Behandeling borst- en teelbalkanker: grote verschillen tussen ziekenhuizen
nieuws
Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht de zorgkwaliteit van borst- en teelbalkanker.
Hieruit blijkt dat de zorgkwaliteit de voorbije jaren licht is verbeterd, maar dat verdere stappen nodig zijn. Behandeling in ‘ervaren’ ziekenhuizen geeft betere overlevingskans. Welke ziekenhuizen ‘slecht’ en welke ‘goed’ scoren, wordt in het rapport evenwel niet vermeld.
BORSTKANKER
• Het blijkt dat de 5-jaarsoverleving tussen 2001 en 2004 licht is verbeterd voor niet-uitgezaaide kankers. Afhankelijk van het stadium waarin de kanker zich bevond, overleefde tussen de 93% en 64% van de patiënten de eerste 5 jaar. Van de patiënten met uitgezaaide kanker leefde bijna 1 op 3 nog na 5 jaar.
• Sommige maatregelen die aanbevolen worden om een betere overleving te bekomen, om herval tegen te gaan of om een beter esthetisch resultaat te hebben, worden te weinig toegepast. Zo blijkt uit Europese cijfers dat borstsparende chirurgie in 70 tot 80% van de gevallen mogelijk moet zijn. In België werd dit bij minder dan 60% van de vrouwen uitgevoerd.
• Grote verschillen tussen ziekenhuizen: behandeling in ‘ervaren’ ziekenhuizen geeft betere overlevingskans
Tussen 2004 en 2006 behandelde de helft van de Belgische ziekenhuizen minder dan 50 borstkankerpatiënten per jaar. De 5-jaarsoverleving was beter in ziekenhuizen die jaarlijks minstens 150 patiënten behandelden, dan in ziekenhuizen met minder dan 100 borstkankerpatiënten per jaar. De patiënten van deze ‘minder ervaren’ ziekenhuizen hadden – bij een zelfde stadium van de tumor - ongeveer 20% meer kans om binnen de 5 jaar te overlijden. In de ziekenhuizen met een hoger aantal patiënten waren er ook meer multidisciplinaire consultaties, meer borstsparende operaties en meer bestralingen na chirurgie. Toch waren er ook laag-volume ziekenhuizen met goede overlevingscijfers.
Om vanaf 2010 als borstkliniek erkend te worden, moet het ziekenhuis jaarlijks minstens 150 nieuwe patiënten chirurgisch behandelen. Bovendien moeten alle chirurgen die borstaandoeningen behandelen individueel ook jaarlijks minstens 50 patiënten behandelen.
TEELBALKANKER
• Bij deze zeldzame kanker is de overleving op 5 jaar hoog (ongeveer 95%) en zelfs nog lichtjes aan het stijgen.
• Toch wordt een aantal maatregelen nog te weinig uitgevoerd. Zo wint multidisciplinair overleg tussen de zorgverleners aan belang, maar gebeurt het nog te weinig.
• Teveel patiënten met teelbalkanker in een vroeg stadium krijgen, na wegname van de teelbal, alsnog bestraling of chemotherapie, terwijl gewone actieve opvolging aanbevolen is in die gevallen.
• Meer dan een derde van de ziekenhuizen die patiënten met teelbalkanker behandelden voerde gemiddeld één teelbalverwijdering of minder per jaar uit. Dit doet vragen rijzen over de organisatie van de zorg voor deze patiënten. Het KCE pleit ervoor om deze zorg te centraliseren in een beperkt aantal ziekenhuizen.
http://kce.fgov.be/index_nl.aspx?SGREF=5260&CREF=18849
KCE reports 149A http://kce.fgov.be/index_nl.aspx?SGREF=5260&CREF=18826