Transitieplan dementie moet thuisondersteuning een boost geven
nieuws
Bij de verschuiving van acute naar chronische zorg, moeten we zelfredzaamheid en zelfzorg aanmoedigen en vertrekken vanuit de noden van de patiënt en zijn omgeving. Verder is het ondersteunen en waarderen van mantelzorg belangrijk en in functie daarvan moet professionele zorg en hulp gemobiliseerd worden. Het transitieplan dementie ‘Dementiekundige basiszorg in het natuurlijk thuismilieu’ vertrekt vanuit die gedachte. In het transitieplan staan vier pijlers centraal: de versterking van de mantelzorg door psycho-educatie, de versterking van de dementiekundige basiszorg, de inzet van referentiepersonen dementie en dementie-experten en het realiseren van overlegplatforms dementie.
De mantelzorger is de belangrijkste ondersteuner van de persoon met dementie in zijn natuurlijk thuismilieu, in het transitieplan blijft hij centraal staan. Psycho-educatie, bijvoorbeeld workshops over de verhoging van de draagkracht, zullen hem versterken. Vanaf september 2014 zullen mantelzorgers de modules kunnen volgen.
Dementiekundige basiszorg biedt een antwoord op fysieke, psychische en sociale noden van personen met dementie en houdt bovendien rekening met de mogelijkheden en de noden van de mantelzorgers. Ook daar krijgen de zorgverleners meer ondersteuning.
Vanaf september 2014 zullen de ziekenfondsen op een centraal telefoonnummer bereikbaar zijn voor hulpverleners wanneer die merken dat er nood is aan langdurige zorgbegeleiding bij één van hun cliënten.
Dementiekundige basiszorgverleners kunnen terecht bij de referentiepersoon dementie, een interne deskundige die ingebed is in de woonzorgactor.
In het transitieplan zullen het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen en de negen regionale expertisecentra een cruciale rol spelen. Zij zullen samen met de diensten voor gezinszorg, de lokale dienstencentra, de diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen, de woonzorgcentra en diverse andere Vlaamse welzijns- en zorgactoren instaan voor de verhoging van de deskundigheid in deze diensten. Daarom gaan er in die expertisecentra dementie-experten aan de slag en worden zij definitief verankerd in de regelgeving. Deze dementie-experten zullen de komende jaren een grotere rol gaan spelen in het beantwoorden van complexe hulpvragen waarmee hulpverleners worstelen. In alle zorgregio’s zullen trouwens ook overlegplatforms dementie worden uitgerold die lacunes in de zorg en noden van hulpverleners moeten detecteren.