Is groente en fruit eten gevaarlijk vanwege te veel bestrijdingsmiddelen?
nieuws
Veel mensen maken zich ongerust over de (gezondheids)risico's van resten van bestrijdingsmiddelen in groente en fruit. Maar is die bezorgdheid terecht?
Normen voor bestrijdingsmiddelen op groente en fruit
Binnen de Europese Unie gelden strenge normen voor de hoeveelheid bestrijdingsmiddelen die in onze voeding aanwezig mogen zijn.
Een gewasbeschermingsmiddel mag alleen worden verkocht en gebruikt als het is toegelaten. Toelating is mogelijk nadat de risico’s zijn beoordeeld. Hierbij wordt onderzocht of er bij normaal gebruik geen nadelige milieu- of gezondheidseffecten zullen optreden.
• Maximale residulimiet (MRL)
De maximale residulimiet (MRL) is een wettelijk vastgelegde maximale hoeveelheid van een pesticide dat in een levensmiddel aanwezig mag zijn. Ze liggen in het algemeen ver beneden de toxicologische grens en dit zowel op korte als op de lange termijn. In de MRL zit een grote veiligheidsmarge. De MRL wordt zo vastgesteld dat zelfs ‘liefhebbers’, de mensen die heel veel van bepaalde producten eten, de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) niet halen. Dit betekent dat als de MRL in één product een keer overschreden wordt, de meeste mensen bij het eten van het product de ADI niet overschrijden.
Bij het vaststellen van de MRL spelen onder meer de volgende zaken een rol:
• In welke voedingsmiddelen komt de stof voor?
• Hoeveel zit er in deze voedingsmiddelen en zijn er andere producten waarin veel meer of minder zit? Een bepaald bestrijdingsmiddel dat wordt gebruikt op appels, kan bijvoorbeeld ook op andere fruitsoorten worden gebruikt. Het kan daarnaast ook nog in appelmoes voorkomen. Op basis van deze gegevens kan de MRL voor dit bestrijdingsmiddel lager worden vastgesteld. Zo voorkom men dat mensen in totaal te veel resten van het bestrijdingsmiddel binnenkrijgen.
• Hoeveel eet de gemiddelde consument van die producten? En hoeveel eten kwetsbare groepen ervan, zoals kinderen, zieken, ouderen of zwangere vrouwen?
• Hoeveel eten liefhebbers gemiddeld per dag van die producten?
• Hoe giftig is de stof? Hoeveel mag een mens er iedere dag van innemen zonder enig gezondheidseffect?
De evaluatie van de MRL-waarden gebeurt door de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA). EFSA moet verzekeren dat pesticidenresidu's in de voeding zo laag mogelijk zijn en geen schade berokkenen, in het bijzonder aan baby’s, kinderen, zwangere vrouwen en vegetariërs. EFSA controleert ook het verbod op bestrijdingsmiddelen die kunnen stapelen in uw lichaam (zoals DDT).
De Europese MRL's voor actieve stoffen in gewasbeschermingsmiddelen vindt u in de EU Pesticiden Database (www.codexalimentarius.net/pestres/data/index.html). Het is niet toegestaan een gewasbeschermingsmiddel te gebruiken op gewassen waarvoor geen MRL is vastgesteld.
• Gezondheidslimiet (Acute Referentiedosis of ARfD)
De Acute Referentiedosis (ARfD) is de hoeveelheid van een bepaald bestrijdingsmiddel die u gedurende één maaltijd of één dag zonder gevaar voor uw gezondheid. De ARfD is nodig omdat éénmalige consumptie (één portie) van bepaalde gewassen met daarop relatief hoge residuen gewasbeschermingsmiddelen soms tot acute problemen zou kunnen leiden. Met een gemiddelde consumptieberekening zouden deze acute problemen niet opgemerkt worden.
