Gerelateerde artikels
Komt er een bijziende generatie aan?
nieuws
In Zuidoost-Azië neemt bijziendheid epidemische proporties aan. Men doopte het al de myopia boom, met lokale pieken tot 90 procent. Ook in de Verenigde Staten steeg bijziendheid de laatste dertig jaar, van 25 naar 44 procent, en in Europa is die trend er ook. Komt er ook hier een bijziende generatie aan?
Volgens twee publicaties van UZ Leuven en van het UMC Utrecht neemt de bijziendheid ook bij onze kinderen toe, al mogen de alarmerende cijfers van Zuid-Oost-Azië niet zomaar veralgemeend worden. In Azië was er altijd al meer bijziendheid, en het is nog onduidelijk wat daar de juiste verklaring voor is.
Schermstaren
Bijziendheid of myopie zorgt ervoor dat u op afstand slecht ziet. Een bijziend oog is een te lang oog: het brandpunt valt niet óp het netvlies, maar ervóór. Normaal gesproken komen alle lichtstralen die in het oog vallen samen op één punt. Als dat precies op het netvlies is, hebt u goed zicht. Komen die lichtstralen te vroeg samen, al voor het netvlies, dan hebt u als het ware een te lang oog. Omdat de lichtstralen niet op het juiste moment samenkomen, ziet u niet scherp. Daardoor is het zicht veraf wazig en nabij scherp.
Volgens kinderoogarts Ingele Casteels van UZ Leuven groeien onze oogbollen met ons mee. Meestal ziet men klassieke ‘schoolbijziendheid’ rond 11-12 jaar ontstaan, en ze stabiliseert logischerwijs ook wanneer wij ophouden met groeien. Vroeger dacht men dat bijziendheid vooral genetisch was. U maakt inderdaad veel meer kans met twee bijziende ouders. Maar dat alleen verklaart die enorme toename van vandaag niet. Daarvoor moeten we naar onze veranderde omgeving en gewoontes kijken. We zijn meer in steden gaan wonen, we zitten vaker binnen, onze kinderen zitten vandaag ook véél langer – onafgebroken – op hun smartphone of hun computer dan dat ze vroeger een boek lazen.
Volgens Nienke Soeters, optometrist in het UMC Utrecht bestaat er inderdaad een relatie tussen het gebruik van tablets en telefoons en bijziendheid: “De kans om bijziendheid te ontwikkelen is groter wanneer je veel werk doet waarbij je niet ver hoeft te kijken.” Minder naar schermen en meer in de verte kijken kan er dus voor zorgen dat je minder snel bijziend wordt.
“Die link tussen bijziendheid en ‘nabijwerk’ zoals lezen is al vaak vastgesteld,” aldus Casteels. Bij orthodoxe Joden, waar jongens traditioneel veel meer met hun neus in de boeken zitten dan meisjes, zijn er opvallend meer bijziende jongens dan meisjes. En bij de keuring van rekruten voor WO II zag men meer bijziendheid bij officieren – toch meestal studerende mensen – dan bij de gewone soldaten. Het exacte mechanisme erachter kennen we nog niet.”
Buiten spelen
Buiten spelen, in het volle daglicht, is de enige behandeling waarvan bewezen is dat ze het ontstaan van bijziendheid kan voorkomen. “Door minstens twee uur per dag buiten te spelen, kan het moment waarop bijziendheid ontstaat uitgesteld worden”, zegt Soeters. “Dat is gunstig, want wanneer bijziendheid op een latere leeftijd ontstaat, kan het ook minder ver ontwikkelen.”
Het Nederlandse Oogfonds adviseert daarom voor jongeren tot twintig jaar om de 20-20-2 regel aan te houden: na 20 minuten dichtbij kijken, 20 seconden ver weg kijken, en elke dag 2 uur buiten zijn.
Hoe dat komt, is weer een andere vraag. Casteels: “Is het door meer lichtinval in het oog, door meer vitamine D? Groeit het oog minder doordat er in het zonlicht meer dopaminehormoon vrijkomt? Het zijn allemaal nog maar theorieën – maar het werkt dus wel.”
Binnen zitten op zich kan dus nog eerder een boosdoener zijn dan wát men daar uitvoert. “En dus vragen we aan de ouders van bijziende patiëntjes altijd: spelen ze wel voldoende buiten? Ik raad het sowieso elke ouder aan: laat je kind enkele uren per dag buiten spelen. Dat is niet evident, zeker tijdens de donkere wintermaanden, maar het loont de moeite. Er moet ook veel meer glas komen in de klaslokalen waar onze kinderen uren per dag doorbrengen, en ze moeten zoveel mogelijk buiten op lesvrije momenten.”
Bron