Waarom je niet je BMI maar je ABSI moet berekenen

ABSI of “A Body Shape Index” is een nieuwe methode om te bepalen of iemand aan overgewicht lijdt. In tegenstelling tot BMI (Body Mass Index) neemt ABSI ook je lichaamsvorm mee in de berekening.

Recent onderzoek heeft aangetoond dat je lichaamsvorm het risico op sterfte door obesitas beter kan voorspellen dan het traditionele BMI. Het BMI bereken je door je gewicht in kilogram te delen door het kwadraat van de lengte in meter. De waarde die je uitkomt, zou definiëren of je ondergewicht, normaal gewicht, overgewicht of obesitas hebt.

De BMI-methode maakt echter geen onderscheid tussen spier- en vetmassa, terwijl een hoog vetpercentage het risico op vroegtijdig overlijden vergroot, en een grote spiermassa dit risico net verlaagt. De methode bepaalt alleen hoe je massa (in kilo’s) zich verhoudt tot je lengte (in centimeters). Je kan dus een hoog BMI hebben, maar kerngezond zijn of andersom.

De berekening van ABSI daarentegen bevat ook de tailleomtrek, een extra factor om de hoeveelheid lichaamsvet van een persoon te kwantificeren. Let wel, de methode is gericht op mensen die het meeste van hun vet rond het midden van hun lichaam dragen, mensen met de zogenaamde ‘appelvorm’.

ABSI geeft dus meer informatie over je gezondheid dan BMI. Door ook rekening te houden met het taillevet, het gevaarlijkste vet, geeft je ABSI aan hoe hoog je risico op vroegtijdig overlijden werkelijk is: hoe hoger het getal, hoe groter je risico op een ziekte die gerelateerd is aan overgewicht, zoals diabetes type 2, hoge bloeddruk, galstenen, hart- en vaatziekten, rug- en gewrichtsklachten en bepaalde soorten kanker. 

Je ABSI bereken je aan de hand van een formule: je deelt je tailleomtrek in centimeters door de vierkantswortel van je lengte en je vermenigvuldigt deze met de derdemachtswortel van je BMI². Te ingewikkeld?

Er zijn ook online rekentools om de rekensom te maken. In de calculator geef je je je lengte, gewicht, tailleomtrek, leeftijd en geslacht in. Vervolgens wordt je ABSI automatisch berekend.

Is de uitkomst van je berekening 1, dan loop je een gemiddeld risico op ziekten gerelateerd aan obesitas. Bij elk tiende punt lager of hoger heb je respectievelijk tien procent minder of meer risico.

Na uitvoerig onderzoek op 14000 Amerikanen bleek dat de mensen met de hoogste ABSI-score tweemaal zoveel kans hadden om te overlijden dan diegenen met de laagste score. Zelfs als deze personen een normale BMI-score hadden, liepen ze een hoger risico op een vroegtijdige dood. 

Je ABSI-score – en tailleomtrek - kan je gelukkig ook naar omlaag brengen door op je voeding te letten en te sporten. Als je dit probleem daadwerkelijk wil aanpakken, vraag je het best advies aan een professional.