Gerelateerde artikels
Hoe leer je een puppy zindelijk worden?
In dit artikel
Hoe leer je een puppy zindelijk worden?
dossier
Zindelijk worden is voor een puppy, net als voor een peuter, een hele opgave. Het is een samenspel van verschillende factoren waarbij zowel lichamelijke als cognitieve behendigheden een rol spelen.
Wat kan je doen om dat vlot te laten verlopen? En hoe krijg je die klus zo snel mogelijk geklaard?
Wat kan je doen om dat vlot te laten verlopen? En hoe krijg je die klus zo snel mogelijk geklaard?
Wij gingen te rade bij puppy-experte Joke Monteny * van Hond inform, Informatie- en opvoedingscentrum voor uw hond (www.hondinform.be) en lieten haar uitgebreid aan het woord.
Een langetermijnopdracht
Op lichamelijk vlak is het voor een puppy een hele klus om te leren hoe hij bepaalde spieren bewust moet ontspannen en aanspannen en hoe hij zijn ‘boodschap’ een tijdje moet ophouden tot op de plaats waar ze mag worden achtergelaten. Ook zijn blaas moet het fysiek aankunnen om een plasje op te houden. Het vraagt dan ook best wat tijd om dat allemaal onder de knie te krijgen. Net zoals bij kinderen staat er geen vaste leeftijd op en zit er een ruime marge op. Bij sommige pups verloopt dit leerproces zeer vlot en lukt het al na een 4-tal maanden, andere doen er veel langer over en zijn pas zindelijk wanneer ze 6 à 8 maanden oud zijn.
Er zijn tal van factoren die dat proces beïnvloeden: de gezondheidstoestand van het jonge dier dat je in huis krijgt, het ras, de aandacht voor het zindelijk worden bij de fokker, de levensomstandigheden, en uiteraard de mate waarin jij als ‘eigenaar’ je puppy coacht. Ook stress zal een impact hebben op het zindelijk worden van zo’n jong dier.
Zindelijkheid is echter niet alleen een fysiek evolutieproces, het is ook een cognitief proces. Wanneer je pup zijn behoefte moet doen, wordt deze aandrang onder andere gestuurd door een volle blaas. Er vertrekken dan signalen naar de hersenen die ervoor zorgen dat de sluitspier zich ontspant en dat de urine het lichaam verlaat. Je pup moet leren aanvoelen dat hij zijn behoefte moet doen, maar dat het nog niet het geschikte moment is daarvoor ondanks de signalen die hij van zijn lichaam krijgt. Hij moet namelijk eerst op zoek gaan naar het juiste plekje en dan pas de spier lossen en het laten gebeuren. Mogelijks moet hij jou ook nog een teken geven zodat jij weet dat je hem moet uitlaten of de toegang geven naar het plekje waar hij zijn behoefte mag doen.
Het vergt van de puppy dus een volledige fysieke en cognitieve controle over zijn blaasspier om die toch aangespannen te houden ondanks de aandrang om te plassen en anderzijds om die net te lossen op het ogenblik dat het juiste plekje bereikt is. Ook voor zijn stoelgang zijn er gelijkaardige processen aan de gang. Daarom is anticiperen er in het begin nog niet bij. Je kan het proces wel wat sturen en je pup helpen, maar het lichamelijk stukje van ‘er rijp voor zijn’ heb je niet in de hand en dit is voor iedere pup anders. Er zit dus niets anders op dan geduldig te zijn, want het komt wel goed … op voorwaarde dat je puppy wel degelijk gezond is! Wanneer je geen leerproces opmerkt of wanneer je pup veel kleine plasjes maakt, bij de minste twijfel en zeker als er bloed in de urine zit, ga je best eerst te rade bij de dierenarts. Op die manier kan een medisch onderliggend probleem uitgesloten worden. Problemen met de urinewegen en/of maag-darmklachten liggen dikwijls mee aan de basis van het niet ‘zindelijk’ zijn.
