12 veiligheidstips voor een hoverboard

Hoverboards zijn onder kinderen en jongeren populaire, zelfrijdende tweewielers zonder stuur en zitting. Het hoverboard is gebaseerd op het skateboard, maar dan met twee grotere wielen, waarmee de gebruiker enkele centimeters boven de grond kan "zweven". Daarnaast bestaan er ook elektrische eenwielers met twee voetsteunen langs het wiel. 

Net als segways werken hoverboards en elektische eenwielers volgens het gyroscopisch principe: de gebruiker helt voor- of achterover om een richting te kiezen. In tegenstelling tot de klassieke segways hebben hoverboards geen stuur om te draaien. Bij een hoverboard draaien de twee helften van het toestel rond een breedteas en verandert het hoverboard van richting naargelang van de overhelling van een van beide helften ten opzichte van de andere.

Er zijn nog andere toestellen zoals ninebot en walk car. Ninebot is een soort hoverboard met een steun tussen de knieën om de richting aan te geven en heeft één groot wiel. Een walk car is een soort plank met wieltjes en een kleine motor met een lithiumbatterij, en kan een snelheid van 10 km/u behalen.

De toestellen met stuur kunnen enkele kilometers afleggen in verschillende omstandigheden, terwijl een hoverboard eerder voor beperkt gebruik dient op een effen wegdek. 

De kunst bij het rijden op een hoverboard is om net zoals bij een skateboard of waveboard de juiste balans te vinden. 

Uit onderzoek van het Belgische Instituut voor Verkeersveiligheid BIVV blijkt dat 7 procent van de gebruikers van een hoverboard en 4 procent van een eenwieler al eens een verwonding opliep waarbij medische hulp nodig was. De elektrische eenwielers en hoverboards blijken de minst stabiele toestellen: amper 24 procent en 21 procent van de deelnemers aan het onderzoek bleek nooit te zijn gevallen of een ongeval te hebben gehad.

Volgens een studie van VeiligheidNl raadpleegden in 2016 meer dan 1300 mensen een dienst spoedgevallen na een ongeval met een hoverboard.  In vrijwel alle gevallen (97 %) ontstond het letsel door een val, soms door een botsing. Twee derde deel (65 %) van de slachtoffers liep een fractuur op, vaak aan de pols (35 %).

Letsels door hoverboards worden in de overgrote meerderheid opgelopen door kinderen. Ruim de helft van de ongevallen met letsel door het gebruik van een hoverboard is in de leeftijd 10-14 jaar, ruim één op de tien 5-9 jaar. 

Het aantal behandelingen als gevolg van een ongeval met een hoverboard is in vergelijking met waveboards en spacescooters aanzienlijk hoger, en slechts iets lager dan het aantal ongevallen met skateboards waarvan toch een veel groter gebruik wordt verwacht.

Hoverboards en toestellen met stuur zoals segways behoren volgens de Belgische wetgeving beschouwd als 'nieuwe verplaatsingstoestellen'. Of ze het voetpad dan wel het fietspad moeten gebruiken, is in België afhankelijk van de snelheid. 

• Indien hoverboardgebruikers slechts stapvoets rijden, worden ze beschouwd als voetgangers en mogen ze zich op het voorziene voetpad begeven. 

• Wanneer ze sneller gaan, mogen ze zich ook op de weg of de fietspaden begeven, met een maximale snelheid van 18 km/u.

In andere landen zoals Nederland en Luxemburg, waar ze tot dezelfde categorie behoren als rollerskates en skateboards, mogen hoverboardgebruikers niet op de openbare weg.

Deze gemotoriseerde voortbewegingstoestellen vallen onder de wet van 21 november 1989 wat betreft de verzekering voor gemotoriseerde voertuigen. Gebruikers moeten dus een verzekering afsluiten. Dat wil zeggen dat u een BA-verzekering moet hebben die de aansprakelijkheid voor schade aan derden dekt. 

Zo'n verzekering kost ongeveer € 100 per jaar, afhankelijk van het gebruik.

1. Kies voor een product met een CE-markering met een garantie van twee jaar (verplicht in Europa).

2. Oefen met uw toestel op een gladde ondergrond en op een plaats waar er geen verkeer is, en liefst met een begeleider. Het is ook belangrijk om te oefenen op het nemen van hindernissen die u op de weg vaak tegenkomt. Volg liefst een opleiding om de basis te leren, zeker met een eenwieler. 

Uit onderzoek blijkt dat de meeste ongevallen gebeuren met kinderen die voor het eerst op de skates, het waveboard of hoverboards staan.

3. Laat kinderen onder de 10 jaar geen voortbewegingstoestel gebruiken zonder begeleiding, tenzij het om toestellen gaat die specifiek voor hen ontworpen werden. 

4. Draag bescherming, zeker in het begin: pols- en elleboogbeschermers en een helm zijn aan te raden.

5. Respecteer het minimum en maximumgewicht voor de gebruiker. 

6. Respecteer de snelheidslimiet van 18 km/u.

7. Rijd niet op het voetpad wanneer u sneller gaat dan stapvoets. Wanneer u wel op het voetpad rijdt, blijf dan hoffelijk ten opzichte van de voetgangers.  

8. Met gyroscopische toestellen is het moeilijk om bruusk te remmen en tegelijk de controle te behouden. Het is dus erg belangrijk om zo veel mogelijk te anticiperen op gevaren. 

9. Aangeven dat u van plan bent om af te slaan, is soms moeilijk omdat u geen richtingaanwijzers hebt. En uw arm uitsteken op een eenwieler kan u uit evenwicht brengen.

10. Oneffenheden op de weg kunnen gevaarlijk zijn. Te hoge stoepranden, putten in het voetpad enzovoort verhogen het risico op valpartijen.Vermijd verrassingen en wees extra voorzichtig, vooral op onbekend terrein.

11. Draag ’s nachts een fluohesje en zorg voor een witte lamp vooraan en een rode achteraan, vooral wanneer het toestel zelf niet voldoende verlichting heeft. 

12. Hoewel problemen zeldzaam zijn en eerder bij het lagere (goedkopere) gamma voorkomen, bestaat er een risico op brand of ontploffing van het toestel. Voor de veiligheid is het dan ook beter om het toestel niet continu te laten opladen om oververhitting te vermijden. 

http://www.bivv.be/publications/New%20Urban%20Mobility/New_Urban_Mobility_(NL).pdf