Een eenmalige overschrijding van de ARfD kan in zeldzame gevallen tot gezondheidsproblemen. Bij het vaststellen van de ARfD is namelijk rekening gehouden met een grote veiligheidsmarge. Dat betekent dat u bij een eenmalige beperkte overschrijding van de ARfD niet meteen ziek wordt. De overschrijding moet over het algemeen tientallen malen groter zijn dan de ARfD om er echt last van te krijgen. Als u zoveel binnen krijgt, dan zou u in de meeste gevallen verschijnselen als misselijkheid en overgeven kunnen ervaren. Deze verschijnselen zijn meestal tijdelijk. Binnen een dag bent u er vanaf.
• Aanvaardbare Dagelijkse Inname (ADI)
De Aanvaardbare Dagelijkse Inname (ADI) is een norm de hoeveelheid van een stof die iemand dagelijks kan innemen gedurende het gehele leven zonder noemenswaardig gezondheidsrisico.
Meestal zijn er dierproeven nodig om de ADI vast te stellen. Dieren krijgen verschillende hoeveelheden van de stof toegediend om zo de hoogste dosis te bepalen waarbij er geen negatieve effecten te zien zijn. Deze dosis wordt No Observed Adverse Effect Level (NOAEL) genoemd. Het NOAEL is slechts de basis voor de ADI. Voor mensen zou de stof schadelijker kunnen zijn dan voor dieren. Daarom wordt de NOAEL door 10 gedeeld. Maar ook de gevoeligheid tussen mensen verschilt. Denk hierbij aan ouderen, mensen met verminderde weerstand, zieken, zwangere vrouwen, baby’s en kinderen. Het getal wordt daarom nogmaals door 10 gedeeld. Bij elkaar is dit een extra veiligheidsmarge van 100.
Het kan in zeldzame gevallen voorkomen dat u een product eet waarin te veel bestrijdingsmiddelen zitten. De overschrijding moet tientallen malen groter zijn dan de ADI om er echt last van te krijgen.
In de EU Pesticiden database zijn ADI’s voor actieve stoffen in gewasbeschermingsmiddelen, die in Europa zijn toegelaten, te vinden.
Worden deze veiligheidsnormen overschreden?
Binnen de Europese Unie moet elk land controles uitvoeren op de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen in voedingswaren, waaronder groente en fruit. In België gebeurt dat door het Federaal Agentschap voor Voedselveiligheid (FAVV), in Nederland door het Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Daarnaast voert ook het Europese voedselveiligheidsagentschap EFSA controles uit.
Naast algemene controles op basis van steekproeven, gebeuren er ook gerichte controles op verdachte producten of producten die ingevoerd worden uit risico-landen.
Levensmiddelen waarbij de MRL overschreden worden, mogen in principe niet op de markt gebracht worden. Wanneer dergelijke overschrijdingen worden vastgesteld, wordt het product van de markt gehaald.
Uit deze controlerapporten kan men volgende besluiten trekken.
• Het aantal overschrijdingen van de maximaal toegestane gehalten (MRL) van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in groente en fruit in België en de EU is zeer gering.
• MRL-overschrijdingen worden vooral gevonden in producten uit een aantal niet-Europese landen.
• Overschrijdingen van de gezondheidsnorm (ARfD) bij groente en fruit afkomstig uit België of Nederland komen praktisch niet voor. Wanneer die norm overschreden wordt, worden die producten meestal uit de handel gehaald.
Pesticidenrapport 2013 van het Federaal Agentschap voor Voedselveiligheid (FAVV)
Het FAVV analyseerde in 2013 2021 stalen van groente en fruit.
• 28,3% van de groente en fruit (en andere plantaardige producten) bevatte geen resten van bestrijdingsmiddelen.
• 68,3 % bevatte resten van bestrijdingsmiddelen beneden de MRL-waarde.
• 3,4% bevatte resten van bestrijdingsmiddelen die de MRL overschreden. Het ging vooral om chili-pepers, erwten in peul en broccoli.
• Producten die de MRL overschreden waren in hoofdzaak afkomstig uit niet EU-landen: Oeganda (26%), China (17,6%), Ethiopië (13,3%) en Kenia (5%). Bij producten uit België en EU-landen ging het om 0,6%.
