Belgen onderschatten het risico op een hartinfarct
nieuws
Een enquête van de Belgische Cardiologische Liga uitgevoerd bij 500 Belgische vijftigplussers toont aan dat de Belg over het algemeen behoorlijk goed op de hoogte is van de risicoverhogende factoren voor een hartinfarct, maar dat hij dat risico bij zichzelf onderschat. Ter preventie van een hartinfarct zal hij eerder zijn voedingsgewoonten aanpassen dan meer te bewegen.
Uit de enquête blijkt dat iets meer dan drie vierde van de respondenten veel aandacht besteedt aan hun gezondheid. Die aandacht voor een goede gezondheid schrijven ze voornamelijk toe aan de angst voor levensbedreigende aandoeningen (zoals kanker, hartinfarct enz.). Een ander deel van de respondenten zegt dat ze zorg dragen voor hun gezondheid, omdat ze zich daardoor goed voelen. Voor slechts een derde van de deelnemers is vermageren de voornaamste drijfveer.
In schril contrast met het hoge percentage van mensen dat zegt met hun gezondheid begaan te zijn, antwoordt de helft van de respondenten dat ze slechts eenmaal per jaar hun cholesterolgehalte laten bepalen. Mannen zijn daarin blijkbaar wat plichtsbewuster, want 33% geeft aan dat ze hun cholesterol meermaals per jaar laten meten, terwijl slechts 25% van de vrouwen dat doet.
De bloeddruk wordt wel frequenter gemeten: 43% van de respondenten geeft aan meerdere keren per jaar een bloeddrukmeting te laten uitvoeren; 14% meldt zelfs een wekelijkse meting.
In een studie uit 2008 bij Belgische vijftigplussers in een ambulante omgeving werd aangetoond dat bijna 60% een te hoge bloeddruk had en dat 62% van de patiënten bij wie de arts een te hoge cholesterol verwachtte, cholesterolwaarden vertoonde boven 242 mg/dl. Voor de gehele studiepopulatie liep meer dan 70% een hoog risico. Het blijft dus noodzakelijk dat men eens boven de vijftig regelmatig bloeddruk en cholesterol laat meten, zodat de arts indien nodig gepaste maatregelen kan nemen”, aldus de Cardiologische Liga.
De Belgische vijftigplusser schat het risico op een hartinfarct niet erg hoog in: bijna de helft van de respondenten denkt weinig risico te lopen op een hartinfarct en bijna niemand duidde het risico aan als hoog. En dat terwijl in de enquête 12% antwoordde een buikomtrek te hebben die groter is dan 102 cm, wat een indicatie is voor zwaarlijvigheid en dus ook een verhoogd hartinfarctrisico met zich meebrengt.
Wanneer men geconfronteerd wordt met een hoger risico op hartfalen, is men eerder geneigd om zijn eetgewoonten aan te passen dan om meer te bewegen. Mannen zijn minder gewillig dan vrouwen om hun eetgewoonten te wijzigen. Franstalige respondenten zouden dan weer eerder hun sportgewoonten aanpassen dan Nederlandstalige.
Weinig mensen zijn ervoor te vinden preventief geneesmiddelen te nemen om het risico op hartaandoeningen te verminderen. Ofwel neemt men dit soort geneesmiddelen al, ofwel zijn ze het helemaal niet van plan. Een gulden middenweg lijkt niet te bestaan. Misschien zien mensen dit eerder als een laatste uitweg om een hartaandoening te vermijden. Dat vermoeden kan enigszins bevestigd worden door het lage aantal respondenten (16%) dat gelooft dat een lage dosis aspirine het risico op een hartinfarct kan verlagen. In de leeftijdscategorie boven 65 jaar bevestigt meer dan de helft preventief medicatie te nemen.
Om de Belg bewust te maken van de gezondheid van zijn hart, werd de nationale informatiecampagne, Meten is weten, opgezet. Een belangrijk onderdeel van de campagne is de website (www.globaalcvrisico.be) waarop heel wat informatie te vinden is over de gezondheid van het hart en de maatregelen die men in het dagelijkse leven kan nemen om het hart in een zo optimaal mogelijke conditie te houden. Daarnaast wordt ook een tool aangereikt die mensen een indicatie geeft van het risico dat ze lopen op een fatale hartaandoening. Dat risico wordt gemeten aan de hand van de leeftijd, het rookgedrag en de actuele bloeddruk- en cholesterolwaarden. Een bezoekje aan de huisarts om deze actuele waarden te weten te komen, is dus zeker niet overbodig.