Wat zijn de gevaren van insectenbestrijdende middelen binnenshuis?

nieuws Het gebruik van bestrijdingsmiddelen binnenshuis kan aanleiding geven tot blootstelling van de gebruiker van de bewoners. Dit kan zowel dermaal (via huidcontact), oraal (via mond) als inhalatoir (via ademhaling) zijn. Een verrassende vaststelling is dat de blootstelling aan schadelijke producten binnenshuis 10 tot 100 keer groter is dan de potentiële blootstelling aan residu's van pesticiden in de voeding.

Dat schrijft de Hoge Gezondheidsraad in een advies over het gebruik van insectenbestrijdende middelen binnenshuis.
Het gaat dan vooral om de zogenaamde biociden die gebruikt worden tegen allerlei ongewenste diertjes, vooral insecten (zoals muggen, vliegen, vlooien, wespen, motten, zilvervisjes, mieren, kakkerlakken, bladluizen...), mijten, spinnen enzovoorts.
Het gebruik van dergelijke producten in Belgie is aanzienlijk. In 2013 werden ongeveer 75 ton aan werkzame stoffen gebruikt voor insectenbestrijding binnenshuis. Het gaat om ruim 200 verschillende producten. Ze worden toegepast onder zeer diverse vormen zoals aerosols, spuitbussen, elektrische verdampers (evaporators), strips, cassettes, lokazen, vlooienbanden, strooipoeders, kamerplantensticks, enzovoorts.
Voor de officiële lijst van de toegelaten producten in België: zie www.biocide.be.

Hoe worden wij binnenshuis blootgesteld aan deze producten?
De mate van blootstelling hangt af van diverse factoren zoals de frequentie van gebruik, de zorg bij de toepassing (zoals beschermende kledij), de dosering en het type van formulering (aerosol, verdamper, enz.).
Probleem is dat de amateurgebruiker doorgaans weinig kennis van de risico’s van deze producten heeft en, in tegenstelling tot de professionele toepasser, weinig of niet beschermd is tijdens de toepassing. Zijn voornaamste informatiebron is het etiket op de verpakking.
Specifieke bevolkingsgroepen kunnen omwille van het verschil in hun gedrag en fysiologie aan hogere concentraties worden blootgesteld. Jonge kinderen worden zo aan hogere niveaus dan volwassenen blootgesteld omdat zij rondkruipen of vaker de handen in de mond stoppen en in ieder geval een lager lichaamsgewicht hebben.

Wat is het risico van de binnenhuisblootstelling aan deze producten?
Meestal blijft de blootstelling ver beneden de veilige grenzen, vastgesteld middels de klassieke toxicologische methode. Uit cijfers van het antigifcentrum blijkt bijvoorbeeld dat er wel veel meldingen en vragen over insecticiden zijn (gemiddeld één per dag), maar dat er relatief weinig (ernstige) ongelukken gebeuren met biociden. In de meerderheid van de gevallen gaat het om kinderen die accidenteel in contact zijn gekomen met insecticiden.

De Hoge Gezondheidsraad vergeleek verschillende scenario's, zoals een man die frequent veel verschillende producten gebruikt zonder of met persoonlijke beschermingsmiddelen, een modale gebruiker, een vrouw die zelf geen producten gebruikt maar alleen onrechtstreeks wordt blootgesteld aan producten die door anderen zijn gebruikt en een peuter die in een huis verblijft waar veel bestrijdingsproducten worden gebruikt. Uit deze scenario's blijkt dat frequent of onzorgvuldig gebruik kan leiden tot blootstelling hoger kan liggen dan de veiligheidsgrenzen.
Ook kinderen vertonen een groter risico vanwege hun andere lichaamsbouw en gedrag (kruipen op de vloer en intens hand-naar-mond contact). Naargelang het type formulering kan de blootstelling hoofdzakelijk dermaal zijn (bijvoorbeeld terugval van aerosolen), via de ademhaling gebeuren (bijvoorbeeld inademen van aerosoldruppels) of via orale opname plaatsvinden (bijvoorbeeld hand-naar-mond contact bij spelende kinderen op behandeld tapijt).

