testen
Testeigenschap: het accelaratievermogen
Voor wie: kinderen, spelsporters en ongetrainden
Materiaal: stopwatch, meetlint en plaklint
De tijd in tienden van seconden, die nodig is om 5 keer volledig heen en weer over een afstand van 5 meter te sprinten. De totaaltijd is de maat voor het acceleratievermogen.
Neem met beide voeten plaats achter de startlijn. Op commando zo snel mogelijk vertrekken, binnen 5 meter weer afremmen, tenminste met 1 voet achter de vijf meterlijn, draaien en weer terug sprinten.
Dit 5 keer herhalen.
Op de terugweg van de vijfde keer heen en weer niet afremmen, maar zo hard mogelijk over de finishlijn, gelegen voorbij de 5-meterlijn, sprinten.
Doe eenmaal niet op volle snelheid een proefpoging. Ga na een kleine pauze daarna voluit.
De testleider instrueert en demonstreert hoe er gestart, gekeerd en gefinisht moet worden. Hij telt hardop het aantal keren dat er al heen en weer gesprint is. Hij stelt zich op bij de startstreep die tevens finshlijn is. Wordt er niet of te vroeg gekeerd, dan dient er per keer 0,1 strafseconde bij de eindtijd te worden geteld.
|
Leeftijd |
laag |
matig |
gemiddeld |
goed |
hoog |
|
12 jaar |
> 20.8 |
20.7-20.0 |
19.9-19.4 |
19.3-18.7 |
< 18.6 |
|
14 jaar |
> 20.4 |
20.3-19.6 |
19.5-19.0 |
18.9-18.2 |
< 18.1 |
|
16 jaar |
> 19.4 |
19.3-18.6 |
18.5-18.1 |
18.0-17.5 |
< 17.4 |
|
18 jaar |
> 18.7 |
18.6-17.9 |
17.8-17.5 |
17.4-17.0 |
< 16.9 |
|
senioren |
> 19.3 |
19.2-17.9 |
17.8-17.1 |
17.0-16.1 |
< 16.0 |
|
Leeftijd |
laag |
matig |
gemiddeld |
goed |
hoog |
|
12 jaar |
> 21.7 |
21.6-20.8 |
20.7-20.1 |
20.0-19.5 |
< 19.4 |
|
14 jaar |
> 21.7 |
21.6-20.7 |
20.6-20.0 |
19.9-19.2 |
< 19.1 |
|
16 jaar |
> 21.1 |
21.0-20.3 |
20.2-19.5 |
19.4-19.1 |
< 19.0 |
|
18 jaar |
> 20.3 |
20.2-19.6 |
19.5-19.1 |
19.0-18.4 |
< 18.3 |
|
senioren |
> 20.9 |
20.8-19.6 |
19.5-18.5 |
18.4-17.6 |
< 17.5 |
 |
 |
