Hartfalen: oorzaken, symptomen en behandeling
dossier
Met de term hartfalen omschrijft men die situatie waarbij het hart niet meer in staat is voldoende bloed rond te pompen om aan de behoefte van het lichaam te voldoen. Het hart faalt dus in zijn pompfunctie. In normale omstandigheden is het hart in staat bij elke samentrekking (contractie) 70% van de inhoud van de linkerkamer in de lichaamsslagader (aorta) te pompen. Bij hartfalen is het hart sterk uitgezet en kan het per contractie slechts een kleine hoeveelheid bloed uit pompen.
De laatste jaren is het aantal patiënten met hartfalen sterk toegenomen.
Oorzaken
De hartspier heeft dus om één of andere reden onvoldoende kracht om bloed rond te pompen. Dit treedt meestal op als gevolg van aandoeningen van het hart- of bloedvatenstelsel.
• Aantasting van de kransslagaders van het hart ( atherosclerose ). Door verlies aan actief spierweefsel ten gevolge van een infarct wordt het hart beperkt in zijn pompfunctie. Niet iedereen die een infarct doormaakt zal hartfalen krijgen. Veel hangt af van de grootte van het infarct en de regio waar het infarct zich manifesteert.
Lees ook: Perifeer arterieel vaatlijden (PAV) of 'etalagebenen'
• Arteriële hypertensie (hoge bloeddruk). Doordat het hart constant moet pompen tegen een verhoogde druk vermindert geleidelijk aan de efficiënte werking van de pomp. Dit kan uiteindelijk leiden tot hartfalen.
• Aandoeningen van één of meerdere hartkleppen. Dit komt minder vaak voor. Indien klepafwijkingen de pompfunctie van het hart ernstig verstoren kan dit in vele gevallen verholpen worden via een heelkundig ingrijpen.
Lees ook: Aandoeningen van de mitraalklep
• Aantasting van de hartspier door infectie (virus) of door schadelijke stoffen (alcohol)
• Systeemziekten zoals lupus erythematodes, sarcoïdose,...
Lees ook: Lupus erythematosus (LED)
• Idiopatisch (= men kan de eigenlijke oorzaak niet achterhalen )
• Chronische longaandoeningen. Chronische bronchitis is hier het bekendste voorbeeld.
Lees ook: Pulmonale hypertensie (PH)
In sommige gevallen is de oorzaak van hartfalen een niet-cardiale aandoening zoals bv. diabetes, ziekte van de schildklier , bloedziekte, ...
Hartfalen op zich is niet erfelijk. Aandoeningen die hart- en vaatziekten bevorderen zoals diabetes, hoge cholesterol, hoge bloeddruk,... kunnen wel familiaal voorkomen.
Lees ook: Portale hypertensie: verhoogde bloeddruk in de leverpoortader
Evaluatie van de pompfunctie van het hart
Lees ook: Nieuwe test voor hartfalen
Symptomen
Afhankelijk van het onderliggend hartlijden (hartinfarct, hoge bloeddruk, misbruik van alcohol,...) kunnen de symptomen variëren:
• Ongetwijfeld is kortademigheid (of dyspnoe) de meest voorkomende en één van de vroegste manifestaties van hartfalen. Dit treedt het allereerst op bij een flinke fysieke inspanning maar later ook bij lichtere arbeid en uiteindelijk ook in rust. De kortademigheid kan ook 's nachts optreden eventueel gepaard gaand met een niet-productieve hoest of een piepende ademhaling.
Herhaaldelijke aanvallen van nachtelijke kortademigheid is een duidelijk teken van een langer bestaand hartfalen.
• De uiteindelijke acute manifestatie van hartfalen noemt men acuut longoedeem. Dit is een situatie waarbij zich in een korte tijdsspanne extreme kortademigheid manifesteert. De patiënt zit rechtop en hapt naar adem, de huid is bleek en grauw en bedekt met koud zweet.
Een snelle ziekenhuisopname is dan noodzakelijk.
Behandeling
Lees ook: Seksualiteit na hartinfarct
Lees ook: CRT-pacemaker bij ernstig hartfalen
Medicamenteuze behandeling van hartfalen
• de waterafdrijvende en vaatverwijdende geneesmiddelen: dit is de medicatie die vooral de arbeid van het hart verlicht
• de geneesmiddelen die de pompfunctie van het hart verbeteren
Lees ook: Antioxidant kan ernstig hartfalen omkeren
Hartfalen en ritmestoornissen
Patiënten met hartfalen worden vaak geconfronteerd met een hartritme dat ofwel te traag is ofwel veel te snel. De klinische symptomen kunnen in bepaalde gevallen sterk gelijklopend zijn.
Door middel van een elektrofysiologisch onderzoek ( EFO, onderzoek van de elektrische eigenschappen van het hart ) kan men bepalen om welke ritmestoornissen het gaat. Afhankelijk van het resultaat van dit onderzoek kan men beslissen deze ritmestoornissen medicamenteus te behandelen, de ritmestoornis te ableren ofwel een pacemaker te plaatsen.
Ablatie.
Sommige ritmestoornissen onderhouden zichzelf door het steeds maar opnieuw doorlopen van eenzelfde elektrisch circuit. Men spreekt dan van 'cirkeltachycardie'. Deze soort ritmestoornisssen kunnen behandeld worden door dit electrisch circuit op te sporen en te onderbreken. Deze techniek noemt men ablatie en kan uitgevoerd worden tijdens een hartcatheterisatie.
Wanneer men beslist om operatief in te grijpen en de aandoening van de mitraalklep chirurgisch te behandelen dan kan men ook terzelfdertijd ; peroperatief (tijdens de operatie) een ablatie uitvoeren.
Pacemakertherapie.
Tijdens dit EFO kan men ook nagaan welke de ideale soort pacemaker is voor ieder individu. Kan men tijdens dit onderzoek levensbedreigende ritmestoornissen opwekken dan is het aangewezen te kiezen voor een inwendige defibrillator.
In normale omstandigheden trekken zowel de linker- als de rechterkamer tegelijk samen. Dit verzekert een optimale pompfunctie van het hart. Bij een aantal patiënten met hartfalen merkt men dat beide kamers niet meer synchroon samentrekken.
Dit is zeer nadelig voor de pompfunctie van het hart en het is juist die pompfunctie die bij deze mensen met hartfalen reeds sterk verminderd is.
Sinds een tweetal jaar is er een nieuwe pacemaker op de markt die zodanig kan geprogrammeerd worden dat de beide kamers weer mooi synchroon samentrekken. Deze vorm van therapie noemt men cardiale resynchronisatie.
Dr. P. Geelen, electrofysioloog in het Onze Lieve Vrouwziekenhuis te Aalst behandelde eind 2001 reeds een dertigtal patiënten op deze manier. Volgens hem blijkt uit de eerste studieresultaten dat mensen die zo'n pacemaker ingeplant kregen beter inspanning verdragen en dat de kwaliteit van hun leven er sterk op vooruit gaat. Dr. Geelen meent evenwel dat het voorlopig nog te vroeg is om iets te zeggen over de toename van de levensverwachting bij deze mensen.