Metabool syndroom: combinatie van problemen met metabolisme
dossier
Lees ook: Wat zijn de oorzaken van een traag metabolisme?
Lees ook: Wat zijn de vroege symptomen van een hartaanval?
Criteria: symptomen
- Te hoog bloedsuikergehalte. Een bloedsuiker (glucose) van meer dan 100 mg per 100 ml bloed, nuchter gemeten. Het verhoogde bloedglucosegehalte is een gevolg van insulineresistentie waarbij onze lichaamscellen minder gevoelig worden voor insuline. Insuline is een hormoon van de alvleesklier dat nodig is om glucose uit het bloed op te nemen. Doordat bepaalde cellen minder insuline kunnen opnemen, stijgt het bloedsuikergehalte. Meer dan 90 procent van de patiënten die het metabool syndroom hebben, zijn insulineresistent. Daarom spreekt men soms ook van een insulineresistentiesyndroom of van prediabetes.
- Abdominale obesitas (buikvet). Overgewicht (BMI > 25 kg/m2), met een buikomtrek van meer dan 80 cm bij vrouwen en meer dan 94 cm bij mannen.
- Verhoogde bloeddruk. Een bloeddruk van 130-85 mmHg of hoger.
- Een verhoogd vetgehalte in het bloed (triglyceridengehalte). Een nuchter triglyceridengehalte van meer dan 150 mg per 100 ml bloed.
- Een laag HDL-cholesterolgehalte. Een HDL-cholesterolgehalte lager dan 40 mg per 100 ml bij mannen, en dan 50 mg per 100 ml bij vrouwen. Het HDL-cholesterol is het ‘gezonde’ cholesterol.
Lees ook: Screening op metabool syndroom via zelf opmeten buikomvang
Risicofactoren
- Leeftijd. Het risico neemt toe met de leeftijd. Tussen 20 en 29 jaar heeft ongeveer 5 procent van de mensen het metabool syndroom. Dat loopt op tot 20-25 procent tussen 40-49 jaar en tot meer dan 40 procent boven 60 jaar. Bij kinderen met overgewicht kan het risico ook erg hoog liggen, tot 40-50 procent.
- Geslacht. Metabool syndroom komt op alle leeftijden meer voor bij mannen dan bij vrouwen. Na de menopauze neemt de kans bij vrouwen vrij sterk toe.
- Overgewicht. Vooral overgewicht met te veel buikvet is een van de belangrijkste risicofactoren voor het ontstaan van het metabool syndroom.
- Diabetes type 2. Ongeveer 85 procent van de mensen met diabetes type 2 lijdt ook aan het metabool syndroom. Ook wanneer je zelf geen diabetes hebt maar diabetes voorkomt in je familie, loop je een verhoogd risico.
- Voeding. Een energierijk dieet met relatief veel (verzadigd) vet en suikers, en te weinig vezels en onverzadigd vet verhoogt de kans op het metabool syndroom.
- Een sedentaire levensstijl en gebrek aan beweging dragen bij tot een verhoogd risico op het metabool syndroom.
- Erfelijke factoren spelen ook een rol in het ontwikkelen van het metabool syndroom. In sommige families komen hartziekten en diabetes meer voor dan in andere families.
- Roken. Roken verhoogt onder meer de kans op een hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten.
- Overmatig alcoholgebruik is ook een belangrijke risicofactor.
- Een verstoord dag- en nachtritme. Doorlopende snacks en maaltijden tot laat in de avond, te weinig beweging en te laat naar bed gaan, brengen je bioritme van slag. Hierdoor raakt het autonoom zenuwstelsel ontregeld. Gevolgen hiervan zijn onder meer centrale adipositas, een verstoorde werking van lever en pancreas en een verhoogde bloeddruk.
- Cysten op de eierstokken (polycysteusovariumsyndroom of PCOS). Vrouwen met meerdere cysten op de eierstokken, waarbij de hormonenproductie is verstoord, hebben een sterk verhoogde kans op het metabool syndroom.
- Eiwit in de urine (albuminurie). Albuminurie is het uitscheiden van albumine in de urine. Dit is een marker van nierschade en van verhoogd cardiovasculair risico. Albuminurie kan een gevolg zijn van het metabool syndroom, maar wordt meer en meer als een risicofactor beschouwd.
- Een te laag testosterongehalte. Mannen met een laag testosterongehalte hebben meer kans om de aandoening te ontwikkelen. Maar het kan naast een oorzaak ook een gevolg zijn van het metabool syndroom. Bij mannen boven de veertig jaar neemt de productie van testosteron van nature langzaam af. Dit proces wordt echter versneld door buikvet en weinig beweging.
- De inname van sommige geneesmiddelen. Diverse geneesmiddelen die de bloeddruk of het cholesterolgehalte kunnen verhogen en kunnen leiden tot gewichtstoename, kunnen ook bijdragen tot het metabool syndroom. Ook sommige geneesmiddelen tegen depressie en andere psychiatrische problemen hebben dit effect.
Lees ook: Krachttraining verlaagt kans op metabool syndroom
Mogelijke gevolgen
- Hart- en vaatziekten. Bij mensen die aan het metabool syndroom lijden, verdubbelt de kans om in de eerstvolgende vijf à tien jaar een hart- of vaatziekte te krijgen, zoals een hartaanval, een beroerte (CVA), hartfalen, verstopte slagaders in de benen (‘etalagebenen’), enzovoort.
- Bloedstolling. Bij mensen met het metabool syndroom is er een sterk verhoogde kans op bloedstollingsproblemen, met onder meer een verhoogd risico op een trombose.
- Diabetes type 2. De kans om diabetes type 2 te krijgen ligt ongeveer vijf keer hoger dan bij mensen zonder het syndroom. Bovendien ligt de kans op hart- en vaatziekten bij diabetespatiënten met het metabool syndroom ook veel hoger.
- Leverziekten. Het metabool syndroom is waarschijnlijk een van de belangrijkste oorzaken van niet-alcoholische leververvetting (non-alcoholic fatty liver disease of NAFLD). Dit is vandaag de meest voorkomende chronische leverziekte in westerse landen. Niet-alcoholische leververvetting wordt vaak als de manifestatie van het metabool syndroom in de lever beschouwd.
- Nierfalen. Diabetes type 2 en hoge bloeddruk zijn de belangrijkste risicofactoren van nierfalen. In geval van het metabool syndroom neemt dat risico nog toe.
- Kanker. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat het metabool syndroom de kans op bepaalde kankers, zoals darm- en prostaatkanker bij mannen, en borst- en darmkanker bij vrouwen, verhoogt.
- Slaapapneu. Het metabool syndroom verhoogt de kans op obstructieve slaapapneu. Omgekeerd zou slaapapneu ook de insulineresistentie kunnen verergeren.
- Erectiestoornissen. Mannen met het metabool syndroom hebben vaak aderverkalking, wat een veelvoorkomende oorzaak is van erectieproblemen. Daarnaast kunnen erectiestoornissen ontstaan door een laag testosterongehalte, bijvoorbeeld als gevolg van het metabool syndroom.
- Psychiatrische aandoeningen. Het metabool syndroom zou het risico op een depressie en sommige andere psychiatrische aandoeningen kunnen verhogen. Het is echter niet helemaal duidelijk wat oorzaak en gevolg is. Bovendien hebben mensen die zich psychisch minder goed voelen, soms minder gezonde leefgewoonten: roken, gebruik van alcohol, weinig lichaamsbeweging, slechte eetgewoonten, onregelmatig leven,... Er is dan ook een grotere kans dat het metabool syndroom zich bij hen ontwikkelt.
Lees ook: Wegovy: nog beter dan Ozempic om te vermageren?
Metabool syndroom voorkomen
- Gewichtsverlies. Men moet streven naar een gewichtsverlies van vijf à tien procent tijdens het eerste jaar. Wie een tiende van zijn lichaamsgewicht verliest, vermindert zijn bloeddruk, brengt zijn cholesterol beter in balans, verbetert het suikermetabolisme en doet het risico op diabetes type 2 dalen.
- Voldoende beweging. Las minstens drie tot vier keer per week een matig tot intensieve inspanning van dertig minuten in. De Bewegingsdriehoek kan hierbij als leidraad dienen.
- Stop met roken. Hoewel roken geen oorzaak is van het metabool syndroom, is het een belangrijke co-risicofactor in de ontwikkeling van hart- en vaataandoeningen en bij het ontwikkelen van diabetescomplicaties.
- Houd een regelmatig dag- en nachtritme aan. Bij patiënten met een metabool syndroom zie je dat het dag- en nachtritme verstoord is: de bloeddruk daalt ’s nachts niet meer zo sterk en er zijn minder schommelingen in de glucoseopname in de weefsels. Dat ligt aan een storing in de parasympathische en de sympathische activiteit.
Lees ook: Yoga helpt mogelijk tegen metabool syndroom
Behandeling
- Bloeddrukverlagers. Bij een verhoogde bloeddruk zal je arts bloeddrukverlagende middelen voorschrijven. Sommige bloeddrukverlagende medicatie zoals bètablokkers en vochtafdrijvers (diuretica) zijn minder aangewezen, omdat ze de gevoeligheid van de cellen voor insuline nog verder verminderen.
- Verlagen cholesterol. Je arts kan daarvoor statines voorschrijven. Deze middelen hebben ook een gunstig effect op de nier- en leverfunctie.
- Verlagen bloedsuiker. Indien nodig, kan je arts orale geneesmiddelen geven. Meestal zal men starten met metformine, eventueel aangevuld met een ander suikerverlagend middel dat geen of een positief effect heeft op bijvoorbeeld het gewicht en/of de nierfunctie.
- Preventie klontervorming en trombose. Als preventie tegen klontervorming zal je arts een lage dosis aspirine voorschrijven.
Lees ook: Atherosclerose: sluipmoordenaar die jaarlijks 23.000 slachtoffers maakt
Dieet
Een gezonde, evenwichtige voeding is cruciaal als er sprake is van het metabool syndroom. Eventueel is persoonlijk dieetadvies nodig. Meestal zal een zogenaamd mediterraan dieet of een DASH-dieet worden aangeraden. De Voedingsdriehoek is hierbij een goede leidraad. Hou in elk geval rekening met volgende richtlijnen:
- Lagere calorie-inname: het streefdoel is een vermindering van de calorie-inname met 500 kcal per dag.
- Maaltijden moeten bestaan uit 30 procent eiwit, 35 procent vetten en 35 procent koolhydraten.
- Minder verzadigde en meer onverzadigde vetten.
- Let ook op een goede verhouding tussen omega-3- en omega-6 vetzuren.
- Voldoende vezels (30g): dus voldoende groente, fruit, peulvruchten en noten/zaden.
- Vermijd gezoete frisdranken (vooral met fructose).
- Bij hypertensie raadt men maximaal vijf gram zout aan.
- Beperk je alcoholgebruik.
Lees ook: Met welke sporten kan je best buikvet verliezen?
Bronnen:
https://www.orpadt.be
https://www.nhs.uk
https://www.heart.org