Gerelateerde artikels
In-vitrofertilisatie: een moeilijk parcours met risico’s op discriminatie
nieuws
In april 2017 erkende de arbeidsrechtbank van Antwerpen dat discriminatie van een vrouw op grond van een vruchtbaarheidsbehandeling neerkomt op een discriminatie op grond van geslacht, aangezien alleen vrouwen dergelijke behandelingen met het oog op een zwangerschap ondergaan en er dus op het werk de mogelijke negatieve gevolgen van kunnen ondervinden.
In 2013 vond een werkgever dat de afwezigheden om medische redenen van een werkneemster omwille van haar in-vitrofertilisatiebehandelingen en de daaruit voortvloeiende gezondheidsproblemen ongerechtvaardigd waren. Volgens de rechtbank kon uit getuigenissen afgeleid worden dat de werkgever op de hoogte was dat de werkneemster een ivf-behandeling onderging en dat haar afwezigheden daar het gevolg van waren.
De rechtbank volgde de argumentatie van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen dat het al dan niet vergevorderde stadium van de ivf-behandeling niet relevant is voor de beoordeling van de discriminatie. De medische behandeling in kwestie heeft immers van nature een geslachtsgebonden karakter, en valt dus onder het discriminatiecriterium ‘geslacht’. De rechtbank aanvaardde dat het ontslag niet zou hebben plaatsgevonden als de vrouw geen ivf-behandeling had ondergaan. Zonder ivf-behandeling zou de vrouw immers minder afwezig zijn geweest, en die afwezigheden waren voor de werkgever precies de reden voor het ontslag.
De rechtbank oordeelde bijgevolg dat het ontslag van de vrouw een directe discriminatie op grond van geslacht uitmaakte. De werkgever werd veroordeeld tot een schadevergoeding van ongeveer 11.000 euro, een bedrag dat overeenkwam met zes maanden brutoloon.
In de publicatie “Zwanger aan het werk. De ervaringen van sollicitant en, werkneemsters en zelfstandige onderneemsters in België” en bij de lancering van de campagne “Mama blijft aan boord” vestigde het Instituut de aandacht op de talrijke discriminaties op grond van geslacht tegen vrouwelijke werknemers wegens hun (eventuele) zwangerschap of moederschap, en dat in alle stadia van de tewerkstelling. Het is nu eenmaal een biologische realiteit dat zwangerschap, moederschap en medisch begeleide voortplanting alleen betrekking kunnen hebben op vrouwen. Ze mogen dus geen aanleiding geven tot ongunstige behandeling of discriminatie.
In België kampt bijna een op zes koppels met vruchtbaarheidsproblemen. Als gevolg daarvan komen in-vitrofertilisatie (ivf) of medisch begeleide voortplanting in het algemeen steeds vaker voor. Dit zijn veeleisende en tijdsintensieve behandelingen met heel wat gevolgen, ook op het werk. Voor ivf-koppels is het vaak een hele strijd om hun werk te combineren met hun medisch parcours.
Daarom heeft het Instituut een informatiebrochure opgesteld voor werkende vrouwen die een ivf-behandeling ondergaan om hen te informeren over hun rechten en plichten en over de beschermingsmaatregelen tijdens hun behandeling. Het Instituut beveelt bijvoorbeeld aan dat werkneemsters hun werkgevers schriftelijk en met ontvangstbevestiging informeren over hun medische behandeling en over hun eventuele daaropvolgende zwangerschap. Zo worden ze van bij het begin van de behandeling beschermd tegen discriminatie.
De publicatie “In-vitrofertilisatie en werk: alleen voor doorzetters? Hoe beschermt het recht je?" is gratis beschikbaar op de website van het Instituut.
Wie meent slachtoffer te zijn van discriminatie op grond van geslacht kan zich gratis en in alle vertrouwelijkheid laten informeren over haar of zijn rechten bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen of een melding indienen via het gratis telefoonnummer 0800/12 800, per e-mail naar gelijkheid.manvrouw@igvm.belgie.be of via het meldformulier op de website http://igvm-iefh.belgium.be
Bron:
Discriminatie rond zwangerschap en moederschap
Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen analyseerde de meldingen die het ontving in 2017 en constateerde dat het totaal aantal meldingen een grote stijging kende (+ 34% ten opzichte van 2016). Het aantal meldingen over zwangerschaps- of moederschapsdiscriminatie in arbeidssituaties verdubbelde tegenover het jaar daarvoor. Dit toont de belangrijke impact van de campagne ‘Mama blijft
aan boord’ aan. Deze werd in oktober 2017 gelanceerd en was bedoeld om (toekomstige) moeders te informeren over zwangerschaps- en moederschapsgerelateerde discriminaties op het werken over hun rechten als werkneemsters.
Zwangerschaps- en moederschapsdiscriminatie
In 2017 had meer dan 1 op de 5 meldingen bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen te maken met zwangerschap en moederschap. Dat aantal verdubbelde tegenover 2016. Opmerkelijk is dat ongeveer de helft van deze meldingen (43%) werd ontvangen tijdens de laatste drie maanden van het jaar, wat overeenkomt met de periode en duur van de campagne ‘Mama blijft aan boord’. Het Instituut lanceerde deze campagne in oktober 2017 om het bewustzijn over hun rechten te vergroten bij vrouwen die zwanger zijn, zwanger willen worden of onlangs bevallen zijn.
“Vaak nemen vrouwen de bestaande genderstereotypen over en berusten ze noodgedwongen in het idee dat zwangerschap en moederschap hun carrière afremmen. Daarom durven maar weinigen onder hen hun rechten doen gelden. De campagne ‘Mama blijft aan boord’ is dan ook geslaagd omdat ze veel slachtoffers bewust heeft gemaakt van hun rechten en zo de onderrapportage van klachten heeft bestreden", zegt Liesbet Stevens, adjunct-directeur van het Instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen. “Dit toont naar onze mening aan dat er moet blijven ingezet worden opbewustwording om zo discriminatie nog doeltreffender
te bestrijden en gendergelijkheid meer te bevorderen.”
Bron
https://igvm-iefh.belgium.be/sites/default/files/downloads/pb_cijfers_2017_en_evaluatie_campagne.pdf