Routine en regelmaat zijn de beste hulpmiddelen om je pup te leren hoe hij zindelijk wordt op mensenmaat. En soms gaat het wat moeizaam. Maar als je het gegeven ‘zindelijk zijn’ bekijkt door de ogen van de puppy zelf is het niet zo’n moeilijke opdracht. Zijn instinct zegt: ik doe mijn behoefte weg van het ‘nest’ en klaar is kees….
Precies daarom heeft een pup onze hulp nodig, en vooral ook ons geduld, want hij moet zich aanpassen aan onze normen van ‘zindelijk zijn’. Hij moet leren om aan te geven dat hij zo nodig ‘moet’. Hij moet ook leren dat hij daarbij rekening moet houden met allerlei obstakels die ermee gepaard gaan, zoals bijvoorbeeld een deur die geopend moet worden.
Moet je ’s nachts opstaan voor je pup?
Heel wat pups kunnen op de leeftijd van ongeveer 8 weken nog geen volledige nacht van 8 uur overbruggen, omdat ze er fysiek nog niet klaar voor zijn. Na een 4 à 6-tal uur moet het nog eens gebeuren en dan is de keuze aan het baasje: opstaan en de puppy naar buiten coachen zodat hij daar zijn behoefte kan doen, ofwel doorslapen en de pup zijn behoefte in huis laten doen.
Opteer je ervoor om op te staan en je pup ook ’s nacht te helpen, dan zet je best je wekker om 2 u of 3 u waarbij je gaandeweg meer tijd tussenlaat. Veel pups zullen ook ‘een seintje’ geven als ze hoognodig moeten, door bijvoorbeeld te piepen of ongedurig te worden. Hoor je dit, sta dan ook op en coach hem naar ‘zijn toiletje’ buiten. Het zal het zindelijkheidsproces van je pup zeker bevorderen. Blijf vooral rustig wanneer je je puppy ’s nachts uitlaat, geef geen extra beloning, en coach hem na de ‘daad’ rustig terug naar zijn slaapplaatsje.
Opteer je ervoor om door te slapen? Zorg er dan wel voor dat je pup de ruimte heeft om zijn behoefte binnenshuis te doen en dat hij niet in zijn eigen urine of stoelgang moet zitten (door hem bijvoorbeeld op te sluiten in een bench). In deze situatie zal het mogelijks wat langer duren voordat de pup zindelijk wordt, maar daartegenover staat dat jij de ganse nacht knus in je bed kan blijven.
Bij kleine rassen duurt het sowieso gemiddeld wat langer tot ze volledig zindelijk zijn dan bij grote rassen. De reden hiervoor is dat kleine honden een relatief snel metabolisme hebben, dat niet evenredig is met hun kleine blaasgrootte. Hierdoor moeten ze dus vaker hun behoefte doen.
Zes handvatten voor een goede zindelijkheidstraining
Handvat 1 : Begrijp hem en bekijk het zindelijk worden door zijn ogen
Zindelijk worden, zoals wij dat inkleden, is een hele opgave voor je pup. De eerste dagen na zijn geboorte is hij volledig afhankelijk van zijn moeder. Zij likt hem totdat hij zijn urine en stoelgang loslaat. Zonder haar tussenkomst zou hij ten dode opgeschreven zijn, want de eerste weken kan hij zijn behoefte niet uit eigen beweging doen. Na enkele weken slaagt hij er wel in om zelf zijn stoelgang te maken en als hij de kans daartoe krijgt, begeeft hij zich zelfs al wat buiten de nestomgeving om zijn behoeftes te doen. Eigenlijk is een pup op dat moment zindelijk, tenminste als je ‘zindelijk zijn’ door een hondenbril bekijkt. Of hij zijn behoefte kwijt moet op krantenknipsels, stro, beton, gras of tegels … daar maakt hij zich niet druk om. In zijn wereld is het enkel de bedoeling om dit weg van het nest te doen.