Het blijkt ook dat de secundaire blootstelling van personen die in de behandelde ruimte vertoeven soms even groot en zelfs groter kan zijn dan de blootstelling tijdens de toepassing zelf, vooral omdat de duur van blootstelling veel groter is.
Voornamelijk de elektrische evaporator en de trigger-toestellen (planten- en huisdierenspray) leiden tot een hogere blootstelling.
Bovendien kan niet uitgesloten worden dat op lange termijn ernstige schadelijke gezondheidseffecten, zoals endocriene verstoring, kunnen optreden te wijten aan lage dosis effecten en /of synergistische interacties tussen verschillende agentia. Dit geldt ook voor gecombineerde blootstelling aan werkzame stoffen met eenzelfde werkingswijze.

Zijn bepaalde mensen gevoeliger voor blootstelling aan biociden?
Bepaalde bevolkingsgroepen zijn gevoeliger aan de effecten van deze producten:
• zwangere en borstvoedende vrouwen,
• kinderen,
• oudere mensen,
• mensen met allergieën of met astma,
• mensen met een verhoogde gevoeligheid voor chemicaliën. Bijvoorbeeld ten gevolge van bepaalde aangeboren genetische kenmerken, zogeheten polymorfismen. Zo zijn polymorfismen beschreven die aanleiding geven tot een groter risico op miskraam bij vrouwen blootgesteld aan organofosfor-pesticiden. Ook blijken sommige genetische kenmerken inzake metabolisme of uitscheiding van pesticiden aanleiding te geven tot een groter risico op de ziekte van Parkinson bij personen blootgesteld aan pesticiden.
Gezien de grote veiligheidsmarges die bij de registratieprocedure gebruikt worden (zowel bij de raming van de blootstelling als bij het vastleggen van de toxicologische grenswaarden) gaat men er van uit dat deze risicogroepen ook beschermd worden bij het voorgeschreven gebruik van deze middelen, zodat geen extra maatregelen moeten getroffen worden. Het valt echter niet volledig uit te sluiten dat een beperkte blootstelling aan insecticiden, zonder dat de normen overschreden worden, gezondheidsschade kunnen veroorzaken bij sommige gevoelige personen.

Is er kans op een cumulatief effect bij het veelvuldig gebruik van deze producten binnenshuis?
De Europese wetgeving (en daaruit volgend ook de Belgische wetgeving) over biociden en chemicaliën in het algemeen is voornamelijk gebaseerd op de evaluatie van elk product afzonderlijk. Daarbij worden voor elk product grenswaarden vastgelegd waarvan verondersteld wordt dat er bij deze concentratie van blootstelling geen nadelig effect voor de gezondheid vast te stellen is. Blootstellingsconcentraties lager dan deze grenswaarden worden als veilig beschouwd.
Het zou best kunnen dat, niettegenstaande elke blootstelling apart als veilig kan beschouwd worden omdat ze lager is dan de veiligheidsdrempel, een gecombineerde blootstelling boven deze veiligheidsdrempel komt te liggen.

Er is nog te weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan om een sluitend antwoord te vormen. Vooral een gecombineerde blootstelling aan twee of meer agentia met verschillend werkingsmechanisme maar met toxische effecten op hetzelfde weefsel of hetzelfde orgaan, zou mogelijk kunnen aanleiding geven tot synergistische, onverwacht schadelijke gezondheidseffecten.

Hoe kunt de risico's van insectenbestrijdende middelen beperken?
• Zorgvuldig het etiket lezen en de richtlijnen van het etiket goed opvolgen.
• Niet overdoseren.
• Geen twee producten tegelijk gebruiken. Zo is het ongeoorloofd in dezelfde slaapkamer zowel een aerosolbehandeling uit te voeren en terzelfdertijd een strip of een evaporator te plaatsen.
• Beperk alleszins het gebruik van aerosoltoepassingen binnenshuis.
• Persoonlijke bescherming (bedekkende kledij, mondmasker, wegwerphandschoenen, enz.) voorzien.
• Op correcte wijze toepassen (gericht spuiten in de richting van de ventilatie).
• Het lokaal verlaten na een spuittoepassing.
• Kamers in geval van elektro-verdamper gedurende de dag verluchten.
• Verpakkingen en lege of opgebruikte items zorgvuldig verwijderen.
• Biociden buiten bereik van kinderen bewaren. Niet overgieten in andere verpakkingen.
• Handen wassen na manipuleren van strips, cassettes, halsbanden, enz.

Laatst bijgewerkt: mei 2022

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram