De ideale dorstlesser voor sporters
dossier
Tot een duurinspanning van 1/2 - 1 uur zijn geen speciale drankjes nodig. Meestal volstaat gewoon water. Als de duurinspanning langer duurt, verdient een rehydraterende sportdrank of dorstlesser de voorkeur.
Dé ideale dorstlesser die in alle omstandigheden aan alle eisen en voor iedereen voldoet bestaat niet. Toch zijn er een aantal basisvereisten waaraan een rehydratiedrank moet voldoen.
Smaak
Koolhydraten (suikers)
Koolhydraten in een sportdrank helpen het bloedglucosegehalte in stand houden, vermoeidheid uitstellen en dus prestaties verbeteren. De aanbevolen hoeveelheid koolhydraten in een rehydrerende drank schommelt tussen 4 en 8% (40 en 80 g/liter). Bij warm weer moet minder geconcentreerd gedronken worden dan bij koud weer. Concentraties hoger dan 10% vertragen de maaglediging en kunnen maagdarm-klachten veroorzaken. Dranken die meer dan 10% koolhydraten bevatten worden dan ook niet beschouwd als rehydratiedranken maar wel als energiedranken. Ze zijn aangewezen bij minimaal vochtverlies (bv. koud weer) en wanneer extra koolhydraten nodig zijn.
Het soort suiker heeft weinig invloed op de vochtopname. Uitzonderingen hierop zijn fructose en galactose, die de opname van vocht vertragen en maagdarm-klachten (diarree) kunnen veroorzaken.
Lees ook: Wat zijn koolhydraten en welke soorten bestaan er?
Hypotoon / isotoon
Om de opname van vocht tijdens het sporten te bevorderen en een opgeblazen gevoel te vermijden, is het dus het beste een isotone of een hypotone drank (die resp. dezelfde of minder opgeloste deeltjes bevatten dan het bloed) te gebruiken (osmolaliteit tussen 250 en 320 mosmol). Sterk hypotone dranken, zoals water, worden zeer snel opgenomen. Isotone drankjes hebben het voordeel dat ze meer water door de maag-darmbarrière laten.
Natrium (Zout)
Een goede dorstlesser moet een minimale hoeveelheid natrium (een bestanddeel van keukenzout) bevatten. Het verbetert de wateropname omdat natrium en koolhydraten samen geabsorbeerd worden in de darmen. Natrium stimuleert ook het dorstgevoel en zet daardoor aan tot drinken, en zorgt er voor dat vocht beter wordt vastgehouden en niet verloren gaat via urine. Als men alleen water drinkt tijdens inspanning dan zou dit de natriumconcentratie in het bloed doen dalen, met als gevolg een toename van de urineproductie en dus ook een toename van vochtverlies.
Onderzoek heeft aangetoond dat de natriumverliezen tijdens inspanning tussen de 400 en 1100 mg per liter zweet bedragen. Idealiter zou een sportdrank ongeveer 2,4 g NaCl (keukenzout) per liter moeten bevatten. Verdunde oplossingen van vruchtensappen of softdrinks voldoen niet aan die eis. Ook de commerciële sportdranken bevatten meestal minder NaCl.
De andere elektrolyten (o.a. Calcium, Kalium, Magnesium en Chloor) zijn minder belangrijk. Bovendien verhogen ze de osmolaliteit met mogelijke maagdarmproblemen tot gevolg. Tenzij in extreme omstandigheden is het verlies aan elektrolyten tijdens inspanning zo miniem, dat ze gerust na de inspanning kunnen aangevuld worden.
Lees ook: Zin en onzin van Sportdranken