Geen verhoogd risico op herval borstkanker door zwangerschap

Vrouwen die borstkanker hebben gehad lopen geen verhoogd risico op herval als ze zwanger worden. Dat wordt bevestigd in een nieuwe studie van het Brusselse Bordetinstituut die werd voorgesteld op het jaarcongres van de American Society of Clinical Oncology.

Ook al hebben meerdere studies aangetoond dat het risico op een terugval niet groter is voor behandelde vrouwen die zwanger raken, blijven veel vrouwen én ook sommige artsen er nog altijd van overtuigd dat zwangerschapshormonen de kans op terugval vergroten.  

In deze studie werden ruim 1200 vrouwen jonger dan 50 jaar met een niet-uitgezaaide borstkanker gedurende tien jaar opgevolgd. De meerderheid van de vrouwen (57 %) had een hormoongevoelige kanker en meer dan 40 procent had een slechte prognose vanwege onder meer de omvang van de tumor en aantasting van de lymfeklieren. Van de 1200 vrouwen werden er 333 zwanger, gemiddeld 2,4 jaar na de kankerdiagnose. 

Na tien jaar was er geen verschil tussen kankervrije overleving in de groep van zwangere vrouwen met een hormoongevoelige kanker in vergelijking met de niet-zwangere vrouwen. Vrouwen met een niet-hormoongevoelige kanker die zwanger werden hadden zelfs een betere overlevingskans dan de vrouwen die niet zwanger werden: de zwangere vrouwen hadden 42 % minder kans op overlijden dan de vrouwen die niet zwanger werden. 

Tenslotte toont het onderzoek dat vrouwen na borstkanker in vele gevallen ook borstvoeding kunnen geven, zelfs na borstchirurgie. 

In een vervolgstudie wordt nu nagegaan wat de impact is van de HER2-status en van het stopzetten van een adjuvante hormoonbehandeling bij vrouwen die zwanger willen worden. Ook willen de onderzoekers nagaan of zwangerschap gevolgen heeft bij vrouwen die drager zijn van een erfelijk borstkankergen.