nl
www.thuisarts.nl/geneesmiddelen-en-verkeersveiligheid/ik-wil-meer-weten-over-medicijnen-en-verkeersveiligheid
www.nhg.org/themas/artikelen/lesa-geneesmiddelen-en-verkeersveiligheid
www.fk.cvz.nl/voorna/i/inl%20geneesmiddelen%20en%20verkeersveiligheid.asp
www.druid-project.eu