• Van de producten afkomstig uit België en Nederland werden de meeste overschrijdingen vastgesteld bij broccoli, peren, lenteuien, aardbeien en veldsla.
• Bij producten afkomstig uit niet-EU landen werden de meeste overschrijdingen vastgesteld bij: chilipepers, aubergines, munt, basilicum, erwten en bonen in peul, broccoli, passievrucht, aardbeien en thee (uit China).
• Bij gerichte controles op verdachte producten overschreed ruim een kwart van de onderzochte stalen van groente en fruit de MRL-waarde. Deze producten werden uit de handel genomen. Het ging onder meer om chilipepers uit Oeganda (76% van de stalen overschreed de MRL-norm), aubergines en chilipepers uit Maleisië (40% overschrijding), munt uit Marokko (12%), basilicum en guave uit Thailand, bonen en chilipepers uit de Dominicaanse Republiek, aardbeien uit Egypte, thee uit China, erwten en bonen uit Kenia, en basilicum, bonen, chilipepers, paddestoelen en postelein uit diverse landen.
• Er werden 45 stalen van biologische groente en fruit onderzocht. In geen enkel van die stalen werden resten van bestrijdingsmiddelen gevonden.
• In vergelijking met 2010 is het aantal stalen van groente en fruit zonder residu's gedaald van 31,1% naar 28,3%, het aantal stalen met residu's onder de MRL-grens is gestegen van 64,1% naar 68,3% en het aantal stalen met residu's boven de MRL-grens is gedaald van 4,8% naar 3,4%.
Pesticidenrapport 2012-2014 van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
Tussen juli 2012 en juni 2014 heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) 9200 partijen groenten en fruit gecontroleerd op resten van bestrijdingsmiddelen.
• Ongeveer 98% van het fruit en groenten in Nederlandse winkels voldoet aan de wettelijke eisen. Dit is bijna 1% minder in vergelijking met 2012.
• Het kleinste aantal MRL-overschrijdingen is aangetroffen bij producten uit Nederland, België, Chili, Mexico en Duitsland.
• Er worden doorgaans meer MRL-overschrijdingen gevonden in producten uit landen van buiten de EU. Producten uit Maleisië (43 %), Vietnam (24 %), Thailand (18 %) en Suriname (17 %) lieten vaak MRL-overschrijdingen zien.
Toch gaan ook deze landen dankzij de strenge controles steeds beter aan de EU-eisen voldoen. Bij Chinese pomelo’s en peultjes uit Kenia is het aantal overschrijdingen bijvoorbeeld spectaculair gedaald. Daarentegen vond de NVWA bij druiven uit Peru het afgelopen jaar relatief veel afwijkingen.
• Doorgaans bevatten groente en fruit residuen van een of twee gewasbeschermingsmiddelen. Residuen van drie of meer verschillende soorten gewasbeschermingsmiddelen zijn vooral aangetroffen op enkele fruitsoorten: aardbeien, druiven, en citrusvruchten. Opvallend is dat op Europese spinazie en komkommer meer residuen per monster werden aangetroffen.
• In die gevallen waarbij resten van gewasbeschermingsmiddelen worden aangetroffen, is de hoeveelheid zo laag dat de effecten op de gezondheid bijna altijd verwaarloosbaar zijn. Van juli 2012 – juni 2014 constateerde de NVWA 65 overschrijdingen van de gezondheidscriteria (de ARfD, de maat voor de kortdurende blootstelling). Het is dan niet meer zeker dat het om een veilig product gaat. Deze producten werden uit de handel gehaald.
www.vwa.nl/onderwerpen/inspectieresultaten/dossier/bestrijdingsmiddelen-op-groente-en-fruit
Pesticidenrapport 2014 van het Europese
Voedselveiligheidsagentschap EFSA
Het EFSA onderzocht in 2012 bijna 80.000 voedingsstalen van meer dan 750 voedingswaren die werden getest op bijna 800 pesticiden.
