Tips om om te gaan met een huilende baby
nieuws
• Observeer een kind goed en probeer in te spelen op wat het nodig heeft: een flesje, een knuffel, geruststelling,…
• Reageer niet onmiddellijk bij het eerste schreeuwtje. Hou wel toezicht. Blijft het huilen duren, troost het kindje dan.
• U kan uw baby tijdens de eerste levensweken en -maanden niet genoeg koesteren. Reageer dus gerust op elke huilbui en probeer uw kind te sussen. Bijna alle kinderen worden rustiger als u hen dicht tegen u aan houdt, teder en zacht met hen praat. Het is een fabeltje dat u uw baby kan verwennen door hem te troosten. Uw baby voelen en verzorgen schept trouwens een stevige band die uw kind zelfvertrouwen geeft. Probeer dit niet te beperken tot de momenten waarop een baby huilt, anders leert hij dat huilen de enige manier is om aandacht te krijgen.
• Het kan een baby ook troosten om te zuigen op een fopspeen of duim/vinger. Een fopspeen is beter dan een duim.
• Soms helpt troosten niet en wil de baby liever rust. Sommige baby’s huilen als ze moe zijn, om in slaap te vallen. U kan dat merken aan de speciale toon van huilen. Zulke kinderen worden dan het best in hun bedje gelegd en met rust gelaten.
• Het is extra vermoeiend als uw baby ook ’s nachts huilt. Toch is het niet veilig om uw baby in een andere kamer te laten slapen, zo ver dat u hem niet meer kan horen. Als u zijn bedje zo dicht mogelijk bij uw eigen bed plaatst, hoeft u niet telkens uit bed. Laat hem niet wennen aan het slapen bij u in bed of aan het op de arm in slaap vallen.
• Soms heeft een baby maag-en darmkrampjes. Leg de baby met zijn buikje over de knie, masseer zijn buikje of leg er een (niet te) warme doek op. Maak fietsende bewegingen met zijn beentjes. Geef hem een badje. Doe alles rustig en ontspannen. Bij borstvoeding, kijk dan of de baby correct aanligt en juist zuigt. Bij flesvoeding, zorg dan voor een correcte bereiding van de melkvoeding en een goede houding tijdens het drinken. Verander enkel van voeding als de arts meent dat voedselwijziging noodzakelijk is.
• De baby kan via de moedermelk reageren op bepaald voedsel dat de moeder eet. Zulk voedsel vermijden kan beterschap brengen. Na de voeding kan baby bij de moeder onrustig blijven omdat hij haar melk blijft ruiken. Iemand anders kan hem dan gemakkelijker bedaren.
• Bij flesvoeding kan u een paar tips uitproberen:
. kijk of de melk niet te snel of te traag wordt gedronken
. pas de speen aan of schroef de fles minder vast
. geef beter meer kleine voedingen dan enkele grote
. houdt de baby na de voeding rechtop
. laat hem vaker boeren en span de luier niet te strak
. geef bij harde stoelgang tussendoor meer water
• Vermijd overstimulatie. Sommige kinderen houden helemaal niet van lichte aanrakingen, andere kinderen net wel. Sommige kinderen kunnen maar omgaan met het geluid van één stem, en worden onrustig wanneer er meerdere stemmen door elkaar spreken. Achtergrondgeluiden, zoals bijvoorbeeld de televisie, kunnen voor sommige baby’s erg irriterend zijn, terwijl andere baby’s dat gezoem net interessant vinden.
Bijna geen enkele baby houdt van fel licht. Intense kleuren en ingewikkelde visuele patronen zijn voor bepaalde baby’s heel interessant, en ze kijken er gespannen naar, terwijl andere baby’s dit helemaal niet prettig vinden.
Kinderen moeten dus gestimuleerd worden in een mate die voor hen prettig is. Overstimulatie is bedreigend en onderstimulatie is vervelend. Het kan voor ouders een hele opgave zijn om uit te zoeken wat bij hun kind en henzelf het beste past, en hulp kan daarbij aangewezen zijn.
• Rustige, positieve en continuë aandacht voor je kind is gunstiger dan een snelle, wisselende aanpak. Indien u als ouders moeite hebt om uw (drukke) levensritme aan te passen aan je nieuwe situatie, gebeurt het dat de baby de talrijke indrukken niet kan verwerken en hier op zijn manier op reageert.
• Kinderen die bijzonder veel huilen hebben nood aan regelmaat, o.a. een vaste dagindeling. Het maakt het leven voor een baby voorspelbaar en hem zo rustiger. Zorg er voor dat de gebeurtenissen zich telkens in dezelfde volgorde afspelen, bv. slapen - wakker worden - eten - op de schoot zitten en geknuffeld worden - ‘spelen’ (voor baby’s is dit in de box rondkijken, brabbelen, …) – bij de eerste signalen van vermoeidheid in bed tot rust komen - slapen.
• Gebruik rituelen om het leven voor een baby voorspelbaar te maken en hem zo rustiger te maken. Bv. telkens op dezelfde manier een badje geven, volgens een vast patroon te slapen leggen, ...
• Geef een baby die huilt van de honger eten, ook al is het nog geen etenstijd.
• Is de baby moe, laat hem dan in zijn eigen bedje inslapen. Vermijd te veel prikkels, zoals fel licht of lawaai. Een rustig slaapliedje of een monotoon geluid kan helpen.
• Ga na een hevige huilbui zeker altijd kijken hoe het kindje in slaap is gevallen.
• Sommige baby’s huilen omdat ze zich vervelen: zorg voor een boeiende omgeving of plaats het kind zo dat het je bezig ziet. Andere baby’s worden liever met rust gelaten: als hij de ogen afwendt, is hij wellicht de drukte moe.
• Is een kind geconfronteerd met een nieuw zusje of broertje, dan geeft u het geregeld extra aandacht.
• De onthaalouder of begeleider kan dezelfde rituelen toepassen als thuis, bv. voor het slapen hetzelfde liedje zingen als thuis
• Een kind dat verdrietig is wanneer zijn ouders vertrekken, kan als troost een vertrouwde knuffelbeer krijgen. Neem hem wel weg als het kind slaapt. De opvang kan bv. ook op een dagschema met pictogrammen aangeven wanneer de ouder terugkomt: na spelen, eten, rusten, vieruurtje, ...
• Als uw kindje ’s nachts om aandacht huilt, is het niet aan te raden haar zonder meer te gaan troosten. Door aandacht te geven aan huilgedrag, gaat dit gedrag versterken, wat op termijn kan leiden tot slaapproblemen. Het is beter uw kindje even te laten huilen, haar eventueel sussend toe te spreken. Toon dat u er nog bent, geef een aaitje, maar probeer het niet uit bed te nemen.
• Partners kunnen elkaar steunen. Om beurten voor de baby zorgen, zal jullie dichter bij elkaar brengen. Durf vrienden in te schakelen.