- boeken/interviewsWat is de beste houding op het toilet voor een vlotte stoelgang?
- dossierDit zijn de 13 meest voorkomende bacteriële infecties
- nieuwsHoe kunnen we onze microbiota behouden als we antibiotica gebruiken?
- videoWaarom moet je naar de wc als je nerveus bent?
- dossierMalrotatie: een abnormale kronkel in de darmen
Foute bekabeling in ‘tweede brein’ kan maag- en darmklachten verklaren
nieuws
Een verkeerde bekabeling van het zenuwstelsel in de darmen kan bij muizen leiden tot maag- en darmaandoeningen. Die vaststelling biedt perspectieven voor mensen met aandoeningen waarvoor tot nu toe nog geen medische oorzaak werd gevonden. Dat blijkt uit onderzoek aan de KU Leuven in samenwerking met een team van het National Institute for Medical Research in Londen, dat gepubliceerd werd in The Journal of Clinical Investigation (www.jci.org/articles/view/66759).
Het enterisch zenuwstelsel is het eigen zenuwstelsel van ons spijsverteringsstelsel, in de darmwand. Het controleert de beweging van onze darmen, de bloedstroom, en de opname en afbraak van voedingstoffen. Dit zenuwstelsel kan zelfstandig functioneren, los van onze hersenen. Daarom wordt het ook het ‘tweede brein’ of ‘little brain’ genoemd.
Als de enterische zenuwcellen niet goed werken of afwezig zijn, zorgt dat voor allerlei aandoeningen. Bij een aantal daarvan is de oorzaak heel duidelijk. De ziekte van Hirschsprung bijvoorbeeld heeft te maken met het feit dat er in het laatste stuk van de darm geen enterische zenuwcellen zitten. Dat stuk is verlamd en dat leidt soms tot een levensbedreigende obstipatie. Maar er bestaan vele aandoeningen van de darmen waarvoor we geen medische oorzaak kennen. Dikwijls schrijft men die toe aan psychologische factoren.
Dit onderzoek ging na in hoeverre fouten in de vroege ontwikkeling van het enterisch zenuwstelsel die aandoeningen kunnen verklaren. Dat gebeurde door bij muizen de PCP-genen uit te schakelen. Dat zijn de genen die instaan voor de richting en de oriëntatie van de uitlopers van de enterische zenuwcellen.
Als die genen uitgeschakeld zijn, ontwikkelt het netwerk van enterische zenuwcellen zich wel, maar in de verkeerde richting. De verbindingen tussen de verschillende soorten enterische zenuwcellen zijn fout. Alles lijkt normaal want de bekabeling is er. Maar de kabels zijn verkeerd ingeplugd. Bij die muizen zagen de onderzoekers abnormale beweeglijkheid van de darmen en een vertraagde transit van de darminhoud. De volgende stap in het onderzoek is na te gaan of mutaties van PCP-genen bij mensen een rol spelen bij die vele spijsverteringsaandoeningen waarvoor nu nog geen medische verklaring is gevonden.