In zijn eerste levensweken heeft hij zich dus wel degelijk een beeld gevormd van zijn ‘toilet’. Was het gebied weg van het nest toevallig een grasperk, dan zal dit bij voorkeur zijn soort toilet worden. Was het beton, dan zal die ondergrond zijn ‘beeld van een toilet’ geworden zijn.
Je kunt die ‘geprogrammeerde ondergrond’ nog wijzigen, maar het is wel belangrijk dat je ermee rekening houdt, en het zal ook wat tijd en inspanningen vergen om je pup wijs te maken dat hij zijn behoefte niet meer mag doen op het soort ondergrond waaraan hij gewend was bij de fokker. Stel je maar eens voor dat jij plots een emmer als ‘toilet’ moet gaan gebruiken en de doorsnee toiletten geen toilet meer zijn.
Handvat 2: Help hem om ‘accidentjes’ te vermijden
- Neem je pup heel regelmatig mee – voor jonge pups zeker om de anderhalf tot 2 uur- naar de plaats waar hij zijn behoefte mag en kan doen. Doe dit sowieso zodra hij ontwaakt, nadat hij gegeten heeft, nadat hij gedronken heeft, na het spel en laat de frequentie afhangen van zijn leeftijd.
- Geef je pup rustig de tijd. In het begin is het belangrijk dat je effectief ook meegaat naar de plaats waar hij zijn behoefte kan doen. Op die manier voelt hij zich veiliger en jij kan meteen checken of hij zijn plasje of grote boodschap wel degelijk gedaan heeft. Wordt er niets achtergelaten, dan neem je hem eventueel terug mee naar binnen, maar coach je hem 5 minuten later toch terug naar het gewenste plaatsje. Zo vermijd je dat hij in de fout gaat. Gewoon aan de deur staan wachten en verwachten dat je pup alleen verder naar buiten gaat om zijn behoefte te doen, werkt voor sommige pups maar niet voor allemaal. De meeste komen al snel terug tot bij het baasje en vergeten het te doen.
- Zorg er ook voor dat je pup het plekje waar je hem naar toe brengt vlot kan bereiken en dat hij zich daar veilig voelt. Is dat laatste niet het geval, dan zal je pup ofwel zijn behoefte niet doen en die ophouden tot hij weer thuis/binnen is. Ofwel zal hij net heel veel ontlasting krijgen (diarree). Dit geldt ook voor zijn behoefte doen op wandelingen.
Besluit
Wil je je pup zo goed mogelijk helpen om zindelijk te worden en daar zo snel mogelijk in slagen? Ga dan heel dikwijls met hem naar het ‘gewenste’ plekje, geef hem rustig de tijd om daar zijn behoefte te doen en blijf erbij. Zorg er ook voor dat dat plekje vlot bereikbaar is en dat je puppy zich er veilig voelt.
Handvat 3: Help hem begrijpen wat de bedoeling is
Wanneer je pupje zijn behoefte buiten gedaan heeft, laat hem dan onmiddellijk weten dat dit prima was. Prijs hem eventjes de hemel in of beloon hem met een koekje of een ander voertje, of beter nog met een spelletje. Zo zal je puppy snel begrijpen dat dit is wat je van hem verlangt. Het is wel de bedoeling dat je wacht met belonen tot hij klaar is met zijn behoefte. Dit om te vermijden dat je pup plots stopt met plassen wanneer je heel vriendelijk ‘flink!’ zegt en de rest van zijn plas ophoudt tot hij weer binnen is.
