Aromatherapie verhoogt fijnstofconcentratie binnenshuis
nieuws
Het vernevelen of verdampen van essentiële oliën – ook bekend als aromatherapie – wordt op grote schaal aangeprezen voor haar luchtzuiverende eigenschappen. Essentiële oliën uit o.m. de dennen- en de citrusfamilie bevatten hoge percentages monoterpenen, andere oliën van o.m. oregano, tijm en kruidnagel bevatten veel fenolen, stoffen die een krachtige microbendodende en luchtzuiverende werking zouden bezitten. Ze zouden ook kunnen ingezet worden tegen het zogenaamde sickbuildingsyndroom vanwege hun schimmeldodend effect. Een bijkomend voordeel van essentiële oliën zou zijn dat het het aantal negatieve ionen in de lucht verhoogt waardoor er minder bacteriegroei zal plaatsvinden. Deze luchtmoleculen met negatieve lading binden zich aan verontreinigende (positieve) deeltjes die vervolgens neerslaan op de grond. Dit zou allergische reacties kunnen verminderen, de ademhaling bevorderen, rustgevend zijn en een positief effect hebben op het humeur.
Onderzoekers uit Taiwan komen in het vakblad Environmental Engineering Science echter tot een heel andere conclusie: door aromatherapie ontstaan vluchtige organische verbindingen (VOS) die op hun beurt tot hoge concentraties secundaire aërosols kunnen leiden. Een aërosol is een gas dat vermengd is met zeer fijne stofdeeltjes. Volgens heel wat studies kan zelfs kortstondige blootstelling aan dit ultrafijne stof negatieve gezondheidseffecten hebben, zoals vermindering van de longfunctie, opstoten van astma, hoofdpijn, enz.