Te hoge bloeddruk? 'Eén pilletje is niet genoeg'
nieuws
Ruim anderhalf miljoen Belgen nemen medicatie tegen een te hoge bloeddruk. Dat moeten er nog meer worden én ze moeten meteen een combinatie van verschillende middelen krijgen, stelt een nieuwe richtlijn. ‘Artsen gaan patiënten zo onnodig medicaliseren.’
Te hoge bloeddruk is een ‘stille doder’. Je voelt er meestal niets van, maar op termijn kun je een beroerte krijgen of wordt het netvlies van het oog aangetast. Daarom slikken vandaag al veel Belgen bloeddrukverlagers. Experts waarschuwen nu dat ook heel wat mensen met een erg beperkt risico op problemen levenslang pillen dreigen te slikken.
‘De wetenschappelijke onderbouwing om aan meer patiënten bloeddrukverlagers te geven, is zwak’, zegt Thierry Christiaens. Als professor klinische farmacologie (UGent) is hij verbonden aan het Belgische Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie (BCFI). Het BCFI heeft voor zijn maandelijkse tijdschrift de nieuwe Europese richtlijn voor de behandeling van een te hoge bloeddruk kritisch onder de loep genomen. Die richtlijn is opgesteld door een taskforce van de European Society of Cardiology en de European Society of Hypertension en is vorige zomer verschenen.
‘Vroeger werd geadviseerd om bij nieuwe patiënten met een licht verhoogde bloeddruk (hoger dan 14/9, red.) die medicatie nodig hebben, te beginnen met één product. Dat werkt bij 30 tot 50 procent van de patiënten’, zegt Christiaens. ‘Als één bloeddrukverlager niet voldoende blijkt te helpen, kunnen artsen een tweede middel voorschrijven. Maar volgens de nieuwe richtlijn zouden patiënten meteen een combinatie van bloeddrukverlagers moeten krijgen. De richtlijn stelt dat zonder onderbouwing met degelijke studies. Als patiënt heb je wel meer kans op bijwerkingen, zoals allergische reacties en problemen met de nieren. En dan weet je niet welk product die bijwerking geeft.’
In een reactie wijst Guiseppe Mancia, covoorzitter van de taskforce die de richtlijn heeft geschreven, erop dat patiënten de behandeling beter volhouden als ze meteen een combinatie van middelen krijgen. Maar volgens het BCFI kan de therapietrouw ook verbeteren door patiënten beter op te volgen. De ongewenste effecten van medicatie zouden in de richtlijn ‘geminimaliseerd’ worden, klinkt het.
Bedenkelijke kwaliteit
Het BCFI is ook kritisch voor het advies om medicatie te geven als met een verbetering van de leefstijl de bloeddruk niet voldoende verlaagt. Dat advies geldt ook voor patiënten die verder geen verhoogd risico hebben op hart- en vaataandoeningen. Vroeger moesten artsen bij die groep medicatie alleen ‘overwegen’, nu moeten ze de pillen systematisch voorschrijven. ‘Die aanpassing is gebaseerd op nieuwe wetenschappelijke inzichten’, aldus Mancia. Maar het BCFI stelt dat de kwaliteit van de studies voor discussie vatbaar is.
‘Het lijken minimale verschuivingen’, zegt Christiaens. ‘Maar omdat veel mensen een te hoge bloeddruk hebben of randgevallen zijn, gaat dit over gigantische aantallen. Ik schat dat in ons land tienduizenden ineens wél – of meer – medicatie moeten nemen.’
De impact van zo’n Europese richtlijn op de dagelijkse praktijk is dus groot. Niet alleen omdat (huis)artsen ze lezen en voortaan anders voorschrijven. ‘Ook omdat farmabedrijven bij bezoeken aan huisartsenpraktijken zwaaien met de nieuwe richtlijn om artsen meer te doen voorschrijven’, zegt Christiaens. ‘De autoriteit van zulke richtlijnen is enorm.’