Handvat 4: Negeer ‘accidentjes’
Bij zindelijkheidstraining kun je niet straffen. Doet je pup zijn behoefte toch binnenshuis, negeer dit gedrag dan en onderneem geen actie naar je pup toe. Niet fysiek en ook niet emotioneel. Het heeft geen zin om je pup te straffen bij een ongelukje, want straffen helpt hem niet vooruit en kan zelfs het tegenovergestelde effect hebben. Ook niet als je hem ‘op heterdaad’ betrapt. Mogelijks krijg je het advies van andere baasjes dat je een hond die binnenshuis zijn behoefte doet, moet terechtwijzen met een ‘foei’ of een sterke ‘neen’. Of dat je er hem zelfs met zijn neus moet induwen! Maar dat is absoluut niet positief voor je relatie met de pup en het zal ook niet bijdragen tot het zindelijkheidsproces. Het kan zelfs zijn dat je je pup iets anders leert wanneer je een dergelijke actie onderneemt en hem straft, namelijk dat het niet goed is om zijn behoefte met jou in de buurt te doen. Maar daardoor kan hij het gegeven jammer genoeg ook niet linken aan de juiste plaats, met alle gevolgen van dien: misschien is hij niet meer snel geneigd om buiten zijn behoefte te doen als jij erbij bent, of misschien doet hij zijn boodschap binnenshuis wanneer jij dat niet ziet en op een plaats waar je het niet meteen merkt (bv. achter de sofa). Weet dus dat de reden in een dergelijk geval enkel is dat je pup nog niet door heeft waar hij het wel moet doen, maar dat hij wel al door heeft dat hij het beter niet doet in de buurt van het baasje of wanneer het baasje het ziet.
Het is jammer als het binnenshuis gebeurt, maar het betekent dat je je pup niet goed ‘gecoacht’ hebt, dat je niet geanticipeerd hebt, dat je onvoldoende hebt opgelet of dat hij het zindelijk zijn nog niet volledig onder de knie heeft.
Maak het ‘ongelukje’ schoon met keukenrol en een schoonmaakmiddel op basis van enzymen zodat ook voor de puppy de urinegeur verdwijnt. Gebruik je een doorsnee huishoudelijk schoonmaakmiddel of een product dat ammoniak bevat, dan zou het wel eens kunnen dat die plaats voor je puppy naar ‘toilet’ blijft ruiken en dat laat hij daar de volgende keer misschien weer iets achter.
Handvat 5: Buig het gegeven om naar een leerproces voor jezelf
De zindelijkheidstraining van je pup is een intensieve periode die gemiddeld zo’n 2 à 4 weken duurt en ook voor jezelf is het een leerproces dat tijd vergt. Hoe sneller je erin slaagt om je pup zindelijk te maken en naar de gewenste plaats te coachen, hoe comfortabeler. Daarom is het belangrijk dat je leert om je pup te observeren. Zeker als het om zijn behoeftes gaat, vallen er heel wat signalen te ontdekken. Als je pup moet plassen of een hoopje wil leggen, komt er meestal wat gesnuffel aan te pas, en begint hij ongedurig of wat in een kringetje rond te lopen. Telkens je dit opmerkt, coach je hem rustig maar onmiddellijk naar de gewenste plaats en wacht je geduldig af tot het gebeurt. Hou er ook rekening mee dat een pup meestal wat wil bewegen en een paar pasjes nodig heeft vooraleer hij zijn hoopje kan leggen. Eerst eventjes rondstappen helpt meestal.
Na verloop van tijd zal je duidelijk het verschil zien: is je pup gewoon wat aan het rondsnuffelen of is hij aan het snuffelen om zijn behoefte te kunnen doen.
Handvat 6: Leer alternatief gedrag aan
Het is handig als je pup snel door heeft dat het op een bepaald moment de bedoeling is dat hij zijn behoefte gaat doen. Vergelijk het met kindjes in de kleuterklas. De juf maakt er ook meestal de gewoonte van om op regelmatige tijdstippen naar de toiletjes te gaan en de kleutertjes te laten plassen. Dat geldt ook voor pups. Creëer routines en plak daar eventueel een paar woordjes op zoals ‘plasje maken’… Je puppy zal snel snappen waar je naar toe wil en dat komt goed van pas als je je puppy een tijd alleen moet laten of als hij fysiek rijp is om ook ’s nachts zindelijk te worden. Zo kan je je pup snel duidelijk maken dat het ‘nu’ moet gebeuren omdat je er daarna een tijd niet bent.
