Voor wie is DNA-paspoort nuttig?
nieuws
Tien Europese onderzoeksinstituten hebben een Europese subsidie gekregen om onderzoek te doen naar de haalbaarheid van een ‘DNA-paspoort’ voor medische toepassingen.
Het wordt steeds goedkoper en makkelijker om erfelijk materiaal in kaart te brengen. Daarom gaan er stemmen op om voor sommige patiënten een zogenaamd DNA-paspoort te maken met hun gehele genetische code erin. In welke gevallen is dat nuttig? Wat is ervoor nodig en wat zijn de kosten? Deze vragen hopen de onderzoekers over twee jaar beantwoord te hebben.
Waarom is een DNA-paspoort nodig? Soms is het waarschijnlijk dat de oorzaak van een aandoening erfelijk is, maar kunnen verschillende genen de boosdoener zijn, bijvoorbeeld bij een groeiachterstand of verstandelijke handicap. Men kan dan elke keer een test doen waarbij één gen wordt bekeken. Maar in dat soort gevallen is het misschien goedkoper om het hele genoom (alle genen inclusief het tussenliggende DNA) in één keer te bekijken. Het onderzoek wil inventariseren voor welke aandoeningen dat het geval is.
Een DNA-kaart hoeft men maar één keer te maken en kan daarna levenslang diensten bewijzen. Niet alleen bij het zoeken naar eventuele genetische afwijkingen, maar bijvoorbeeld ook bij de apotheek. Hoe men op medicijnen reageert, ligt voor een deel ook vast in het DNA. Dus dat men van een medicijn een dubbele dosis moet krijgen omdat uw lichaam het relatief snel afbreekt, kan men er soms ook uithalen.
Aan een DNA-paspoort zitten ook ethische aspecten. Met al het DNA in handen kan men bijvoorbeeld op een onverwachte afwijking stuiten. Moet dit dan aan de patiënt verteld worden of niet? Men zou van tevoren met iemand kunnen bespreken in welke gevallen zo’n bevinding wel wordt gemeld en wanneer niet. Ook beveiliging van de gegevens en privacy is een belangrijk aandachtspunt van de onderzoekers.