• Overschrijdingen van de wettelijke norm (de maximale residulimiet of MRL) zijn zeldzaam: in 98,3% van de onderzochte stalen werd de MRL-waarde niet overschreden.
• In 55% van de stalen werden helemaal geen resten van bestrijdingsmiddelen gevonden.
• In stalen afkomstig uit landen buiten de EU lag het aantal MRL-overschrijdingen hoger (7,5%) dan in producten uit EU-landen (1,4%). De hoogste MRL-overschrijdingen werden aangetroffen in producten afkomstig uit Maleisië (38.2 %), Laos (34.6 %), Cambodia (26.5 %), Vietnam (24.6), Kenia (20.6 %), India (19.8) en China (18.7 %).
• De hoogste MRL-overschrijdingen kwam voor bij volgende producten: broccoli (2.8%), bloemkool (2.1%), tafeldruiven (1.8%), pepers (1.4%) en aubergine (1%). De laagste MRL-overschrijdingen werden vastgesteld op erwten zonder peul en bananen. In sinaasappelsap werden geen pesticiden resten gevonden.
• Ook in 0,8% van de biologisch geteelde groenten en fruit werden MRL-overschrijdingen vastgesteld. Dat is weliswaar minder dan op niet-biologische groente en fruit. In 85,1% van de biologische producten werden geen sporen van pesticiden aangetroffen.
• Voor 0,02 procent (280 gevallen op bijna 1,8 miljoen stalen) ruim 18.000 monsters) kon een gezondheidsrisico op de korte termijn niet worden uitgesloten indien grote hoeveelheden van deze producten worden geconsumeerd.
• Ook de cumulatieve aanwezigheid van meerdere bestrijdingsmiddelen vormt geen risico voor de gezondheid.
www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/3942.htm
Besluit: moet u zich ongerust maken?
• Volgens het Federaal Agentschap voor Voedselveiligheid (FAVV) is de chronische blootstelling van de Belgische volwassen bevolking (15 jaar en ouder) in het algemeen onder controle, zelfs bij hoge of frequente consumptie van groenten en fruit. Voor de meeste van de bestudeerde pesticidenresidu’s is de blootstelling honderd keer lager dan de ‘aanvaardbare dagelijkse inname’ of ADI. Voor kinderen (2-5 jaar) kan bij een hoge consumptie van groenten en fruit de ADI wel overschreden, tenminste indien geen rekening gehouden wordt met de verwachte afname van het residugehalte na culinaire activiteiten (schillen, koken, enz.).
• Volgens het Europese Voedselveiligheidsagentschap EFSA leveren de chemische residuen in voeding voor de lange termijn geen risico op voor de volksgezondheid. Deze conclusies zijn gebaseerd op het scenario dat de grootst mogelijke hoeveelheden worden ingenomen van het product dat de hoogste residuen van elk pesticide bevat.
• Op basis van de Nederlandse gegevens over resten van bestrijdingsmiddelen in groente en fruit besluit het Nederlandse Voedingscentrum dat de kans om groente of fruit te eten met een schadelijke hoeveelheid bestrijdingsmiddel uiterst klein is. Als ze voorkomen, dan is de dosis zo klein dat het risico voor de gezondheid te verwaarlozen is, ook niet bij een ruime consumptie van groenten en fruit.
Het risico dat consumenten, inclusief kinderen en baby’s, lopen is zo gering dat dit het eten van voldoende groente en fruit op geen enkele manier in de weg staat. Het gezondheidsrisico dat u loopt als u te weinig groente en fruit eet, is vele malen groter.
Meer lezen
www.rivm.nl/rvs/Stoffen_producten/Gewasbeschermingsmiddelen
www.voedingscentrum.nl/nl/thema-s/alles-over-bestrijdingsmiddelen.aspx
www.weetwatjeeet.nl
www.efsa.europa.eu/en/panels/pesticides.htm