5 hardnekkige mythes en misverstanden
- Mijn pup plast uit frustratie of colère.
Dat is een fabeltje. Bij analyse van de situatie is er meestal sprake van een angstige pup of een pup die last heeft van acute stress. De signalen zijn herkenbaar: een blaffende of wilde pup die met zijn gedrag aangeeft dat hij de situatie niet aankan. - Mijn pup weet wel dat hij het binnen niet mag doen, want hij kijkt schuldig als wij het merken.
Tot op heden is niemand erin geslaagd om aan te tonen dat een hond de emotie ‘schuld’ kent. Wat er wel gebeurt wanneer de hond ‘schuldig kijkt’, is dat hij de negatieve emotie van zijn eigenaar oppikt en hierop reageert met kalmerende signalen zoals wegkijken, de kop verlagen, gaan zitten …. Dit zijn signalen waarmee de pup probeert aan te geven dat hij zich niet veilig voelt bij de reacties van de eigenaar. De pup heeft dan in feite geleerd dat wanneer zijn eigenaar binnen komt en er een plasje ligt, dit gepaard zal gaan met een negatieve emotie bij zijn eigenaar. Bijgevolg zal de pup gaan reageren (zogezegd schuldig kijken) ook al zegt de eigenaar niks. Het betekent geenszins dat de pup begrijpt dat hij daar niet mag plassen. - Wanneer een pup onzindelijk is in zijn bench moet je de bench verkleinen.
Dit advies is gebaseerd op het onmiddellijk bestrijden van de symptomen zonder na te gaan waarom de pup eigenlijk onzindelijk is. Als zo’n jong diertje echt zijn behoefte moet doen op de plaats waar hij ook slaapt en ligt, omdat hij er fysisch nog niet klaar voor is om die lang op te houden, dan is dat op z’n minst onaangenaam voor dat beestje. Vraag je liever af waarom je pup niet zindelijk is. Is hij er inderdaad fysisch nog niet klaar voor of komt hij ’s nachts wakker omdat hij zich niet veilig voelt en moet hij daardoor zijn behoefte doen? Onveiligheid veroorzaakt immers stress en stress zorgt er voor dat je minder controle hebt over je blaas. Een goede vergelijking: denk maar eens hoeveel studenten nog ‘vlug’ eventjes naar het toilet moeten vlak voor het mondeling examen ... Of misschien moet je wel eens spreken voor een volle zaal en voel je wat zenuwen, dan moet je plots ook dringend. - Wanneer je je pup op heterdaad betrapt terwijl hij binnen of op een ongewenste plaats aan het plassen is, pak hem dan onmiddellijk op.
De meeste pups gaan inderdaad stoppen met plassen als je ze oppakt, maar het helpt ze niet vooruit om te leren waar ze dat dan wel moeten doen. En dat is nu net de key factor in de zindelijkheidstraining op mensenmaat: dat je pup zijn behoefte doet op de plaats die jij voor ogen hebt. - Pup plast bij begroeting omdat hij overenthousiast is.
Elkaar begroeten gaat gepaard met specifieke gedragingen. Bij mensen is dit meestal elkaar aankijken, dichterbij komen, eventueel de hand schudden of ander fysisch contact en een praatje maken. Bij honden ligt dit helemaal anders. Honden begroeten elkaar ‘in stilte’, geven elkaar graag wat ruimte. Ze staan niet stil tijdens begroetingen, maar draaien graag rondjes waarbij ze aan elkaars achterwerk en muil kunnen snuffelen. Helemaal anders dus dan hoe wij elkaar begroeten... Precies omdat wij pups gaan begroeten op een ‘mensenmanier’ ervaren die diertjes heel veel stress. Dit gaat dan jammer genoeg soms gepaard met controleverlies over de blaasspier.
Dus: wil je dat vermijden, begroet je pupje dan op een ‘hondvriendelijke’ manier. Gun hem de tijd om te komen snuffelen, blijf recht staan en doe geen acties naar hem toe. Maak vervolgens een boogje rond hem en coach hem rustig naar buiten of doe zelf verder je ding. Ook het opspringen zal op die manier verdwijnen als sneeuw voor de zon!
Het verhaal van Mazzel
De familie X kwam bij mij op les met hun huskypup Mazzel. Een van hun eerste prangende vragen betrof de zindelijkheid. Mazzel was nu een 10-tal dagen bij hen en de zindelijkheid wou maar niet lukken. En nochtans gingen ze meerdere keren per dag gedurende enkele minuten met hem wandelen . Maar nee hoor, ook al wandelden ze een kwartier of twintig minuten, Mazzel vertikte het om iets te doen. Ze konden toch niet nog langer wandelen? Hij was nog zo jong? Maar zodra ze een paar minuten thuis waren, deed Mazzel binnenshuis zijn behoeftes. Initieel pardoes waar hij stond maar daarna achter de zetel, in de gang… Telkens op een onbewaakt moment wanneer ze het niet konden zien. Ze hielden hem daarna dan maar goed in de gaten en konden hem dikwijls op heterdaad betrappen, maar niets hielp. Finaal ging hij het zelfs stiekem op zijn kussen in de bench gaan doen.
Arme Mazzel en arme familie X. Ze hadden een pak goedbedoelde adviezen gekregen, maar ze zaten in de rats. Het startte duidelijk al met de wandeling. Mazzel voelde zich er nog niet veilig genoeg: de nieuwe omgeving, de geluiden, de lijn, te veel andere bedreigende geuren… alles was nog veel te spannend en dat was de reden waarom Mazzel zijn behoefte niet deed tijdens de wandeling, hoe lang die ook duurde. Hij voelde zich niet veilig. Binnenshuis, toen hij eindelijk terug in zijn veilige omgeving was, kon hij ‘op zijn gemak’ zijn behoefte doen. Maar toen kwam het: als hij zijn plasje deed of hoopje legde wanneer iemand in de buurt was, stortte zijn wereld eventjes in. Een boze blik, een uitbrander en opgepakt worden. Meer was er niet nodig voor Mazzel om zich uit de voeten te maken telkens als hij zo nodig moest. En uiteindelijk leek zijn bench de meest geschikte plaats. Niemand had immers argwaan als hij in de bench kroop.
Ik gaf de eigenaars volgende tips:
- Zoek een rustig plaatsje in je tuin dat Mazzel al kent. Zet er een omheining rond zodat Mazzel daar vrij kan rondlopen en snuffelen.
- Ga daar heel dikwijls met hem heen en wacht geduldig af. Doet hij zijn behoefte, beloon hem dan verbaal en geef hem een lekker snoepje.
- Doet hij zijn behoefte niet, ga eventjes met hem terug naar binnen en speel kort met hem. Ga vervolgens terug naar buiten naar het plekje.
- Wacht eventjes met wandelen (familie X had een grote tuin) en laat hem ervaren dat de lijn zijn veiligheid is.
Toen de familie X twee weken later op les kwamen deed Mazzel keurig zijn behoeftes in de tuin. Ik zag een vrolijke pup met dito eigenaars.
Een verhaal uit het boek 'Welkom Puppy' van Joke Monteny, uitgegeven bij Manteau, M Books
(*) Joke Monteny is Docent Dierenzorg bij de Katholieke Hogeschool VIVES in Roeselare.
Ze is auteur van 'Welkom puppy', uitgegeven bij Manteau/M Books en 'Je pup is geen opwindspeeltje' uitgegeven door Hond Inform.
auteur:
Hilde Deweer,
lifestylejournalist